Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1, Geest, Gedrag en psychologische wetenschap ....................................................................... 2
1.1 ........................................................................................................................................................................2
1.2 ........................................................................................................................................................................3
1.3 ........................................................................................................................................................................5
Hoofdstuk 2, Biopsychologie, Neurowetenschappen en de Menselijke aard ............................................... 8
2.1 ........................................................................................................................................................................8
2.2 ......................................................................................................................................................................10
2.3 ......................................................................................................................................................................16
Hoofdstuk 3, Sensatie en Perceptie .......................................................................................................... 20
3.1 ......................................................................................................................................................................20
3.2 ......................................................................................................................................................................22
3.3 ......................................................................................................................................................................28
Hoofdstuk 4, Leren en Omgeving ............................................................................................................ 31
4.1 ......................................................................................................................................................................31
4.2 ......................................................................................................................................................................34
4.3 ......................................................................................................................................................................37
Hoofdstuk 5, Geheugen ........................................................................................................................... 38
5.1 ......................................................................................................................................................................38
5.2 ......................................................................................................................................................................39
5.3 ......................................................................................................................................................................43
5.4 ......................................................................................................................................................................44
Hoofdstuk 6, Denken en Intelligentie ...................................................................................................... 46
6.1 ......................................................................................................................................................................46
6.2 ......................................................................................................................................................................49
6.3 ......................................................................................................................................................................51
6.4 ......................................................................................................................................................................53
6.5 ......................................................................................................................................................................55
Hoofdstuk 7, Psychologische ontwikkeling .............................................................................................. 56
7.1 ......................................................................................................................................................................57
7.2 ......................................................................................................................................................................60
7.3 ......................................................................................................................................................................64
1
, 7.4 ......................................................................................................................................................................65
Psychologie, een inleiding 1
Hoofdstuk 1, Geest, Gedrag en psychologische wetenschap
1.1
Kernconcept: Psychologie is een breed veld, met vele specialismen, maar in wezen is
psychologie de wetenschap van gedrag en geestelijke processen
Psychologie: Wetenschap van gedrag en mentale processen.
Zowel interne als externe gedragingen worden bestudeerd
3 soorten psychologen
1) Experimenteel psychologen (onderzoekspsychologen)
- Doet onderzoek naar elementaire psychologische processen
2) Docenten psychologie
- Primaire taak is het geven van onderwijs op bijvoorbeeld een hbo- of
bacheloropleiding of aan een universiteit
3) Toegepast psychologen
- Gebruikt door de experimenteel psychologen vergaarde kennis om problemen van
mensen op te lossen
Psychiatrie: Een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van
mentale stoornissen
René Descartes: onderscheidt lichaam van geest (= verschil tussen psychiatrie en
psychologie)
Pseudopsychologie: Niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd (bijv horoscopen/handlezingen)
6 vaardigheden (vragen) voor kritisch denken
1) Wat is de bron?
2) Is de bewering redelijk of extreem?
3) Wat is het bewijsmateriaal?
4) Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias?
5) Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
6) Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
Bias: Een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op basis van
persoonlijke ervaringen en waarden
2
,Emotionele bias: De neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, in
plaats van op een rationele analyse van het bewijsmateriaal
Confirmation bias (bevestigingsbias): De neiging om informatie die niet bij je opvattingen
aansluit te negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan informatie te zoeken waar je
het wel mee eens bent.
1.2
Kernconcept: Zes belangrijke perspectieven domineren het snel veranderende veld van de
moderne psychologie: het biologische, cognitieve, behavioristische, whole-person-,
ontwikkelings- en socioculturele perspectief. Alle kwamen voort uit radicaal nieuwe ideeën
over geest en gedrag.
6 belangrijke perspectieven (theorieën) van de psychologie
1) Het moderne biologische perspectief: Het psychologische perspectief dat de
oorzaken van gedrag zoekt in het functioneren van de genen, de hersenen, het zenuw-
en het hormoonstelsel.
Twee variaties op het biologische thema
- Neurowetenschap: Het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen
gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale
processen creëren.
- Evolutionaire psychologie: Een relatief nieuw specialisme in de psychologie dat
gedrag en mentale processen beschouwt op basis van hun genetische aanpassingen
aan overleving en voortplanting. (Darwins natuurlijke selectie)
Introspectie: Beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaring (Wundt)
Structuralisme: Historische stroming binnen de psychologie die de basisstructuren van de
geest en de gedachten trachtte te ontrafelen. Structuralisten zochten de ‘elementen’ van de
bewuste ervaring. (Wundt & Titchener)
Functionalisme: Historische stroming binnen de psychologie die meende dat psychische
processen het beste begrepen kunnen worden in het licht van hun adaptieve nut en functie
(James)
→ Volgens James zou de psychologie moeten verklaren op welke wijze mensen zich
aanpassen (of juist niet) aan de werkelijke wereld. Hierdoor ontstond de eerste toegepaste
psychologie
2) Het moderne cognitieve perspectief: Een van de belangrijkste psychologische
perspectieven, waarbij de nadruk ligt op mentale processen, zoals leren, geheugen,
perceptie en denken als vormen van informatieverwerking.
Mensen verlenen op een actieve manier betekenis aan zichzelf en hun omgeving.
(Gestaltpsychologie, introspectie, functionalisme, structuralisme en moderne cognitieve
neurowetenschap)
Cognitie = het opnemen, opslaan en gebruiken van informatie.
3
, 3) Het behavioristische perspectief: Een psychologische invalshoek die de bron van
onze handelingen zoekt in stimuli vanuit de omgeving, in plaats van innerlijke mentale
processen.
Behaviorisme: Een historische school die ernaar streefde om van de psychologie een
objectieve wetenschap te maken die zich alleen op gedrag richtte (en niet op mentale
processen) (Watson)
Skinner: psychologie moet zich richten op de wetten die gedrag regelen – op de relatie tussen
stimuli (S) en responsen (R) – in plaats van op subjectieve processen van de geest.
Past bij nurture, omgeving bepaalt het gedrag
Behavioristen maakte bezwaar tegen het concept van de geest als onderwerp van de
wetenschappelijke studie. Ook maakte ze bezwaar tegen introspectie, omdat het een
subjectieve en dus onwetenschappelijke methode zou zijn. (Dit waren de ideeën van
structuralisten en functionalisten)
4) Perspectieven vanuit de gehele persoon (whole person): Een aantal psychologische
perspectieven die draaien om een globaal inzicht in de persoonlijkheid, waaronder de
psychodynamische psychologie, humanistische psychologie en psychologie van
karaktertrekken en temperament.
- Psychodynamische psychologie: Een benadering die de nadruk legt op het begrijpen
van het menselijk functioneren in termen van onbewuste behoeften, verlangens,
herinneringen en conflicten. (Freud)
- Psychoanalyse: Een benadering van de psychologie die is gebaseerd op de
veronderstellingen van Freud, die de nadruk legt op onbewuste processen. De term
verwijst zowel naar Freuds psychoanalytische theorie als naar zijn psychoanalytische
behandelmethode.
- Humanistische psychologie: Een klinische benadering die de nadruk legt op de
mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de mens.
Kritiek op de psychoanalyse en het behaviorisme
Gericht op vrije wil
Abraham Maslow: behoeftehiërarchie
Rogers: empathie en onvoorwaardelijke acceptatie en echtheid
- Psychologie van karaktertrekken en temperament: Een psychologisch perspectief
dat gedrag en persoonlijkheid ziet als de producten van fundamentele psychologische
kenmerken.
5) Het ontwikkelingsperspectief: Een van de zes belangrijkste perspectieven van de
psychologie, dat zich onderscheidt door de nadruk op erfelijkheid en omgeving, en op
voorspelbare veranderingen die zich voordoen tijdens de levensloop.
→ Discussie nature vs nurture
4