Taak 1
Probleemstelling
Wat zijn stemmingsstoornissen?
Leerdoelen
Wat is een stemmingsstoornis en welke vormen zijn er? (DSM)
Stahl – Mood disorders
Stemmingsstoornissen worden vaak affectieve stoornissen genoemd, omdat affect de
externe weergave van stemming (een interne emotie) is. Manie en depressie worden vaak
als “polen” uit elkaar gezien, waardoor de termen unipolaire depressie (patiënten ervaren
alleen de depressieve pool) en bipolaire (patiënten ervaren zowel de manische (up) als
depressieve (down) pool). Depressie en manie kunnen zelfs gelijktijdig optreden, wat een
gemengde gemoedstoestand wordt genoemd. Manie kan ook in mindere mate voorkomen:
hypomanie. Daarbij wordt het snel heen en weer “fietsen” tussen manie en depressie rapid
cycling genoemd.
Stemming varieert dus van manie, hypomanie, euthymie (normale stemming) tot dysthymie
(minder ernstige maar langdurige vorm van depressie) en depressie onderaan. De meest
voorkomende stemmingsstoornis is een depressieve stoornis met enkele of terugkerende
episodes.
,Patiënten met een bipolaire I stoornis hebben volledige manische episodes of gemengde
episodes van manie plus depressie, vaak gevolgd door een depressieve episode. Wanneer dit
4 keer per jaar terugkeert heet dit rapid cycling. Ook kunnen ze snel switchen van manie
naar depressie en terug.
,De bipolaire II stoornis wordt gekenmerkt door ten minste één hypomanische episode die
volgt op een depressieve episode.
Cyclothymische stoornis wordt gekenmerkt door stemmingswisselingen tussen hypomanie
en dysthymie.
, Sommige patiënten kunnen stemmingsgerelateerde temperamenten hebben, die ze op
latere leeftijd kwetsbaar maken voor stemmingsstoornissen, met name bipolaire
spectrumstoornissen.
Franken & Muris & Denys – Psychopathologie: oorzaken, diagnostiek en behandeling
Bipolaire stemmingsstoornissen
Bipolaire stoornissen zijn recidiverende stemmingsstoornissen die zich in de vroege
volwassenheid aandienen en waarbij depressieve, manische, hypomanische en gemengde
episoden optreden, afgewisseld met symptoomvrije perioden. Binnen de DSM-V wordt een
onderscheid gemaakt tussen de bipolaire-I-stoornis (depressie in combinatie met manie), de
bipolaire-II-stoornis (depressie in combinatie met hypomanie, maar nooit met een manie),
de cyclothyme stoornis (wisselende milde depressieve en hypomanische symptomen,
zonder ooit volledige stemmingsepisoden), stemmingsepisoden door lichamelijke ziekte of
het gebruik van (genees)middelen, en een restgroep die aangeduid wordt met ‘andere
gespecificeerde bipolaire stoornis’ en ‘ongespecificeerde bipolaire stoornis’.
Bipolaire stoornissen laten zich beschrijven in twee dimensies: polariteit (manie en
depressie) en cycliciteit (het wisselende en recidiverende beloop).
Bij een depressie is er sprake van remming met een gedaalde stemming, een negatieve kijk
op zichzelf en een verminderde activiteit en vitaliteit. Bij een manie ziet men juist
ontremming met een verhoogde, expansieve stemming, zelfoverschatting en een
toegenomen activiteit en vitaliteit. In ernstige gevallen kunnen beide een psychotische vorm
aannemen. Een lichte vorm van manie is hypomanie, een toestand die geen grote
beperkingen in het relationeel, sociaal of beroepsmatig functioneren met zich meebrengt.