Psychodiagnostiek aantekeningen hoorcolleges
College 1: Introductie
De rol van diagnostiek: actueel
Diagnostiek wordt niet altijd gedaan zoals het moet, wat bijvoorbeeld kan leiden tot
misdiagnostiek. Wanneer je diagnostiek zal overslaan en gelijk begint met behandeling, sla je
de plank echter ook mis.
Artikel: psychodiagnostiek anno 2020, obstakels voor de psychodiagnostiek
‘In dit artikel willen we niet zozeer stilstaan bij psychodiagnostische succesnummers, maar bij
obstakels die eraan in de weg staan. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan de neiging van
de diagnosticus om de opdrachtgever of verwijzer ter wille te zijn.’
Doel van diagnostiek
Doel van diagnostiek is een beeld krijgen van de persoon die tegenover jou zit en waar deze
persoon hulp in wil en waar deze persoon baat uit kan halen. Het doel is niet om een stempel
te geven.
Inzage in dossier/voorinformatie
Om voor een diagnostisch intakegesprek inzage te hebben in het dossier/voorinformatie
hebben, is een persoonlijke afweging. Je kan hier het belang van zien doordat iemand
mogelijk medicatiegebruik heeft wat van belang is, door de tijd die staat voor een intake
(meestal minimaal), door de verwijzing, maar een tegenargument op voorinformatie is dat je
een vooroordeel kan ontwikkelen en het diagnostisch momentum verliest.
Uitgebreide diagnostiek of starten met behandeling?
Starten met behandeling kan van belang zijn bij risicovolle situaties, bijvoorbeeld psychoses
en suïcidaliteit, om zo mogelijk stabilisering te verkrijgen. Ook wanneer het beeld erg
duidelijk en enkelvoudig is, kan je starten met behandeling, dit bespaart tijd en geld ten
opzichte van uitgebreide diagnostiek
DSM-classificatie of beschrijvende diagnose?
Basis-GGZ gebruikt vaak een DSM-classificatie, ook voor het zorgprestatiemodel is een
diagnose van belang om behandeling vergoed te krijgen bij de verzekeraar. Aan de ene kant
kan een diagnose leiden tot opluchting/validatie, maar aan de andere kant kan iemand
zichzelf gaan identificeren met een diagnose/verschuilen achter een diagnose. Een
beschrijvende diagnose is een meer holistische theorie, geeft een vollediger beeld en wordt
vaak als meerwaarde gezien.
Bied je iets te drinken aan bij je diagnostische intakegesprek?
Kan een welkom gevoel bieden, maar bijvoorbeeld bij persoonlijkheidsdiagnostiek kan het
ook voor de persoon een beschermingsmechanisme worden. Alle kleine dingen kunnen
informatie geven, om te zien hoe iemand zich verhoudt tot dit soort zaken bij een
moeilijke vraag een slok drinken nemen, in plaats van friemelen je handen bezighouden met
een kopje etc.
Tutoyeren
,Start je met u of begin je gelijk met jij? ‘Jij’ kan een functie hebben, doordat je de ‘afstand’
kleiner maakt. Ook dit soort afwegingen kan weer iets doen binnen het contact. Bewust
afstand houden kan ook juist als een positieve manier ervaren worden.
Een dag aan het werk als psycholoog – diagnostiek
Er zijn verschillende dingen die je tegen kan komen op
een werkdag, zoals:
- Tijdens de periode bij het FACT-team, een
MoCa afname bij een oudere
- Verschillende vragen die binnenkomen vanuit
een intake testen
- Afname van IQ-testen
- Een beschrijvende holistische theorie
College 2+8+10+17: Psychodiagnostisch onderzoek vanuit
neuropsychologisch perspectief
Psychodiagnostiek
Dia-gnostiek – ‘Kennis door kijken’
1. Proces: verwijsvraag behandeling
2. Methode: multiconceptueel, multimethodisch (de ene is zinvoller en heeft meer
waarde, afhankelijk van de vragen), multisource (niet enkel de cliënt als
informatiebron)
3. Kennisbronnen: evidence-based psychodiagnostiek,
persoonlijkheid/psychopathologie, hersen-gedragsrelaties
4. Vaardigheden: (hetero-)anamnese, gedragsobservatie, testafname, interpretatie en
rapporteren
Hoe…?
Bio-psycho-sociaal
Wisselwerking tussen bio (erfelijkheid, hersenontwikkeling) – psycho (persoonlijkheid,
cognitie, affect) – sociaal (context).
Psycho kan je naar kijken als vooral datgeen wat naar voren komt en meetbaar is.
Diagnostiek gaat niet over de individuele blokken, maar hoe deze met elkaar samenhangen
(de pijlen tussen hen). Klinische psychologie richt zicht op de wisselwerking tussen psycho
(persoonlijkheid, psychopathologie) – sociaal (context), maar blijf onthouden dat alles
relevant is. Klinische neuropsychologie focust vooral op de lijn tussen bio (hersen
functioneren en hersenbeschadiging) – psycho (cognitief (dys)functioneren). De integratieve
psychodiagnostiek kijkt naar alle pijlen, Het gaat om de dikte tussen de pijlen;
transdiagnostisch (over de domeinen heen).
Multiconceptueel
Hersenen en gedrag (brein en cognitie) kennis toepassen in klachten en verwijzingen op
diagnostisch termijn. Het werkveld bepaalt hierin het accent.
Werkveld; consequenties psychodiagnostiek
Klinische psychologie
,Klinisch psychologisch onderzoek indien hypothesen gebaseerd zijn op theorieën over
persoonlijkheid en psychopathologie
Klinische neuropsychologie
Neuropsychologisch diagnostiek indien hypothesen gebaseerd zijn op hersen-gedragsrelaties
Klinisch neuropsychologische diagnostiek
Hoe concreet ga jij de diagnostiek invullen met een cliënt? Uiteindelijk moet
je op basis van de diagnostiek dikte geven aan de pijlen in dit plaatje. Hierbij
komt dan ook nog de levensloop kijken, vanuit welk perspectief je ook werkt
zou je hier aandacht voor moeten hebben.
- Niveaus (waar dingen meetbaar zijn) zijn allemaal afzonderlijk
descriptief
- … Geen relatie met andere niveaus bij enkel een domein beschrijven,
dat een WAIS 110 is, zegt nog niets over de andere niveaus.
Geen verklarende diagnostiek, hier heb je alle domeinen voor
nodig
Psychodiagnostiek is descriptief verbanden tussen niveaus en binnen domeinen, maar…
… correlationele relaties verklaren niets. Klinisch neuropsychologische diagnostiek ziet
cognitief niveau als verklaring.
Nieuwe ontwikkeling: HiTOP
Dimensionele aspect van de DSM in HiTOP.
Het HiTOP model is een dimensioneel en
hiërarchisch model voor het beschrijven van
psychopathologie en persoonlijkheid. Het
model is gebaseerd op de meest recente
wetenschappelijke inzichten in de structuur
van psychopathologie. Het is een alternatief
voor de DSM.
Nieuwe ontwikkeling: Research Domain Criteria – RdoC
Er zijn een aantal domeinen (negative valence, positive
valence, cognitive systems, systems for social process,
arousal/modulatory stystems), welke op acht
analyseniveaus benaderd kunnen worden (genes,
molecules, cells, circuits, psychology, behavior, self-
reports), dit moet gezien worden in een
ontwikkelingsperspectief, waarbij ook de omgeving
betrokken wordt.
Symptomen…
Verschillende symptomen komen bij verschillende ziektes/stoornissen voor, wat leidt tot
comorbiditeit. Een voorbeeld hierbij zijn symptomen van COVID-19 en symptomen van griep.
Ook komt comorbiditeit voor bij psychodiagnostiek, het lastige is namelijk dat er geen sprake
is van objectief meten.
, Objectief meten
Objectief meten is van belang omdat je dan een score over een functie kan vergelijken met
anderen (normpopulatie). Het probleem is dat je in het psychologische veld, bijvoorbeeld bij
de DSM, subjectief beschrijft en je met veel combinaties van kenmerken een stoornis kan
krijgen. De hoop is om bepaalde vragen toch wetenschappelijk op te gaan lossen
Scientist-practitioner
Vanuit wetenschappelijke kennis een cliënt zorg aanbieden. Zowel praktijk- als wetenschap is
niet primaat, wij kunnen enkel in het midden werken, met gelijkwaardigheid tussen beiden.
Hypothese-toetsend: “Vraagstelling gebaseerd op hypothesen en niet op vragen”,
neuropsychologisch diagnostiek indien hypothesen gebaseerd zijn op hersen-gedragsrelaties
- Gefaseerd proces:
o Aanmelding en verwijzingsvraag (de vrager heeft niet de kennis, dus zijn vraag
kan je niet lukraak overnemen, dit moet je zelf naar psychologische termen
verwoorden)
o Dossieronderzoek/(hetero-)anamnese
o Formuleren van vraagstelling en hypothesen
o Onderzoeksoperationalisatie
o Afname, verwerking, toetsing van hypothesen
o Integrale beschrijving van patiëntgegevens; beantwoorden vraagstelling en
rapportage (dit gaat weer over de aanmeldingsvraag, de patiënt of verwijzer
wil namelijk daarop antwoord)
Evidence-based psychodiagnostiek
1. Gestandaardiseerd en wetenschappelijk onderbouwd instrumentarium
(standaardisering, normering, betrouwbaarheid, validiteit), echter kan zo’n test goed
zijn, maar niet voor jouw specifieke patiënt (niet alles wordt meegenomen in een
normgroep; denk aan epilepsie)
2. Transparantie: alle stappen moeten verantwoord kunnen worden
3. Multimethodisch: meerdere onderzoeksmethoden en informatiebronnen
Dan wordt het een N=1 studie bij één patiënt
Evidence-based
We moeten niet té streng hierin zijn, zeker niet in de praktijk. Denk aan het voorbeeld van
een vraagstelling kijkend naar of een parachute altijd leidt tot overleving als je uit een
vliegtuig springt, echter is er bijvoorbeeld één enkele zaak waarbij een vrouw zonder
parachute overleefde, door in een boom te geraken, falsificatie zorgt in zo’n vraagstelling al
dat het evidence-based is dat de vraagstelling niet klopt dat een vrije val niet altijd leidt tot
de dood. Concluderend zijn bij zo’n vraagstelling geen randomised control trials, het is
observationeel. Er komen in de psychodiagnostiek drie dingen samen: ervaringen clinicus,
wetenschappelijk bewijs, waarden en verwachtingen patiënt daar waar het samenvalt
mag je het evidence-based noemen en valt de scientist-practitioner (reflectie (!), kunnen en
kennen, zoeken naar balans)
Diagnostische cyclus