Nederlands
Eindtoets
=
grammatica
=
spelling
Fictie
=
taalverzorging
=
, w
o o rdsoor + en
1
zelfstandig naamwoord (znw) , namen van planten dieren ,
of
dingen .
Ye
kund er een lidwoord voor Zetten .
2 lidwoord bepaald de het ondepaald :
,
:
een
Vogelijknaamwoord
het of achter het
&
Anw
zegt iets ove znw ,
kan voor en stane
↑
>
Zelfstandig werkwoord het znw
geeft de handeling aan .
Het zw kan alleen een
wwg vormen
4 hulpwerkwoord - HWW vormen samen met een ZWW of ee kWW een
gezegde .
Als er in een zin medere war staar
de de psu een hulpwerkwoord.
Skoppel werkwoord- Een KWW vormt samen met een
naamwoordelijk deel een
nug
.
Er zit maar een kWW in ,
ondere
heten , dunken , voorkomen
ww
zijn Huw .
De
belangrijkste zijn zijn worden blijven blijken lijken schijpen
: ,
, , , , , .
7 Bijwoord (bw) Een dw zegt iets bijzonders andere Woordsoort (niet znw) Ook op vulwoordjes
: .
zijn bijwoorde van ea
. voornaamwoordelijk bijwoord Cvnw twr combinatie van bijwoord eR/hieR/waaR/daaR plus voorzetsel Kan ook los
& .
,
,
.
a
de zin Heeft Noolt
van elkaar voorkomen in .
betrekking tot personen
.
De voornaamwoorder- .
vervangen een naamwoord
-
gepersoonlijk voornaamwoord (pers Vnw) geft een persoon
:
. aan
↳ ond : ↳ voorwerp
I ik I
mij , me
2
jij je, y ,
2
jou je
, ,
3
hij zijket ,
whem haurhet ,
I "I
wij ,
we Ons
2
jullie 2 jullie
3 2j ,ze 3 hun,hen
↳ bezittelijk unw- geft bezit aan
1 ons, on ze
1
mijn
2
jouw je , , un 2
jullie
haar, hun
3
zijn ,
zijn 3