Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Naam: Emma Defoor
Studentnummer: 852598781
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0422)
Examinatoren: Dr. Ron Pat-El en Dr. Natascha de Hoog
Inleverdatum: 28/03/2024
, Samenvatting
Dit onderzoek onderzoekt de effectiviteit van interventies gericht op het verminderen van
smartphonegebruik. We onderzoeken specifiek of tijdelijke onthouding of vermindering van
smartphonegebruik effectiever is en of het beperken van alternatieve digitale middelen tijdens deze
periode van invloed is. De resultaten tonen aan dat interventies gericht op het verminderen van
smartphonegebruik effectiever zijn dan interventies gericht op tijdelijke onthouding. Het
verminderen van alternatieve digitale middelen tijdens de interventieperiode, waarin
smartphonegebruik wordt verminderd, lijkt daarenboven het effect te versterken. Het onderzoek
hield rekening met verschillen in zelfcontrole, maar er blijft onduidelijkheid bestaan over de rol van
geslacht en leeftijd. Deze bevindingen suggereren dat interventies gericht op vermindering effectief
zijn en dat in dit geval het verminderen van alternatieve digitale middelen tijdens de
interventieperiode een versterkend effect heeft. Deze resultaten hebben belangrijke implicaties voor
het ontwerpen van strategieën om overmatig smartphonegebruik te verminderen.
, Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Smartphones zijn tegenwoordig voor veel mensen een essentieel onderdeel van het dagelijks
leven. In 2019 gebruikte 82,5% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder een smartphone om te
internetten en in 2022 verstuurde meer dan 88% van diezelfde bevolkingsgroep berichten via
Whatsapp (CBS, 2019, 2022). De toegang tot mobiel internet heeft geleid tot de ontwikkeling van
verschillende applicaties en functies voor mobiele telefoons. Naast bellen, kun je met smartphones
foto’s en video’s maken, e-mails verzenden, bankzaken regelen en het nieuws bekijken. Mensen
hebben via hun smartphone toegang tot sociale media en kunnen er spellen op spelen. Ondanks de
positieve aspecten van smartphones is er een groeiende groep gebruikers die hun eigen gebruik als
storend, ongezond, overmatig en/of problematisch ervaart (Radtke et al., 2022). Om een gezonde
balans te vinden tussen smartphonegebruik en het offline leven, zoeken sommige gebruikers naar
strategieën en hulpmiddelen om hun smartphonegebruik te minderen. Deze strategieën variëren van
het gebruik van mobiele applicaties die helpen bij het controleren van gebruik en zelfhulpboeken tot
de jaarlijkse ‘National Day of Unplugging’ en zelfs digitale detoxreizen (Radtke et al., 2022; Syvertsen,
2017).
De vraag naar initiatieven om smartphonegebruik te minderen, suggereert dat het gedrag
moeilijk te veranderen is. Dit is in lijn met de bevinding dat overmatig gebruik zichzelf lijkt te
versterken (Montag et al., 2015). Een ander, gerelateerd perspectief op overmatig
smartphonegebruik stelt dat het een vorm van gewoontegedrag is dat vrijwel automatisch en
onbewust wordt uitgevoerd (Shaw et al., 2018). Dit wordt verder ondersteund door de observatie
dat bepaalde gedragingen, zoals automatisch naar de telefoon grijpen of meldingen controleren,
deels onbewust van aard lijken te zijn (Billieux et al., 2008; Brailovskaia et al., 2023). Als
smartphonegebruik inderdaad voornamelijk gewoontegedrag is, dan ondersteunt de
wetenschappelijke literatuur indirect de stelling dat het niet gemakkelijk te veranderen is. Het is
algemeen aanvaard dat onbewuste gedragspatronen die voortkomen uit gewoonte niet eenvoudig te
doorbreken zijn (Montag et al., 2015).
Op basis van dit uitgangspunt is er onderzoek gedaan naar interventies om
smartphonegebruik aanhoudend te verminderen. Veel van deze interventies zijn gedragsgericht en
behelzen een tijdelijke onderbreking van het smartphonegebruik (Radtke et al., 2022). Hoewel
gedragsgerichte interventies over het algemeen potentie hebben om smartphonegebruik te
veranderen, is het de vraag welke interventievorm het meest effectief is (Elhai et al., 2016; Kent et
al., 2021; Radtke et al., 2022). Met name is het van belang om te onderzoeken of volledige
onthouding van smartphonegebruik ook na afloop van de interventie tot blijvende