Sociale Psychologie
Intro 4
Hoofdstuk 1 - Introductie 5
Wat is sociale psychologie? 5
Belang van de situatie 6
Interpretatie van de situatie 7
Basis menselijke motieven 7
Geschiedenis 10
Hoofdstuk 2 - Onderzoek en theorie 11
Observerend onderzoek: sociaal gedrag beschrijven 12
Correlationeel onderzoek: sociaal gedrag voorspellen 12
Experimenteel onderzoek: causale vragen beantwoorden 13
Culturele en sociale psychologie / Evolutionaire benadering 15
Ethiek 16
Hoofdstuk 3 - Sociale Cognitie 17
Vier basisprocessen 17
Drie doelen 18
Hoofdstuk 4 - Sociale Perceptie 23
Non verbale communicatie 23
Eerste indrukken: snel maar duurzaam 25
Causale attributie: beantwoorden van de waarom vraag 26
De mens als psycholoog 29
Cultuur en sociale perceptie 30
Hoofdstuk 5 - Het Zelf 32
De oorsprong en de aard van het zelfconcept 32
Culturele invloeden op het zelfconcept 32
Introspectie 33
Zelfkennis door middel van attributies 34
Begrijpen van emotie 35
Andere mensen gebruiken voor zelfkennis 35
Zelf-controle 36
Impressiemanagement: de wereld is een schouwtoneel 37
Zelfvertrouwen: hoe we ons over onszelf voelen 38
Hoofdstuk 6 - De behoefte om onze acties te rechtvaardigen 40
1
, Cognitieve dissonantie 40
Zelfrechtvaarigheid in het dagelijks leven 42
Cognitieve dissonantie en fysieke opwinding 45
(On)bewuste dissonantie 45
Hoofdstuk 7 - Attitudes 46
Wat is een attitude? 46
Hoe ontstaan attitudes? 47
Wat is de link tussen attitudes en gedrag? 48
Hoe verander je attitudes? 49
De kracht van adverteren 52
Persuasive messages weerstaan 52
Hoofdstuk 8 - Conformeren 54
Wat is conformisme? 54
Informationele sociale invloed: de behoefte om te weten wat juist is 54
Normatieve sociale invloed: de behoefte om geaccepteerd te worden 55
Strategieën voor het gebruiken van sociale invloed 57
Gehoorzaamheid aan de autoriteit 60
Hoofdstuk 9 - Groepen en sociale dilemma’s 61
Groepen en gedrag van het individu 62
Groepsbeslissingen 64
Conflict en samenwerken 66
Hoofdstuk 10 - Interpersoonlijke relaties 69
Waarom vormen mensen relaties? 69
Wat is liefde? 70
Wat maakt aantrekkelijk? 72
Wat willen mannen, wat willen vrouwen? 74
Liefde beëindigen 76
Hoofdstuk 11 - Prosociaal gedrag 77
Wat is prosociaal gedrag? 77
Doel: om voordelen te ontvangen 78
Doel: beter overkomen 80
Doel: zelfbeeld bevestigen 83
Doel: goed voelen 84
Hoofdstuk 12 - Agressie 86
Wat is agressie? 86
Waarom doen we het? 87
2
, Doelen 88
Hoofdstuk 13 - Vooroordelen 92
Wat zijn vooroordelen, stereotypen en discriminatie? 92
Redenen, oorzaken doelen 95
Oplossingen 98
Samenvatting College - Wat moet je kennen? 100
Hoofdstuk 1 en 2 100
Hoofdstuk 3 100
Hoofdstuk 4 100
Hoofdstuk 5 100
Hoofdstuk 6 101
Hoofdstuk 7 101
Hoofdstuk 8 101
Hoofdstuk 9 102
Hoofdstuk 10 102
Hoofdstuk 11 102
Hoofdstuk 12 102
Hoofdstuk 13 103
Tips 104
3
,Intro
Ilja van Beest en Willem Sleegers
Tentamen
Het tentamen wordt niet gemaakt door de docent, dit is een toets die vragen letterlijk uit het
boek halen, dus alles in het boek is tentamenstof de rest niet. Tip: lees dus het boek!!
Tussen de bladzijden door staan oefenvragen, maak die → helpt bij het leren. Het tentamen is
in het NEDERLANDS, ook al staat op osiris Engels, dit klopt niet.
4
,Hoofdstuk 1 - Introductie
Wat is sociale psychologie?
● De taak van de psychologen is het proberen te begrijpen en te voorspellen van
menselijk gedrag.
● Sociale Psychologie is de wetenschappelijke studie van manieren waarop menselijke
gedachten, gevoelens en gedrag beïnvloed worden door de echte of ingebeelde
aanwezigheid van andere mensen: ouders, vrienden, collega's, vreemden- ofwel de hele
sociale situatie.
● Het doel van sociale psychologie is om eigenschappen van de menselijke natuur te
identificeren die bijna iedereen vatbaar maken voor sociale invloed, ongeacht sociale
klasse of cultuur
● Level of analysis (niveau van analyse) in de sociale psychologie
Het individu in de context van een sociale situatie.
Definitie
Sociale psychologie bestudeert de manier waarop ons gedrag, gevoel en gedachten beïnvloed
worden door de impliciete dan wel expliciete aanwezigheid van andere mensen.
Vergelijkbare vakgebieden
● Sociologie
De studie van de sociale relaties tussen mensen, en in het bijzonder van de politieke,
culturele, religieuze en economische aspecten van menselijke samenlevingen. Daarbij
staan vooral de inrichting en veranderingen daarvan, alsmede sociale problemen
centraal.
! Sociologie focust zich meer op de maatschappij als een geheel terwijl sociale
psychologen meer focussen op hoe de maatschappij individuelen beïnvloedt.
● Persoonlijkheidspsychologie
De studie van de verschillen en overeenkomsten in persoonlijkheid tussen mensen,
waarin persoonlijkheid inhoudt hoe het individu zich gedraagt ten opzichte van zijn
sociale omgeving, andere mensen en in verschillende situaties.
Individuen
Wie ben jij? De eerste stap van een individu kan je alleen maar begrijpen als je je realiseert dat
mensen fundamentele sociale wezens zijn.
Groep
Een individu leeft in een groep, wat ook bepaalt hoe een individu zich gedraagt.
Situatie
De groep leeft in een situatie, de situatie beïnvloed wat jij doet.
5
,Vergelijkingen
● Binnen personen
● Tussen personen
● Binnen groepen
● Tussen groepen
Drie aspecten die bestudeerd worden
● Cognitie (welke gedachten gaan vooraf aan het gedrag?)
● Affect (hoe voel je je?)
● Gedrag (wat is het gedrag?)
→ dit in een driehoeksverhouding
Vier perspectieven
● Evolutionair perspectief
Psychologische aspecten van de menselijke geest en menselijk gedrag vanuit het
oogpunt van de evolutietheorie verklaard. Je bent evolutionair succesvol als jouw kind
ook een kind op de wereld wil zetten, je hebt dan je kind overtuigd om ook een kind te
nemen. De mensen die geen kinderen hebben geven het trucje door dat ze geen
kinderen willen hebben, terwijl mensen met kinderen het trucje doorgeven wat ervoor
zorgt dat steeds meer mensen het trucje doorgeven. Het is goed om na te denken over
het feit dat mensen dingen doen om zich succesvol voort te planten.
● Sociaal-cultureel perspectief
Dit zorgt ervoor over hoe wij met elkaar omgaan.
● Sociaal-leren perspectief
We zijn wie we zijn als een functie van belonen en straffen (behaviorisme).
● Sociaal-cognitief perspectief
Netwerken in je hoofd hebben bepaalde associaties waardoor bepaalde constructen aan
elkaar gelinkt zijn, die bepalen ook waarom we dingen doen.
Basisprincipes
1. Sociaal gedrag is doelgericht: mensen interacteren met anderen om doelen voor elkaar
te krijgen
2. Sociaal gedrag is een voortdurende interactie tussen persoon en situatie
Belang van de situatie
Onderschatting van de situatie
● Overjustification effect
Onderschatting effect van beloning. De neiging tot het spontaan vertonen van bepaald
gedrag is lager wanneer je voor het vertonen van dat gedrag beloond wordt. Het
overjustificatie-effect treedt op wanneer een verwachte externe prikkel, zoals geld of
prijzen, iemands intrinsieke motivatie om een taak uit te voeren vermindert.
6
, Overjustification is een verklaring voor het fenomeen dat bekend staat als motiverende
'verdringing'. Belonen werkt dus niet écht.
● Correspondence bias = fundamentele attributiefout
De neiging om het gedrag van onszelf en van anderen volledig uit te leggen in termen
van persoonlijkheidskenmerken en de kracht van sociale invloed en de onmiddellijke
situatie te onderschatten. Onderschatting van de rol van de situatie (zoals denken dat
een acteur de persoon is die hij in een film speelt, dus zijn karakter, en niet is zoals hij is
in zijn dagelijkse situatie).
● Aspecten van de sociale situatie die mogelijk gering lijken, kunnen de verschillen in
persoonlijkheden van mensen overweldigen.
Interpretatie van de situatie
Construal (interpretatie)
Hoe individuen de wereld om hen heen waarnemen, begrijpen en interpreteren, in het bijzonder
het gedrag of de actie van anderen ten opzichte van zichzelf.
→ dit wordt benadrukt in de Gestaltpsychologie (het geheel is meer dan de som der delen)
Het Milgram e xperiment
Elektrische schokken toedienen aan een onschuldig persoon onder toezicht van een autoriteit.
Een gemiddeld mens blijft schokken toedienen, 65% gaat all the way (ondanks de kennis dat jij
net zo goed de persoon had kunnen zijn die de schokken toegediend zouden kunnen krijgen).
Bystander effect
Onderzoek van Darley & Letané. Er wordt een kind 3x overreden door een auto en niemand
komt helpen.
● Diffusion of responsibility (Darley & Latané)
Hoe meer mensen die kunnen helpen, hoe minder groot de kans dat er mensen helpen
(mensen voelen de verantwoordelijkheid minder als er meer andere mensen zijn die
kunnen helpen). Door iemand direct aan te spreken zorg je ervoor dat diegene helpt.
● Pluralistic ignorance (Latané & Rodin)
Een situatie waarin een meerderheid van de groepsleden een standaard eigenlijk afwijst,
maar ermee instemt omdat ze ten onrechte aannemen dat de meeste anderen deze
accepteren. “Niemand gelooft, maar iedereen denkt dat iedereen gelooft”. M .b.t. Het
bystander effect: als niemand helpt dan geloven mensen misschien dat helpen niet juist
is dus dan gaan ze zelf ook niet helpen, terwijl iedereen eigenlijk wel wilt helpen.
Basis menselijke motieven
Doel
Bepaalt situationeel wat je hier en nu zou willen.
Doelen zijn hiërarchisch, doelen behalen kan leiden tot het behalen of willen behalen van
andere doelen.
7
, Motief
In het algemeen vind je dingen, zoals belangrijk om dingen te leren. Dit kan wel doelen geven.
Fundamentele motieven volgens Aronson
De twee fundamentele:
1. De behoefte om de wereld accuraat ( juist) waar te nemen.
2. De behoefte aan een positief zelfbeeld.
→ Soms strijden deze motieven met elkaar, namelijk als je bijvoorbeeld jezelf slimmer
noemt dan je eigenlijk bent (goed voor je zelfbeeld, maar niet accuraat).
Maar ook:
3. De behoefte aan controle
4. Liefde, goedkeuring van anderen
5. Maar ook biologische drijfveren zoals honger en dorst.
1. Sociale-cognitie motief (accuraat willen zijn)
Sociale cognitie = Hoe mensen selecteren, interpreteren, herinneren en informatie gebruiken
om beoordelingen en beslissing te maken.
Soms interfereren onze verwachtingen over de sociale wereld met het nauwkeurig ontvangen
ervan. Onze verwachtingen kunnen de natuur van de sociale wereld zelfs veranderen.
● Zichzelf vervullende voorspelling (self-fulfilling prophecy)
Je verwacht dat jij of een ander persoon zich op een bepaalde manier zou gedragen dus
daarom gedraag jij je op zo'n manier om jouw verwachting te laten uitkomen.
- Dit fenomeen werd onderzocht tijdens een experiment van Rosenthal en
Jacobson op een basisschool waarbij er willekeurig geselecteerde leerlingen
zogenaamd de ‘besten’ zouden zijn en dat werd verteld aan de docent. Alleen al
het feit dat de leraren werden achtergelaten om te verwachten dat ze het goed
zouden doen, kostte een verbetering van hun prestaties.
2. Zelfvertrouwen motief
Mensen zijn gemotiveerd om een positief beeld van zichzelf te houden, deels door hun gedrag
te rechtvaardigen en dat dit onder bepaalde specifieke omstandigheden ertoe leidt dat ze
dingen doen die op het eerste gezicht verrassend of paradoxaal lijken. Ze geven misschien de
voorkeur aan mensen en dingen voor wie ze hebben geleden boven mensen en dingen die ze
associëren met gemak en plezier.
8