Liquidatie van de ‘Klusjesman’
Verklaringen voor de liquidatie op basis van de differentiële associatietheorie, de straintheorie en de
subculturele straintheorie
NAAM
Criminologie, Vrije Universiteit van Amsterdam
Theoretische Criminologie
DOCENT
DATUM
WOORDENAANTAL
, Inleiding
Op 18 januari 2018 wordt Anass el Ajjoudi, ook wel bekend als ‘Boeloeloe’, geliquideerd in de
Amsterdamse Cornelis Springerstraat (Redactie Panamora, 2018). Volgens Dun & Vugts (2018) is hij
drie tot vier keer in de borst geschoten, waarna hij ter plaatse stierf. Drie ambulances en een
traumateam konden niets meer betekenen. El Ajjoudi wordt in verband gebracht met de criminele
groep rondom Benaoef A. en Houssine A., die verwikkeld is in een gewelddadige ‘onderwereldoorlog’
met een andere criminele organisatie. Deze onderwereldoorlog had sinds 2012 al meer dan twintig
jonge Amsterdamse criminelen het leven gekost. El Ajjoudi stond allang op een dodenlijst ( Dun &
Vugts, 2018). Hij zou binnen de criminele organisatie bekendstaan als een ‘klusjesman’ die werd
ingezet om ‘problemen op te lossen’ voor onder andere Benaouf A. samen met Omar L (Redactie
Panamora, 2018).
Volgens het Ministerie van Justitie en Veiligheid (2021) komt uit ‘Pretty Good Privacy’ (PGP)
berichten naar voren dat Roderick P., Iliass K., Surailie I. en Khalid J. als leden van de criminele
organisatie bij de voorbereidingen van deze liquidatie betrokken zijn. Uit de jacht op het slachtoffer
door middel van voorverkenningen, de aanwezigheid van een vuurwapen, een vluchtauto en het
opwachten van het doelwit bij een shisha-lounge blijkt dat de criminele organisatie middels een
langdurig vooropgezet plan bezig is geweest met het zorgvuldig voorbereiden van de moord. Alle
verdachten hebben hierin een eigen rol ingenomen, maar Roderick P. kan het medeplegen van de
voorbereiding van deze moord worden verweten. Hij had direct contact met de beoogde uitvoerder en
heeft de locatie en het signalement van het doelwit doorgespeeld. Volgens het ministerie vindt het
samenwerkingsverband zijn basis in familiaire als langdurige vriendschappelijke banden, en kent het
samenwerkingsverband een duidelijke hiërarchie, structuur en rolverdeling binnen de organisatie
(Ministerie van Justitie en Veiligheid, 2021).
In dit paper zal de differentiële associatietheorie van Sutherland, de straintheorie van Merton
en de subculturele straintheorie van Cohen worden gebruikt om de criminaliteit uit deze casus te
kunnen verklaren. De onderzoeksvraag luidt: ‘In hoeverre verklaren de differentiële associatietheorie,
de straintheorie en de subculturele straintheorie, de criminaliteit in de casus?’. In de eerste paragraaf
zal worden ingegaan op de differentiële associatietheorie. In de tweede paragraaf zal de straintheorie
worden besproken. In de derde paragraaf zal worden ingegaan op de subculturele straintheorie. Tot
slot eindigt dit paper met een conclusie, gevolgd door een literatuurlijst.
Differentiële associatietheorie (Sutherland)
Edwin Hardin Sutherland verklaarde misdaad door te leren in een sociale context door middel
van interactie en communicatie (Lanier et al., 2018, p. 131). Er zijn twee basiselementen om de sociale
leertheorie van Sutherland te begrijpen. Allereerst is de inhoud van wat wordt geleerd van essentieel
belang. Dit omvat de specifieke technieken voor het plegen van misdaden, motieven, rationalisaties,
attitudes en evaluaties door anderen. Ten tweede is het proces waarin leren plaatsvindt van belang,