100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Mens en Organisatie (KULAK): Korte en volledige samenvatting (Johan Maes, 2e Bachelor) €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

Mens en Organisatie (KULAK): Korte en volledige samenvatting (Johan Maes, 2e Bachelor)

2 beoordelingen
 258 keer bekeken  7 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Deze samenvatting omvat een korte maar volledige samenvatting van het vak Mens en Organisatie van zes studiepunten gegeven aan de KULAK (KU Leuven Kortrijk) in het academiejaar aan de richtingen TEW en Handelsingenieur, maar ook aan biologie, chemie, wiskunde, fysica en informatica in hun economie...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 4 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 39  pagina's

  • 30 januari 2020
  • 30 januari 2020
  • 39
  • 2019/2020
  • Samenvatting

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: bjcekbva342 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: xenavandevelde • 3 jaar geleden

avatar-seller

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 21 Oefenvragen
€2,99 0 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Wat is de definitie van organisatie? Leg elk onderdeel van de definitie kort uit zoals je die begrijpt.

Antwoord: Een organisatie is een (1) sociale entiteit die (2) doelgericht en (3) doelbewust is, met een (4) link naar de externe omgeving. Sociale entiteit betekent dat organisaties bestaan uit mensen; de mens is de basisbouwsteen van organisaties, waardoor het zich onderscheidt van andere soorten systemen. Doelgericht betekent dat organisaties bestaan voor een doel. Ze zijn gemaakt om een bepaald doel te bereiken. Doelbewust betekent dat organisaties bewust worden onderverdeeld in verschillende sets van activiteiten om het doel te bereiken. Deze activiteiten maken gebruik van de kennis en technologie die nodig is om het werk te doen. De link met de omgeving omvat interacties met klanten, leveranciers, concurrenten, de overheid en andere elementen van de externe omgeving.

2.

Een handvol bedrijven op de Fortune 500-lijst is meer dan 100 jaar oud, wat zeldzaam is. Welke organisatorische kenmerken zouden volgens jou de levensduur van 100 jaar kunnen verklaren?

Antwoord: Bedrijven die een lange levensduur behouden, moeten flexibel zijn. Dit omvat flexibiliteit met organisatiestructuren en doorlopende relaties met medewerkers en de externe omgeving. Het vermogen van organisaties om concurrerende prijzen te bieden en middelen op een innovatieve manier samen te brengen draagt bij aan het succes ervan. Scientific management heeft hierin een rol gespeeld en de Hawthorne studies hebben bijgedragen aan het inzicht dat een positieve behandeling van de werknemers bijdroeg aan hun lange levensduur met de organisatie, waardoor het personeelsverloop afnam en de knowhow onder de arbeidskrachten werd gemaximaliseerd.

3.

Wat is het verschil tussen formalisatie en specialisatie? Denk je dat een organisatie die hoog scoort op de ene dimensie ook hoog scoort op de andere? Bespreek.

Antwoord: Formalisatie heeft betrekking op de hoeveelheid schriftelijke documentatie die wordt gebruikt om de organisatie te sturen, inclusief procedures, functiebeschrijvingen en beleidshandboeken. Specialisatie heeft betrekking op de mate waarin taken zijn onderverdeeld, zodat elke medewerker slechts een beperkt aantal activiteiten uitvoert. In het algemeen worden deze kenmerken zodanig met elkaar in verband gebracht dat een organisatie de neiging heeft om hoog of laag op beide te scoren. Naarmate een organisatie groter wordt, zouden bijvoorbeeld taken meer gespecialiseerd worden. Formalisatie zou dan nodig zijn om regels en voorschriften op te stellen om specialisatie te specificeren. Een paar organisaties kunnen van deze relatie afwijken, maar doorgaans zal een organisatie die hoog scoort op het ene kenmerk, ook hoog scoren op het andere.

4.

Wat betekent contingentie? Wat zijn de implicaties van de contingentietheorie voor managers?

Antwoord: Contingentie betekent dat één ding van andere dingen afhangt, en daarom moet er een goede aansluiting zijn tussen de interne structuur en de externe omgeving van een organisatie om effectief te kunnen zijn. Er zijn geen universele principes die voor elke organisatie in elke situatie gelden. Er is niet één beste manier. Contingentie betekent dat \"het afhangt.\" Dus, managers moeten een diagnose stellen van hun unieke situatie voordat ze beslissen over de managementaanpak die ze moeten nemen.

5.

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen een organisch en een mechanistisch organisatieontwerp? Welk type organisatie zou volgens jou makkelijker te managen zijn?

Antwoord: Een mechanistisch ontwerp betekent dat de organisatie wordt gekenmerkt door machine-achtige standaardregels, procedures en een duidelijke hiërarchie van autoriteit. Organisaties zijn sterk geformaliseerd en zijn ook gecentraliseerd. Een organisch ontwerp betekent dat de organisatie veel losser, vrijer en adaptief is. Regels en voorschriften worden vaak niet opgeschreven of, indien opgeschreven, flexibel toegepast. Het is gemakkelijker om een mechanistische organisatie te managen omdat de meeste beslissingen die aan de top worden genomen, terwijl in een organisch ontwerp mensen hun eigen weg door het systeem moeten vinden om uit te vissen wat ze moeten doen. De hiërarchie van de autoriteit is losser en niet duidelijk. De beslissingsbevoegdheid is gedecentraliseerd.

6.

Wat betekent het om te zeggen dat een organisatie een open systeem is?

Antwoord: Een open systeem moet in wisselwerking staan met de omgeving om te kunnen overleven. Open systemen kunnen zich niet afsluiten zoals gesloten systemen en moeten zich voortdurend aanpassen aan de omgeving.

7.

Vroege managementtheoretici waren van mening dat organisaties moeten streven naar een logische en rationele aanpak, met een plaats voor alles en alles op zijn plaats. Bespreek de pro\'s en contra\'s van deze aanpak voor organisaties van vandaag.

Antwoord: Vroege managementtheoretici dachten in termen van machine-systeemefficiëntie. De externe omgeving was wellicht stabieler en de technologie eenvoudiger, zodat een ordelijk organisatiesysteem mogelijk was. Deze managementaanpak zal vandaag de dag niet meer werken. Organisaties moeten zich aanpassen aan de externe omgeving, omgaan met verschillen in doelen en inzet van medewerkers, overleven in een chaotische wereld en proberen om te gaan met de enorme complexiteit van sociale systemen. Managers kunnen proberen de logica, rationaliteit en efficiëntie van organisaties te verhogen, maar ze zullen geen systeem van perfecte orde bereiken, en moeten niet het gevoel hebben dat ze falen als ze dat niet kunnen.

8.

Wat is de definitie van organisatiestructuur? Staat de organisatiestructuur op het organogram? Leg uit.

Antwoord: Er zijn drie belangrijke componenten in de definitie van de organisatiestructuur: 1) het wijst formele verslagleggingsrelaties aan met inbegrip van het aantal niveaus in de hiërarchie en de span of control van managers en supervisors; 2) het identificeert de groepering van individuen in afdelingen en in de totale organisatie; 3) het omvat het ontwerp van systemen om effectieve communicatie, coördinatie en integratie van de inspanningen tussen afdelingen te verzekeren. Ja, veel structuurelementen staan op het organogram. Het organogram is de visuele weergave van een hele set van onderliggende activiteiten en processen in een organisatie. Daarnaast staan de systemen om de coördinatie te waarborgen doorgaans niet op het organogram. Coördinatie is een dynamisch proces, terwijl het organogram statisch is. Planning, verticale informatiesystemen, teams, taskforces, etc. worden gebruikt om integratie te bereiken en staan meestal niet op het organogram, hoewel horizontale stippellijnen en verticale rapportagerelaties wel de gewenste informatiestroom suggereren.

9.

Wanneer heeft een functionele structuur de voorkeur boven een divisiestructuur?

Antwoord: Het heeft de voorkeur wanneer de omgeving aanzienlijk stabiel is, en wanneer er sprake is van een dominante concurrentiekwestie op het gebied van technische specialisatie en efficiëntie. Deze structuur is het meest effectief wanneer diepgaande expertise cruciaal is voor het behalen van de organisatiedoelstellingen, wanneer de organisatie moet worden gecontroleerd en gecoördineerd via de verticale hiërarchie, en wanneer efficiëntie belangrijk is. De functionele structuur moet ook worden overwogen wanneer de organisatie klein tot middelgroot is, wanneer er slechts een paar producten zijn, en wanneer managers medewerkers mogelijkheden willen bieden voor diepgaande vaardigheidsontwikkeling binnen functies.

10.

Grote bedrijven hebben de neiging om gebruik te maken van hybride structuren. Waarom?

Antwoord: Grote bedrijven hebben de neiging om hybride structuren te gebruiken omdat het enkele van de voordelen van elk kan bieden en enkele van de nadelen kan overwinnen. Praktisch gezien combineren de meeste bedrijven kenmerken van functionele, divisies, geografische of horizontale structuren om te profiteren van de sterke punten van een bepaalde structuur, terwijl sommige zwakke punten worden vermeden. Een type hybride dat vaak wordt gebruikt, is het combineren van kenmerken van de functionele en divisiestructuren. Wanneer een organisatie bijvoorbeeld sterk groeit en verschillende producten of markten heeft, is deze georganiseerd in zelfstandige afdelingen. Functies zijn belangrijk voor elk product of markten zijn gedecentraliseerd naar de zelfstandige afdelingen. Sommige functies die relatief stabiel zijn en schaalvoordelen en diepgaande specialisatie vereisen, zijn echter gecentraliseerd op het hoofdkantoor.

Samenvatting Mens & Organisatie
Bedankt voor de aankoop van mijn samenvatting.
Deze samenvatting omvat een korte maar volledige samenvatting van het 6sp-vak Mens en Organisatie gegeven aan
de KULAK (KU Leuven Kortrijk) in het academiejaar 2019-2020. Ze behandelt het eerste hoofdstuk tot het
voorlaatste hoofdstuk, dus het hoofdstuk over “Status Quaestionis” (de laatste les) is hier niet in samengevat, maar dit
is een kort hoofdstuk en kan rechtstreeks uit de slides van Toledo geleerd worden. De samenvatting omvat de slides,
de lessen (gesproken) en het handboek. Er is een extra bijlage met duidelijke info over het Tuckman model. Figuren
komen uit de slides, het boek of zijn zelf gemaakt.
De samenvatting is volledig, alle leerstof die gekend moet zijn zit erin verwerkt, maar alles wat op een pagina staat is
belangrijk (ook de figuren). Het is een soort van “non-bullshit” samenvatting. Wie onthoudt er nu 6 voorbeelden
terwijl je er vaak maar 3 moet geven op het examen?
De samenvatting bouwt de leerstof cumulatief op, dus op wat eerder kwam, wordt later misschien teruggekeerd. Ook
gaat de samenvatting niet in heel erg detail (dat is ook onmogelijk in dat aantal pagina’s), maar het is wel volledig en
alles wat moet gekend zijn staat erin.
Voorbeeldje, een scalaire keten (hoofdstuk 2) is interessant om eens grafisch te bekijken in een organogram. Ook het
organogram van een MFOS bijvoorbeeld staat hier niet in, maar wel in de slides.
De legende die in de samenvatting gebruikt wordt is als volgt:
• nadruk op delen van de tekst
• begrippen en definities
• namen
• extra nadruk
Dit is een (subjectief) overzicht van de lengte en de moeilijkheid van de hoofdstukken uit de samenvatting:
= een halve ster
★ = een hele ster

Hoofdstuk Lengte Moeilijkheid
1. Inleidende begrippen ★✩✩✩✩ ★✩✩✩✩
2. Mechanistische ★★✩✩✩ ★★ ✩✩
organisatieprincipes
3. Organische organisatieprincipes ★★★✩✩ ★★★✩✩
4. Interorganisationele relaties ★★ ✩✩ ★★★★✩
5. Inleiding tot organisatiestructuur ★✩✩✩✩ ★✩✩✩✩
en -ontwerp
6. Organisatiestructuur en -ontwerp ★★★ ✩ ★★★✩✩
7. Internationaal organiseren ★✩✩✩✩ ★★✩✩✩
8. Controle, jobdesign en ★★★★★ ★★★★★
personeelssystemen
Lastigste hoofdstuk naar mijn mening
9. Innovatie, verandering en leren ★★★★✩ ★★★★✩
10. Groepen en teams ★★★ ✩ ★★★ ✩
11. Leiderschap ★★★✩✩ ★★★✩✩
Als de prof uit dit hoofdstuk een model
vraagt, worden de figuren gegeven.

, HOOFDSTUK 1: Inleidende begrippen
Wat is een organisatie?
Een organisatie is een entiteit met de volgende eigenschappen
• sociale entiteit: er zijn mensen bij betrokken
• doelgericht: er is een strategie en een doel waar ze naar streeft
• doelbewust: er wordt altijd geageerd met het doel voor ogen
• contingent: gerelateerd in de wisselwerking met de externe omgeving
Het gesloten systeem perspectief focust zich enkel op de organisatie intern en niet op de omgeving.
Het open systeem perspectief heeft aandacht voor de grens tussen de organisatie en haar omgeving en andere
contextuele dimensies.


Organisatieontwerp Competitief
Top Strategie voordeel
Structuur *
Processen **

De strategie bepaalt het organisatieontwerp. (Porter) Metrices / KPI’s
Het organisatieontwerp is afhankelijk van keuzes. HRM
De strategie kan beïnvloed worden door het organi-
Executie
satieontwerp. (Zlywotski) (Air Liquide)


De structuur omvat *
• taakverdeling en jobontwerp op microniveau
• afdelingen op macroniveau
De processen omvatten **
• integratie en coördinatie (H5-6)
• controlemechanismen (H8)
• innovatie, veranderen en leren (H9)
De missie van een organisatie is een beschrijving van de visie, gedeelde waarden, overtuigingen en bestaansredenen
van de organisatie.
De officiële doelen zijn de formeel weergegeven omschrijving van de doelen die een organisatie nastreeft.
De mission statement is de communicatie van de missie naar interne en externe stakeholders, belanghebbers.
De strategie is het concrete plan van aanpak om te interageren met de competitieve omgeving en om in het doel van
de organisatie te slagen.

Porters competitieve strategieën

, Dimensies van organisatieontwerp
Structurele dimensies van het organisatieontwerp omvatten
• formalisatie
• specialisatie
• hiërarchie / autoriteitsstructuur
• centralisatie
• professionalisme
• personeelsratio’s: managementratio, administratieve ratio


Contextuele dimensies zijn bijvoorbeeld
• grootte
• gebruikte technologie
• omgeving
• missie, doelen en strategie
• cultuur
• levensfase (in de populatie-ecologie)


Optimaal organisatieontwerp
Een optimaal organisatieontwerp bestaat niet. Er is altijd een portfolio aan opties.
Het organisatieontwerp is een op maat gemaakte puzzel van structuur, processen en context.

, HOOFDSTUK 2: Mechanistische organisatieprincipes
Oorsprong
De snelle industriële expansie van de 18e-19e eeuw, waarbij machines gebruik maakten van stoom en later
elektriciteit, zorgde voor een plattelandsvlucht. Er was een enorme reserve aan ongeschoolde arbeidskrachten in de
stad.
Er was een window of opportunity om mens en machine te koppelen (Adam Smith).
De inspiratie kwam van legeraanvoerder Frederik de Grote (1740-1786) die een militair apparaat
institutionaliseerde, een mechanistisch leger. Enkele principes die hij gebruikte waren
• introductie van technologie efficiëntie
• uniformen herkenbaarheid
• insignes hiërarchie
• regels discipline
Hieruit groeide de mechanistische organisatie met twee kernprincipes
• de machine als apparaat
• de mens als apparaat.
Taylor (micro) en Fayol (macro)
Management is een proces van voorspellen, plannen, organiseren, leiden, coördineren en beheersen.
Frederick Taylor wou een optimale arbeidsflow. Zijn scientific management bestond uit vijf principes op microniveau.
1. Alle organisatieverantwoordelijkheid voor de manager
2. Wetenschappelijke methoden bepalen efficiëntie en moeten als richtlijnen gelden
3. Selecteer de beste man op de juiste plaats
4. Train de arbeider op efficiëntie
5. Controleer en stuur de prestaties
De Bentham Steel Co. heeft de voordelen van Taylors managementprincipes ondervonden.


Henri Fayol bepaalde de volgende principes op macroniveau.
• eenheid van bevel één en slechts één baas
• scalaire keten communicatie- en beslissingskanaal: top-down
• span of control (6 à 7) aantal personen onder rechtstreeks bevel van manager
• gelijkheid, billijkheid, rechtvaardigheid iedereen gelijk voor de regels


Basisaspecten van de mechanistische organisatie
Het functionele mechanisme is het uitvoerende aspect dat het SSS-systeem definieert. SSS staat voor
• specialisatie ~ Taylor
• simplificatie
• standaardisatie ~ Taylor
Het sociaal mechanisme is het sociale aspect en omvat de autoriteitsstructuur van Fayol en het onpersoonlijke
legalisme: het individu is van geen tel bij het verplicht volgen van de regels.
De sterke punten
• massaproductie met hoge efficiëntie en precisie
• nuttig gebruik van ongeschoolden
• ontwikkeling van specialismen en specialisten
• vermindert onrechtvaardigheid (in vergelijking met het ambachtelijke systeem toen)
Henry Ford kon de tijd van 12,5 uur/auto verminderen naar 1,5 uur/auto door toepassing van de lopende band.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pieterp1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 76449 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99  7x  verkocht
  • (2)
  Kopen