Herhaling wereld
Globalisering (=mondialisering)
Globalisering is mogelijk door:
- Verbeterde transport en Informatie- en communicatietechnologie, je kan
meer en over verdere afstanden vervoeren lage transportkosten
- Het wegvallen van handelsbelemmeringen, soms voor (Afrikaanse) landen,
etc. niet, het is vaak alleen voor de sterkere landen. Dit kan soms zo zijn
omdat we de Nederlandse productie willen behouden en dat niet
(goedkoper) uit andere landen binnen willen laten.
- Snelle groei van mno’s
Interactietheorie van Ullman
- Complementariteit, het aanvullen van elkaar, een land heeft een grondstof
niet, dan gaan ze daarin handelen met een ander land die dat wel heeft
- Transporteerbaarheid, de kosten om het te vervoeren
- Geen tussenliggende mogelijkheid, de afstand tussen de landen, je gaat
vooral handelen met de landen die het dichtste bij liggen
Geld ook voor migratiestromen
Informatietechnologie =
- hangt sterk af van de sterkte van de economie.
- Afstandsverval, landen die dichter bij liggen hebben we meer contact mee,
hoe verder van de bron af hoe minder contacten we hebben
Economische globalisering:
- Productieketen opsplitsen
- Internationale arbeidsverdeling veranderd (primaire, secundaire, tertiaire
sector)
Ruimtelijke gevolgen globalisering:
- Uitschuiven
- Dorschuiven
- EPZ’s (aangewezen zones in semi-periferie (China, India)waar
internationale mno’s mogen zitten, hier zijn de voorzieningen vaak beter
geregeld voor mno’s zodat die zich hier kunnen vestigen)
- Fragmentarische modernisering, een deel van een gebied moderniseert en
een ander deel niet.
Maar niet iedereen haakt aan
Regionale ongelijkheid, sociale ongelijkheid
, Toekomst: China wordt steeds belangrijker, neokolonialisme (macht aan het
inkopen, vooral in Afrika)
Herhaling aarde
De wet van Buys Ballot
De wind waait van hoge druk naar lage druk gebieden.
Op het NH is er een afwijking naar rechts en op het ZH naar
links.
Op de evenaar ligt een lage druk gebied: er is veel neerslag
want er is veel opstijgende lucht door de verdamping (heel
warm want de zon schijnt loodrecht op de aarde en hoeft dus
maar een kleiner oppervlak te verwarmen en er kan weinig
warmte terugkaatsen), er komen wolken waaruit weer neerslag
komt (hoger in de lucht koelt het af en condenseert het),
Bij 30C zijn er hoge druk gebieden: er is weinig neerslag, door
de koude lucht is er weinig verdamping en er is dalende lucht, de lucht moet na
een tijdje weer dalen en buigt dus af naar noorderbreedte en zuiderbreedte en
wordt op deze weg kouder. De lucht wordt zwaarder en komt op 30C breedte dus
weer naar beneden.
Lage druk Hoge druk
= veel neerslag = weinig neerslag
= warm = koudere lucht
= opstijgende lucht = dalende lucht, want
koud
= lichter dan koude lucht = zwaardere lucht, daalt
De wind die van 30C op ZH naar de evenaar heet een passaat.