Samenvatting van de literatuur (Hoofdstukken Vermogensrecht, Nieuwenhuis & Nederlands Vermogensrecht, Hijma / Olthof). Aantekeningen van de hoorcolleges en werkgroepen zijn in de samenvatting verwerkt. Inclusief overzichtelijke stappenplannen.
Begrippen
Artt. 3:1, 3:2, 3:6 BW: iedere zaak is een goed, maar niet ieder goed is een zaak
● Materiële privaatrecht: geeft inhoudelijke regels over rechten en plichten
● Formele privaatrecht: regelt wijze waarop burgers jegens elkaar rechten kunnen
handhaven met werking van rechterlijke instanties
Materiële privaatrecht bestaat uit:
- Personenrecht
- Vermogensrecht
Goederen (art. 3:1 BW) zijn:
● Zaken (art. 3:2 BW)
- Onroerende zaken (art. 3:3 lid 1 BW)
Grond + alles wat daarmee verbonden is
- Roerende zaken (art. 3:3 lid 2 BW)
De rest
● Vermogensrechten (art. 3:6 BW)
- Eigendom
- Vorderingsrechten
Vorderingsrecht = relatief recht, tussen 2 personen: schuldeiser / schuldenaar
↪ persoonlijk recht (aanspraak jegens een bepaald persoon)
Eigendom = absoluut recht, kan worden gehandhaafd jegens iedereen
↪ zakelijk recht (recht op een zaak)
Van toepassing op zakelijk recht:
→ individualiseringsprincipe (je kan niet eigenaar zijn van willekeurige fiets)
→ eenheidsbeginsel, art 5:3 BW (‘voor zover de wet niet anders bepaalt, is de eigenaar van
een zaak eigenaar van al haar bestanddelen’)
,Als eigenaar deel van zijn recht afsplitst en afstaat aan een ander (art. 3:81 BW) → beperkt
recht. Er zijn maar een beperkte hoeveelheid beperkte rechten (gesloten stelsel van
beperkte rechten):
1. Gebruiksrechten (geven beperkt gerechtigde bevoegdheden tot gebruik)
2. Zekerheidsrechten (geven rechthebbende meer zekerheid, bijv hypotheek)
Sommige beperkte rechten kunnen alleen op een zaak gevestigd worden, anderen ook op
vorderingsrechten. Beperkte rechten zijn absoluut en meestal ook zakelijk
Op 1 zaak kunnen meerdere beperkte rechten zijn gevestigd. Wanneer ze in een conflict
botsen, gaat het oudere beperkte recht voor.
Als vorderingsrechten botsen → schuldeisers worden evenredig voldaan uit de opbrengst
van het vermogen van de schuldenaar. (vorderingsrechten zijn gelijkwaardig, onafhankelijk
van wanneer ze zijn ontstaan)
Bij een faillissement blijft een beperkt recht alsnog in stand.
Vorderingsrechten kunnen in sommige gevallen absolute trekken vertonen (= kwalitatief)
(art. 6:251 BW)
Internationalisering vermogensrecht:
1. Verdragen
2. Europese richtlijnen en verordeningen
↪ bijzonderheden:
- Richtlijn heeft geen directe horizontale werking (burgers kunnen zich niet
direct jegens elkaar rechtstreeks op de richtlijn beroepen)
- Nationale rechter is gehouden tot ‘richtlijnconforme interpretatie’ (rechter
moet nationale recht zoveel mogelijk uitleggen in overeenstemming met de
richtlijn)
Op sommige plaatsen in BW wordt voor intreden van een rechtsgevolg goede trouw van
een persoon vereist: art. 3:11 BW geeft aan wanneer hier geen sprake van is:
1. Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking moet
hebben kende
2. Wanneer iemand de feiten of het recht niet kende, maar in gegeven omstandigheden
wel behoorde te kennen
, De wet onderscheidt:
1. Te goeder trouw (geobjectiveerd subjectief criterium: s want het gaat om kennis van
persoon, o want het gaat ook omdat wat hij behoorde te kennen)
2. Te kwader trouw (als bewuste persoon wist / vermoedde hoe de feiten waren of
hoe het recht was, (subjectief))
3. Niet te goeder trouw (zowel hij die weet, als hij die weet te behoren)
Verbintenissenrecht wordt beheerst door redelijkheid en billijkheid: regels van
ongeschreven recht over debiteur en crediteur.
↓
Art. 3:12 BW zegt waarmee bij het zoeken van ongeschreven recht rekening gehouden mee
moet worden:
1. Algemeen erkende rechtsbeginselen
2. De in nl levende rechtsovertuigingen
3. De maatschappelijke en persoonlijke belangen die zijn betrokken bij het geval
Rechtshandeling
Eenzijdige rechtshandeling = tot stand gebracht door 1 persoon
- Eenzijdige ongerichte rechtshandeling (geldt voordat het geadresseerde heeft
bereikt, bijv. testament)
- Eenzijdige gerichte rechtshandeling (moet ontvanger hebben bereikt om
rechtsgeldig te hebben, bijv. opzeggen huurovereenkomst)
Meerzijdige rechtshandeling = tot stand gebracht door 2 of meer personen
- Wederkerige overeenkomst (als beide partijen een verbintenis op zich neemt)
- Eenzijdige overeenkomst (1 partij heeft verbintenis(sen))
Rechtshandeling bestaat uit wil en verklaring en heeft een beoogd rechtsgevolg
Rechtshandeling komt tot stand door:
1. Art. 3:33 BW (wilsverklaring), geuit zoals in art. 3:37 lid 1 BW
↪ als wil en verklaring niet overeenkomen, kan rechtshandeling alsnog tot stand
komen door 3:35)
2. Art. 3:35 BW (vertrouwen)
Discrepantie wil en verklaring door geestelijke stoornis (art. 3:34 lid 1 BW). wederpartij kan
zich beroepen op art. 3:35 BW
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper siennahooftman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,09. Je zit daarna nergens aan vast.