Hoofdstuk 1: Psychosociale modellen van gezondheid en ziekte
Dualisme: lichaam en geest zijn gescheiden (Descartes)
Dit legde de basis voor het Biomedische model: ziet ziekte als een causaal proces waarbij
verstoring in het lichaam, de normale functies verstoort
Standaard biomedisch model:
Stimulus die ziekte veroorzaakt -> fysiologische mechanismen worden beïnvloedt -> ziekte
-> behandeling -> herstel, chronische staat of de dood
Behandeling gericht op fysieke interventies om oorzaak te elimineren en lichaam te
herstellen, gedachtes spelen hierbij geen rol (zoals chemotherapie).
Kenmerken:
- Eenrichtingscausaliteit: ziekteverwekker heeft invloed op organisme zonder
terugkoppeling naar veroorzaker
- Dualisme: geen rekening houden met mogelijke samenwerking geest en lichaam bij
gezondheid patiënt
- Fysiologische benadering: ziekte speelt zich af in het lichaam
- Afwezigheid hiërarchie: de verschillednde niveaus van complexiteit werken niet
samen
Wel wat contrasten: geen rekening met invloed van gedachten, ons begrip van deze
processen is beperkt, gedachten kunnen de ziekte wel veranderen blijkt uit bewijs
Negatieve emoties kunnen de effectiviteit van behandelingen ook belemmeren, maar dit
model biedt geen handvaten om dit te benutten op een positieve manier
Lineair model
Biopyschosociaal model van ziekte en behandeling: houdt wel rekening met leerervaringen
en socioculturele omgeving
Drie belangrijke interacties:
- Psychosociale processen: de gedachten, emoties, etc beïnvloeden en worden
beïnvloedt door de sociale omgeving, deze interactie kan uitkomst ziekte
beïnvloeden
- Behandeling en omgeving: behandeling blijft gefocust op weghalen ziekteverwekker,
maar interacties tussen behandeling, persoon, omgeving, ziekte, etc worden ook
meegenomen
- Interacties: de ziekteverwekker beïnvloedt niet alleen fysiologie, maar ook
immuunrespons van de persoon kan de ziekteverwekker aanpassen (dus
wisselwerking)
Interactie ziekteverwekker en immuunsysteem laten zien hoe gedrag invloed heeft op ziekte
en behandeling, dynamische interactie en uitwisseling info over de verdediging en aard van
ziekteverwekker, uitkomst van ziekte wordt bepaald door deze interactie tussen
ziekteverwekker en immuunsysteem (gedragswisselingen)
Resultaat kan variëren adhv culturele achtergrond zoals kennis van ziekten en naar de arts
gaan of niet, net zo belangrijk als de immuunrespons bij bepalen ziekteuitslag
Het is niet lineair, maar interactief door wederkerige interacties tussen persoon behandeling
en ziekte. De traditionele scheiding van psych en lichaam vervaagd bij dit model, model
benadrukt dat gedachten sterk verbonden zijn met lichamelijke processen (einde dualisme)
VB gedachten en lichaam: placebo-effect, patiënt ervaart verbetering terwijl er niks
lichamelijks verandert maar wel de gedachten
,Belangrijke punten placebo-effect:
- Psych factoren: De werking hiervan is afhankelijk van verwachtingen patiënt,
ontwikkelen zich door leerervaringen en cultuur
- Socioculturele factoren: patiënten zullen eerder geloven o.b.v. eerdere ervaringen en
culturele normen
- Effectiviteit: kunnen leiden tot significante verbeteringen, 33-37% van patiënten
verbetert
Placebo is uitdaging voor traditionele modellen door geen fysieke benadering, ondermijnt
ook dualisme en toont aan dat psych belangrijk is
Ader & Cohen 1993: ratten die medicijn kregen dat immuunfunctie onderdrukt, en vvg later
opnieuw een totaal nutteloze oplossing kregen, ervaarden opnieuw onderdrukking
immuunfunctie ondanks dat er geen medicijn was
Verklaard door klassieke conditionering, waarbij het medicijn en de onderdrukking met
elkaar geassocieerd werden
Belangrijke punten:
- Klassieke conditionering kan lichamelijke effecten hebben, dus iemands persoonlijke
geschiedenis kan invloed hebben op toestand lichaam
- Het nutteloze medicijn functioneerde als informatieve stimulus, kreeg betekenis door
associatie met echte medicijn
Coronaire hartziekte: veroorzaakt door cholesterol plakken in bloedvatten van het hart, leidt
tot angina pectoris en hartaanvallen
Traditionele behandeling: medicijnen om cholesterol te verlagen of operaties, oorzaak is
dieet hoog in cholesterol
Biopsychosociaal perspectief: coronaire hartziekte heeft geen simpele fysieke oorzaak,
oorzaken van genetische aanleg, socioculturele factoren en persoonlijke gewoonten
veroorzaken de ziekte, naast traditionele behandeling zoals medicijnen zijn bv cognitieve
trainingen belangrijk om negatieve effecten te verminderen (zoals bv type A gedrag, waarbij
hoge stress de bloeddruk verhoogt)
Biedt dus ook inzichten voor behandelingen naast begrijpen oorzaken
Gedragsgeneeskunde: studie van invloed van socioculturele factoren en hersenprocessen
op gezondheid (specifieke gedragingen en mentale toestanden die effect hebben op
gezondheid)
Schwartz met systeemtheorie; beschrijft hoe systemen gereguleerd worden en hoe ze dit
handhaven bij verstoring
Benadrukt dat hersenen info integreren om lichaamsfuncties te reguleren
Deze controle zorgt ervoor dat hogere hersenactiviteiten lagere centra kunnen beïnvloeden
om lichaamsfuncties te veranderen
Vijf-stappen model:
- Dialoog tussen organisme en omgeving: we ontvangen informatie van de omgeving
en reageren hierop
- Integratie van informatie: geest integreert informatie van externe en interne bronnen
om organen te reguleren
- Aanpassing van lichaamsorganen: organen passen functie aan obv info die hersenen
doorsturen, om balans te houden
, - Interoceptieve informatie: hersenen gebruiken interne info om functies in het lichaam
automatisch aan te passen
- Regulatie door externe info: hersenen gebruiken externe info om lichaam te
reguleren
VB: Gebruik biofeedback om lichaamsfuncties te reguleren
Biofeedback: techniek om bewust toegang te krijgen tot onbewuste lichaamsfuncties door
bewustzijnstraining
Benadrukt belang van infoverwerking door hersenen met invloed op lichaamsfuncties, komt
overeen met biopsychosociaal model dat belang van info voor beïnvloeden lichamelijke
functies benadrukt
Hoofdstuk 2: De geschiedenis van stress
Moderne geneeskunde = bijproduct van wetenschappelijke revolutie (sterk beïnvloedt door
griekse filosofie)
Grieken zagen werkelijkheid als de fysieke wereld (waargenomen door zintuigen) en wereld
van ideeën (kennis in het hoofd)
Plato met vier niveaus van werkelijkheid: schaduwen en reflecties door zintuigen
waargenomen, echte objecten, wetenschappelijke kennis en de wereld van zuivere ideeën
Twee thema´s: gebruik menselijk verstand om natuur te begrijpen en dualistisch wereldbeeld
waarin fysieke objecten en eigenshappen als verschillend werden gezien
Descartes legde basis voor moderne wetenschap met epistemologie; onderzoekt of onze
kennis geldig is en hoe we dit verkrijgen (kennis alleen geldig die voortkomt uit observatie en
redenering)
Reductionisme: Wereld kon worden gezien als machine uit kleine objecten die samenwerken
en deze kan je ook onderzoeken
Ziel is onsterfelijk en niet-fysiek, lichaam is fysiek en sterfelijk
Lichaam wordt aangestuurt door ziel via pijnappelklier
Moeilijk om op dualistische manier invloed van geest op lichaam te begrijpen
Metafysica: fundamentele aard van de werkelijkheid
Eerste principe:
Er is 1 fundamenteel materieel niveau van werkelijkheid, alle dingen bestaan uit steeds
complexere combinaties van materie
Complex = eenvoudig + eenvoudig + eenvoudig
Alle wetenschappelijke verschijnselen kunnen met 1 fysieke taal worden beschreven
hierdoor, want er is maar 1 materie
Tweede principe (Descartes): materiële wereld vormt een onveranderlijke realiteit die niet
beïnvloedt kan worden door niet-materiële activiteiten (mentale krachten doen niks op
materiële objecten)
Causaliteit: elk verschijnsel kan worden verklaard door een fysieke oorzaak
Determinisme: uitkomsten van alle processen worden bepaald door voorafgaande oorzaken
Reductionisme: complexe verschijnselen kunnen worden begrepen door eerst de
eenvoudigere componenten te onderzoeken
Mechanisme: de regels die gebruikt worden om mechanische objecten te verklaren, zijn
toepasbaar op natuurlijke fenomenen
, Dualisme: mens bestaat uit twee verschillende entiteiten, lichaam en geest
Problemen dualisme:
Ryle met kritiek omdat: ziekten kunnen alleen als fysieke problemen worden beschouwd,
gezien het lichaam zich bevindt in de ruimte en moet houden aan mechanische wetten
Mettrie: niet eens dat materie inert en levenloos is, materie is levend en in staat tot
interactie, denken is eigenschap van materie en geen geest nodig, denken en handelen
komen voort uit de fysieke aard van wezens
Vitalisme: leer dat levende wezens worden aangedreven door een niet-fysieke levenskracht
(kracht kan niet verklaard worden door natuurwetten, kunnen niet door reductie worden
bestudeerd)
Bernard had kritiek hierop: een stoommachine kan verklaard worden door fysische wetten,
net zoals een levend wezen. Complexere organismen hebben een intern milieu waardoor ze
onafhankelijk kunnen functioneren van externe omgeving (basis stressconcepten)
Cannon bouwde voort op Bernards idee van handhaven interne stabiliteit in reactie op
veranderingen in de omgeving, introduceerde homeostase om interne balans te beschrijven,
bestudeerde hoe lichaam via zenuwen veranderingen in de interne omgeving detecteert en
erop reageert, wat de basis vormde voor autonome zenuwstelsel. Cannon erkende ook
belang van psychische factoren en invloed hiervan op lichaam, basis voor stress.
Stress: lichaam- of geestelijke spanning als gevolg van factoren die de bestaande balans
verstoren, 2 belangrijke punten; spanning (kracht die op het systeem werkt) en bedreiging
van de balans (spanning vormt een bedreiging van de normale toestand van het systeem)
Stress is een actief proces waarbij een kracht het systeem uit balans brengt, wat kan leiden
tot schade als er geen compensatie plaatsvindt om het evenwicht te herstellen
Stressor: elke bedreiging voor het behalen van onze psychbio doelen
Stressrespons: adaptieve psychobiologische reactie op een stressor
Compensatie: naast de kracht en spanning, is er ook een mechanisme voor compensatie
om schade te voorkomen
Mate van stress wordt bepaald door de omvang van de uitdaging en de capaciteit van het
systeem om dit te compenseren, als uitdaging groter is en het systeen minder in staat om te
compenseren, zal de spanning en dus de stress toenemen. Als de homeostase onder
controle is, is de gezondheid ook onder controle.
Fysieke stressoren: directe bedreigingen voor fysieke gezondheid
Psychologische stressoren: uitdagingen die voortkomen uit kennis, verwachtingen (zoals
bezorgdheid)
Selye werkte verder op het werk van Cannon, introduceerde het concept van stress om te
beschrijven hoe levenden reageren op bedreigingen voor de interne balans. Zag dat dieren
een consistent patroon van fysiologische veranderingen vertoonden zoals krimpen
immuunsysteemorganen, ontwikkeling maagzweren, etc.
Noemde deze consistente aanpassing het algemeen aanpassingssyndroom (universele
stressreactie)
Drie fasen van dit syndroom als proces:
1. Alarmfase: stressor beïnvloedt lichaam, bereidt voor om de dreiging tegen te gaan