De lift: het nieuwe roken
Naam:
ID:
Groep:
FHML
Bachelor GW
Maastricht University
Blok: GZW1224
Datum: 31 maart 2023
, Samenvatting
Achtergrond: Hart- en vaatziekten vormen een groot probleem in Nederland. In de toekomst
zal dit probleem alleen maar groter worden. Dit kan echter voorkomen worden door een
verandering in de leefstijl, zoals meer bewegen. Een hoge bloeddruk is een van de
risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Fysieke activiteit en dan met name aerobe training
staat in verband met het verlagen van de bloeddruk. Traplopen lijkt ook effectief en heeft als
voordeel dat het gemakkelijker in te bouwen is in het dagelijks leven. Toch is hier nog weinig
onderzoek naar gedaan. Daarnaast is het een gewoonte geworden om steeds minder de trap te
nemen in plaats van de lift. Om daadwerkelijk tot gedragsverandering te komen, is inzicht in
de motivatie van mensen om de trap te nemen nodig.
Onderzoeksvraag: Wat is het effect van het op- en aflopen van minimaal vier trappen per
dag gedurende vijftien dagen op de bloeddruk van jongvolwassenen (18-25 jaar)?
Methode: Een kwantitatief pre-post evaluatieonderzoek met een voor- en een nameting
waarbij de bloeddruk gemeten werd met een bloeddrukmeter en de motivatie met een
vragenlijst. De onderzoekspopulatie bestond uit vijf vrouwelijke studenten tussen 18 en 22
jaar oud. De deelnemers ondergingen een bewegingsinterventie waarbij zij iedere dag,
gedurende vijftien dagen, vier trappen op en vier trappen af moesten lopen.
Resultaten: De gemiddelde systolische bloeddruk tijdens de voormeting was 118 mmHg en
tijdens de nameting 113 mmHg. De gemiddelde diastolische bloeddruk tijdens de voormeting
was 71 mmHg en tijdens de nameting 69 mmHg. De motivatie om de trap te nemen aan het
begin van de interventie was vooral extrinsiek. De motivatie om de trap te nemen aan het
einde van de interventie was vooral intrinsiek.
Conclusie: Het effect van de interventie verschilde per deelnemer, maar over het algemeen is
te zien dat zowel de systolische als de diastolische bloeddruk licht gedaald zijn. Daarnaast is
de motivatie om de trap te pakken van grotendeels uit verplichting aan het begin van de
interventie, dus extrinsieke motivatie, naar grotendeels omdat het goed is voor de gezondheid
aan het einde van de interventie, dus intrinsieke motivatie, gegaan.
2
Naam:
ID:
Groep:
FHML
Bachelor GW
Maastricht University
Blok: GZW1224
Datum: 31 maart 2023
, Samenvatting
Achtergrond: Hart- en vaatziekten vormen een groot probleem in Nederland. In de toekomst
zal dit probleem alleen maar groter worden. Dit kan echter voorkomen worden door een
verandering in de leefstijl, zoals meer bewegen. Een hoge bloeddruk is een van de
risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Fysieke activiteit en dan met name aerobe training
staat in verband met het verlagen van de bloeddruk. Traplopen lijkt ook effectief en heeft als
voordeel dat het gemakkelijker in te bouwen is in het dagelijks leven. Toch is hier nog weinig
onderzoek naar gedaan. Daarnaast is het een gewoonte geworden om steeds minder de trap te
nemen in plaats van de lift. Om daadwerkelijk tot gedragsverandering te komen, is inzicht in
de motivatie van mensen om de trap te nemen nodig.
Onderzoeksvraag: Wat is het effect van het op- en aflopen van minimaal vier trappen per
dag gedurende vijftien dagen op de bloeddruk van jongvolwassenen (18-25 jaar)?
Methode: Een kwantitatief pre-post evaluatieonderzoek met een voor- en een nameting
waarbij de bloeddruk gemeten werd met een bloeddrukmeter en de motivatie met een
vragenlijst. De onderzoekspopulatie bestond uit vijf vrouwelijke studenten tussen 18 en 22
jaar oud. De deelnemers ondergingen een bewegingsinterventie waarbij zij iedere dag,
gedurende vijftien dagen, vier trappen op en vier trappen af moesten lopen.
Resultaten: De gemiddelde systolische bloeddruk tijdens de voormeting was 118 mmHg en
tijdens de nameting 113 mmHg. De gemiddelde diastolische bloeddruk tijdens de voormeting
was 71 mmHg en tijdens de nameting 69 mmHg. De motivatie om de trap te nemen aan het
begin van de interventie was vooral extrinsiek. De motivatie om de trap te nemen aan het
einde van de interventie was vooral intrinsiek.
Conclusie: Het effect van de interventie verschilde per deelnemer, maar over het algemeen is
te zien dat zowel de systolische als de diastolische bloeddruk licht gedaald zijn. Daarnaast is
de motivatie om de trap te pakken van grotendeels uit verplichting aan het begin van de
interventie, dus extrinsieke motivatie, naar grotendeels omdat het goed is voor de gezondheid
aan het einde van de interventie, dus intrinsieke motivatie, gegaan.
2
