Psychiatrie tentamen MK4
Inleiding psychopathologie
Geschiedenis
Melancholie = zwarte gal ernstige depressie mee aanduiden
In de middeleeuwen werd gekte in verband gebracht met bezetenheid door de duivel en in de
renaissance met behekst zijn.
Psychiatrische patiënten werden ondergebracht in dolhuizen met andere onmaatschappelijke vanaf
de 14e eeuw. Geen intentie tot behandeling.
Vanaf de 18e eeuw moesten deze mensen behandeld worden en heropgevoed.
Phillipe Pinel (arts) scheidde krankzinnigen van de delinquenten en nam ze op in psychiatrische
ziekenhuizen grondslag van moderne psychiatrie.
Vanaf de 19e eeuw was de dominerende visie: “geestesziekten zijn hersenziekten”. Pathologisch-
anatomisch onderzoek; door de hersen na de dood te onderzoeken (zeer vruchtbare periode). Er zijn
veel neurologische ziektes en neurologische oorzaken van gedragsstoornissen ontdekt.
Psychotherapeutische benaderingen
Infectieziektemodel een monocausaal en eenvoud-model: de enige en echte oorzaak voor een
aandoening met de daarbij behorende pathologische-anatomische aan te tonen afwijkingen in het
lichaam met de daarbij passende therapie.
Biomedische model een monocausaal model, gezocht naar de directe relatie tussen aantoonbare
hersenafwijking (infectie of bacterie) en een psychische stoornis. Bleek veel beperkingen te hebben
doordat het bij bepaalde ziektes op langer termijn tekortschoot.
Kraepelin nadruk op beschrijving beeld en beloop op langer termijn. Indelingsprincipes volgens
Kraepelin gelden nog in de moderne classificatiesystemen: DSM en ICD-10. Benadrukt het belang van
het verschil tussen aandoeningen die wel door een hersenafwijking zijn ontstaan en niet.
Freud ontwikkelde psychoanalyse; ‘klachten en symptomen berustten op onbewuste innerlijke
conflicten’. Conflicten moesten door een verborgen verhaal bewust worden gemaakt (breed
toepasbaar).
Experimentele ingrepen voor WOII
D.m.v. grove ingrepen werd geprobeerd om de hersenfunctie te beïnvloeden of te genezen.
Koortskuur Dementia paralytica patiënten kregen malaria ingespoten om koorts op te wekken.
O.a. slaapkuur, insulinecomatherapie, cardiazolshock, elektroshock en prefrontale leukotomie
bedacht. Zeer riskant, neveneffecten, blijvende schade met soms groot effect op verbetering.
Tijdens de WOII dacht men er serieus over om psychiatrische patiënten te gaan steriliseren. Er zijn
veel patiënten op grote schaal om het leven gebracht. Het onderzoek naar behandelmethodes is zeer
besmet geraakt en kreeg een slechte naam. Het heeft jaren vertraging opgelopen.
Drie invalshoeken
Biopsychosociaal-model heeft invalshoeken in biologisch, psychologisch en sociaal aspect.
Biologische invalshoek
Ontdekking van de psychofarmaca geeft een enorm impuls: antipsychotica, antidepressiva en
anxiolytica. Middelen die onrust en onhanteerbaarheid doeltreffend beïnvloeden. Daarnaast ook de
relatie tussen hersenfuncties en gestoord gedrag kunnen bestuderen.
Gedragscomponenten worden gecorreleerd met cerebrale neuronale circuits, ligt ten grondslag van
,het complexe gedrag. Diverse cognitieve activiteiten: plannen, concentreren, redeneren,
respecteren, verplaatsen in een ander, reflecteren en reacties op stress.
Psychologische invalshoek
- Psychoanalytische behandelmethode niet doeltreffend genoeg voor zware psychiatrisch patiënten.
- Cliënt centraal therapieën ontwikkelen zich zoals groeps-, gedrags- en systeemtherapie. Cognitieve
therapieën ontstaan.
- Het mindfulness concept.
- Psychotherapie is een werkzame en effectieve interventie.
- Veel onderzoek naar kind-ouder hechtingen, stoornissen hierin zijn van enorme betekenis voor het
latere leven.
Sociologische invalshoek
BOPZ van kracht om zoveel mogelijk opnames te voorkomen. Rehabilitatie, integratie en de-
institutionalisering spelen een grote rol om psychiatrische patiënten in de maatschappij te laten
functioneren. Preventieactiviteiten starten; ziekmakende factoren moeten vroeg worden ontdekt en
worden bestreden. Door wetenschappelijk onderzoek is reductie van 40% van de ziektelast mogelijk.
Volgens de systeemtheorie is de mens is een systeem; een zichzelf handhavende unieke organisatie
van allerlei processen met een karakter, dat onderscheidt het. Ander kenmerk is zijn interactie met
de omgeving, het open systeem met de buitenwereld. Door de systeemhiërarchie worden ordes
duidelijk met ieder zijn eigenschappen.
Classificatie een catalogus met officieel erkende ziektes
DSM = Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, de DSM-V is gereviseerd maar de
inhoud is gelijk gebleven aan de DSM-IV
- Beschikking over gemeenschappelijk taal, bevat recente wetenschappelijke inzichten,
gemakzuchtige criteria, behandelplannen zijn erop gemaakt en een wijze om mensen in groepen op
te delen.
- Vernieuwing van DSM, vaak meer dan 1 diagnose of een NAO-diagnose door scherpe criteria. In de
DSM-V staat een ander ordeningsprincipe.
DSM-IV-assen:
I. Stoornissen
II. Persoonlijkheidstypen
III. Somatische ziekten
IV. Omgevingsproblemen
V. psychosociaal functioneren afgelopen jaar
ICD-10 = systeem van de WHO
De twee systemen komen in hoofdlijnen goed overeen, toch wordt de DSM het meest gebruikt.
Structuurdiagnose = een samenhangend verhaal, hoe alles in elkaar zit, hierop wordt de therapie
gebaseerd. Multi-conditioneel denken, iets ontstaat door meerdere factoren. Daarnaast wordt er bij
het formuleren van een structuurdiagnose gebruik gemaakt van risicofactoren en protectieve
factoren (steun).
Om een structuurdiagnose te kunnen stellen is het stress-kwetsbaarheidsmodel nodig.
Stress-kwetsbaarheidsmodel
Het gaat ervan uit dat het menselijke gedrag kan worden gezien als een voortdurende interactie met
de buitenwereld. Er zijn uitdagingen, hindernissen en andere problemen waar iemand mee te maken
, krijgt. Er zijn bepaalde stressoren die stress kunnen veroorzaken, wat zorgt voor een
evenwichtsstoornis, d.m.v. coping of te wel ‘verweren’ voor een situatie. Soms lukt coping niet, dan
is iemand kwetsbaar, dat is het tekortschieten van draagkracht. Het evenwicht herstelt niet en er
ontstaat een ontregeling. Na een periode kan herstel komen, zo niet dan is er sprake van
decompensatie/ineenstorting.
Belangrijk kenmerk van een structuurdiagnose is dat het een hypothese is, geldigheid wordt
getoetst.
Stressfactoren
Biologisch niveau hersenziekten, somatiek, drugs, alcohol, intoxicaties en geneesmiddelen
Psychologisch niveau trauma’s, verliezen, bedreigingen, teleurstellingen en frustraties
Sociologisch niveau onverwachte opgaven en problemen, verlies van werk, vrienden of status,
‘dialy hassles’ (alledaagse irritaties).
Kwetsbaarheidsfactoren
Biologisch niveau somatische aandoeningen, genetische factoren, een confronterende omgeving
Psychologisch niveau persoonlijkheidstrekken, tekorten in de ik-sterkte (emotioneel evenwicht)
Sociologisch niveau geen sociaalsteunpunt of een zwakke sociale positie
Psychologische therapieën
Cognitieve therapie; zijn gefocust op denkbeelden corrigeren.
Leertheorie; probleemoplossend gedrag aangeleerd dat contraproductief werkt
Psychoanalyse; manier van kijken die let op het omgaan met problematisch en lastige gevoelens, er
worden afweermechanismen aangeleerd.
- Een must is een goede behandelrelatie en aandacht voor het sociale systeem van de patiënt.