Zeer uitgebreid hoorcollegedictaat internationaal privaatrecht. Alle relevante slides zijn verwerkt en het is vrijwel letterlijk meegetikt. Zelf het hoorcollege kijken is in principe niet meer nodig.
Wij gaan vandaag verder met het IPR. U weet, IPR bestaat uit drie onderdelen:
> I. Internationaal bevoegdheidsrecht (welke rechter is bevoegd)
> II. Conflictenrecht (welk recht moet worden toegepast)
> III. Internationaal erkennings ‐ en tenuitvoerleggingsrecht (kun je een buitenlands vonnis in
Nederland erkennen en executeren)
We zijn bezig geweest met het conflictenrecht. U hebt vorige keer gezien dat een conflictregel een
verwijzingscategorie heeft, daar zit dan een regel in die verwijst naar een bepaald rechtsstelsel en in die
verwijzingsregel heb je een bepaalde aanknopingsfactor gekozen om bij het toepasselijke recht te
komen.
Grondslag van die verwijzing is in principe de nauwste verbondenheid, Von Savigny. Maar we hebben
ook gezien dat er op allerlei manieren gesleuteld is om of de zwakkere partij te beschermen of een
bepaald materieel gunstiger resultaat te bereiken: een partij te begunstigen. Verder hebben we gezien
dat bij heel veel verwijzingscategorieën ook de mogelijkheid bestaan om het toepasselijke recht aan te
wijzen.
Woonplaats als aanknopingsfactor bij het familierecht
We waren blijven steken bij de nationaliteit en de woonplaats. De vraag was wat is nou een geschikte
aanknopingsfactor als we het hebben over het familierecht. Toen hebben we de nationaliteit bekeken.
Nu is de vraag: zou de woonplaats niet meer voor de hand liggen? Bij een persoon heb je natuurlijk aan
de ene kant de nationaliteit die een bepaalde verbondenheid weergeeft. Als u juicht voor het
Nederlands elftal kon u wel eens een band hebben met Nederland. Dus een Nederlandse nationaliteit
hebben. Maar het kan ook zo zijn dat je in Nederland woont en niet de Nederlandse nationaliteit hebt
maar dus wel nauw verbonden bent met Nederland en ook juicht voor het Nederlands elftal.
De vraag is, wat is nou de woonplaats voor aanknopingsfactor als het gaat om het aanwijzen van het
toepasselijke recht. Anders dan die nationaliteit is dit een echt conflictenrechtelijk begrip speciaal
gevormd om te doen wat hij moet doen, namelijk het aanwijzen van het nauwst verbonden recht. Dan
heb je ook meteen de vraag: moet ik dan de woonplaats hebben uit art. 1:10 BW (internrechtelijke
woonplaats) of is dat woonplaatsbegrip niet zo geschikt om te gebruiken. Die internrechtelijke
woonplaats is vooral bedoeld om bereikbaar te zijn voor het rechtsverkeer. Dus als de overheid u
ergens voor wil oproepen of u belasting wil aanslaan/u wordt gedagvaard dan is dat de woonplaats
waarop u wordt aangeschreven. Maar het is niet per se de plaats waar u ook duurzaam verblijft: nauw
mee verbonden bent. En dat hebben we wel nodig voor het IPR. We hebben een aanknopingsfactor
nodig tussen een persoon en de met die persoon nauwst verbonden recht. Daarom is de
internrechtelijke woonplaats niet geschikt als aanknopingsfactor en hebben we voor het
conflictenrecht een speciaal woonplaatsbegrip: de gewone verblijfplaats.
Woonplaats in het conflictenrecht: gewone verblijfplaats
- Duurzaamheid verblijf
- Intentie
Wat is dat? Vooral een feitelijk begrip. Dan gaat het om hoe lang iemand in een land verblijft. Hoe
langer je in een land verblijft, hoe meer je ermee verbonden bent. Dus de lengte van je
verblijf/duurzaamheid is een belangrijke factor voor het vaststellen van je gewone verblijfplaats. En
een ander element is de intentie van een persoon. Dat zijn de twee belangrijkste elementen die bepalen
waar iemand zijn gewone verblijfplaats heeft. Maar feitelijk gaat het erom waar iemand het centrum
heeft van zijn leven. Waar woont hij, waar heeft hij zijn vrienden, waar gaat hij sporten, waar heeft
hij zijn hobby’s. Allemaal dat soort elementen bepalen waar iemand zijn gewone verblijfplaats heeft.
1
,Maar nogmaals, die intentie is ook belangrijk. Als u dat nou weet, dat het gaat om centrum van het
leven van een persoon. Dus dat de duur van het verblijf en de intentie van belang is, dan kunnen we
ook even kijken naar waar deze mensen hun gewone verblijfplaats hebben. Want niet alleen de intentie
en de duur maar ook waar je werkt is een belangrijke factor.
Mark Rutte
Deze meneer werkt in Nederland. Heeft het centrum van zijn leven in Nederland. Dus je kunt zeggen
dat hij zeker zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft. Hij heeft ook nog niet de intentie om naar
de Europese Commissie te gaan of iets dergelijks dus hij heeft gewone verblijfplaats in Nederland.
Koning Willem Alexander
Hij heeft ook onmiskenbaar gewone verblijfplaats in Nederland. Heel veel meer dan dit kan het
eigenlijk niet. Eentje van Oranje, je woont in Nederland, Nederlandse nationaliteit. Daar is eigenlijk
geen twijfel aan mogelijk.
Koningin Maxima
Deze mevrouw is alweer een beetje kwestieus. Zij heeft een andere nationaliteit en ook die van een
ander land misschien. Maar zij woont al een behoorlijke tijd in Nederland, dus het verblijf is al best wel
lang. Ik denk ook wel dat ze intentie heeft om hier te blijven. Dus kun je zeggen dat ook deze mevrouw
gewone verblijfplaats heeft in Nederland.
Nederlandse voetballers die spelen bij Liverpool
Wat denkt u daarvan? Waar zouden deze twee hun gewone verblijfplaats hebben? Liverpool ligt in
Engeland. Ze wonen en werken daar al wel een paar jaar. Ze spelen ook in het Nederlands elftal. Waar
hebben zij gewone verblijfplaats? In Engeland. Omdat ze daar wonen, ze werken daar iedere dag. Ze
zijn natuurlijk wel veel weg met allerlei wedstrijden en ook voor het Nederlands elftal maar het hele
centrum van hun leven is gewoon in Engeland. Zij hebben toch onmiskenbaar hun gewone
verblijfplaats in Engeland.
Martien Meiland
Martien begint om half 11 of half 12 met de wijn. En hij heeft een chateau gekocht in Frankrijk. Hij
heeft eerst ook al meegedaan aan ‘Ik vertrek’. Martien is verhuisd naar Frankrijk. Hij kocht een oud
kasteel en heeft die opgeknapt. Waar heeft Martien zijn gewone verblijfplaats? Nederland? Frankrijk?
Hij is voortdurend op de televisie in Nederland, dus hij is hier toch best wel vaak. Frankrijk is zijn
gewone verblijfplaats. Want hij woont daar al een tijd, heeft ook de intentie om daar te blijven. Dus hij
heeft zijn gewone verblijfplaats in Frankrijk. Wat heel belangrijk is bij emigreren. We hebben in het
verleden ook Evert van Benthem gehad, iemand die geëmigreerd is. Die heeft ooit de Elfstedentocht
gewonnen. Die emigreerde naar Canada.
Er zijn twee elementen belangrijk als je de gewone verblijfplaats wil vaststellen: duur van het verblijf
en de intentie. Iemand die gaat emigreren heeft de intentie niet meer terug te keren. Iemand die
emigreert heeft vanaf het moment dat hij op zijn nieuwe verblijfplaats aankomt zijn gewone
verblijfplaats ook verplaatst. Dan is die duur van het verblijf minder belangrijk maar dan is die intentie
vooral heel erg belangrijk. Dus soms weegt het ene zwaarder en soms weegt het andere zwaarden.
Structuur verwijzingsregels
- Ambtshalve toepassen conflictregels? Ja. De Nederlandse rechter past regels van IPR
ambtshalve toe, zie art. 10:2 BW.
- Conflictenrecht facultatief? Dus nee.
U weet we hebben Nederlands Internationaal Privaatrecht en Nederlandse verwijzingsregels die wij in
Nederland toepassen. U weet dat ze in andere landen allemaal andere conflictregels hebben. U weet
ook dat voor de Nederlandse rechter heel veel internationale situaties komen en dat de vraag dan is:
moet die Nederlandse rechter in zo’n geval nou het Nederlandse conflictenrecht toepassen? Moet hij
boek 10 toepassen? Moet hij die verdragen toepassen? Die ingewikkelde verordeningen? Of mag hij als
partijen niets zeggen dat gewoon niet doen. Dus is hij verplicht om die conflictregels toe te passen of
mag hij ook denken van als partijen er niet om vragen dan doe ik het niet, dus is het facultatief? Dat is
de vraag.
2
, Enige tijd terug was er in Nederland een stroming van mensen die vonden dat de Nederlandse rechter
niet te zwaar belast moest worden. Die hadden allerlei argumenten bedacht waarom het Nederlandse
conflictenrecht facultatief zou zijn? Deze argumenten hadden zij daarvoor:
1. Dat partijen nou eenmaal een betere beslissing konden krijgen bij de Nederlandse rechter als
hij zijn eigen recht toepast. Dus vergeet het conflictenrecht: als u een goede beslissing wilt
hebben moet u Nederlands recht toepassen want dat kent die rechter gewoon het beste.
2. Op deze manier voorkom je dat de Nederlandse rechter buitenlands recht verkeerd
interpreteert. En ik kan u zeggen dat dit inderdaad een heel groot risico vormt. Dus als
Nederlandse rechter ga je snel in de fout. Dat is een reden om te zeggen doe maar niet: geen
IPR als niemand erom vraagt.
3. Het scheelt heel veel tijd. Duits recht heb je makkelijk toegang tot. Maar voor heel veel
rechtsstelsels geldt dat niet. Dan heb je ook nog allerlei jurisprudentie voor je erachter bent
hoe dat Duitse recht werkt. Dan ben je een paar maanden verder. Dus ook die tijdsbesparing is
een reden voor de aanhangers van het facultatieve conflictenrecht om te kiezen voor dat
systeem.
4. Kosten. Om buitenlands recht te achterhalen moet je een deskundige inschakelen en die
deskundigen zijn duur.
Dat is allemaal waar maar heeft de wetgever gezegd in 2012: dat gaan we niet doen. Wij gaan gewoon
ons eigen IPR toepassen. De Nederlandse rechter past regels van IPR ambtshalve toe, zie art. 10:2 BW:
‘De regels van internationaal privaatrecht en het door die regels aangewezen recht worden
ambtshalve toegepast.’
De wetgever heeft daar ook een hele reeks argumenten voor:
1. Andere landen doen het ook niet, die hebben ook niet die leer van het facultatieve
conflictenrecht. Dat lijkt Ten Wolde niet zo’n hele sterke reden.
2. De wetgever zegt ja weetje, je kunt ook heel veel via een rechtskeuze van partijen. Als ze niet
willen dat buitenlands recht wordt toegepast dan kiezen ze toch gewoon voor Nederlands
recht.
3. Dat het tekortdoet aan de kern van het IPR, namelijk de erkenning van het feit dat buitenlands
recht ook recht is. Dus door het facultatieve conflictenrecht toe te passen doe je eigenlijk te
kort aan het feit dat buitenlands recht ook recht is: gelijkwaardig is aan het Nederlands recht
4. Er zijn allerlei verwijzingsregels die zo zijn ingevuld dat een bepaalde partij wordt beschermd
of begunstigd. Het zou raar zijn als een rechter ineens dat soort regels die toch een bepaald
maatschappelijk doel hebben, zo maar opzijzet.
5. Een partij heeft vaak meer geld dan de ander en de partij met meer geld zou dan makkelijker
kunnen bepalen of het nou wel of niet handig is om Nederlands recht toe te passen. Dus dat
zou ook tot ongelijkheid leiden.
6. Het is natuurlijk zo dat het maar de vraag is of de Nederlandse rechter regels die gelden op
grond van een verdrag of een verordening, of hij die regels zomaar buiten werking kan stellen.
Het antwoord is natuurlijk nee, dat kan helemaal niet.
Dus de wetgever zegt heel simpel: Nederlandse rechter, jij moet gewoon het Nederlandse
conflictenrecht toepassen. En zo staat het ook in boek 10.
Dan hebben we nog een ander probleem. Want u ziet in art. 10:2 staan, het gaat niet alleen om het
Nederlands IPR maar de Nederlandse rechter moet ook het aangewezen recht ambtshalve toepassen.
Dus dat betekent dat de Nederlandse rechter de inhoud van het buitenlandse recht moet vaststellen.
Dan ben je helemaal de klos. Dan blijkt dat het bijvoorbeeld het huwelijksrecht van Vietnam is. Hoe
doe je dat dan als rechter? De rechter overlegt dat dan natuurlijk met partijen. De Nederlandse rechter
zal in het algemeen proberen om partijen met zachte dwang over te halen om toch maar voor
Nederlands recht te kiezen voor zover dat kan. Maar als partijen dat niet willen dan zal men informatie
moeten vragen in het buitenland. En daarvoor hebben we een bepaald verdrag uit 1968 over
inlichtingen over buitenlands recht. Staat ook in de wettenbundel. Dan kan de Nederlandse rechter
dus aan het betreffende land vragen om een rapportje te maken over de inhoud van dat buitenlandse
recht. Dat is nummer 53 in de wettenbundel. Dat kost verschrikkelijk veel tijd. De kwaliteit van dat
soort rapportjes laat ook nog wel eens te wensen over.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kleinganseijm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.