De Gezonde Mens: Anatomie en Fysiologie - Tandprothetiek Leerjaar
2024-2025
Gemaakt door: Stefan Tijssen
Opleiding: Tandprothetiek
Cursus: Blok A
Naam Cursus: De Gezonde Mens (GZM)
Leerjaar: 2024-2025
Welkom bij het naslagwerk van de cursus GZM. Hierin staan zo veel mogelijk
gemaakte opdrachten en notities over de cursus. Alle rechten van afbeeldingen en
dergelijke literatuur zijn niet van mij en gaan naar de originele auteur. De tekst van
vragen en antwoorden is geheel eigenhandig geschreven.
Let op! Het kan zijn dat bepaalde onderdelen niet zijn gemaakt of zijn overgeslagen.
Dit is gemaakt binnen het tijdsbestek van 10 weken. Gebruik het als naslagwerk
tijdens het studeren. Veel succes met leren!
Anatomie en fysiologie - een inleiding (Martini en Bartholomew) hoofdstuk 1.1
t/m 1.4, 1.8
-
Inzichtvragen H1: 1 t/m 6, 15 t/m 17:
-
1.1 De gemeenschappelijke functies van alle levende wezens zijn:
Reactievermogen, groei, voortplanting, beweging en stofwisseling.
inzichtvraag 1; Op welke wijze zijn vitale functies zoals groei, reactievermogen,
voortplanting en beweging afhankelijk van de stofwisseling?
Onder stofwisseling worden alle chemische reacties in het lichaam verstaan.
Organismen zijn afhankelijk van complexe chemische reacties om de energie te
leveren die nodig is voor het reactievermogen, groei, voortplanting en beweging.
-
1.2 Anatomie is de studie van de structuur en fysiologie is de studie van de
functie.
inzichtvraag 2; Beschrijf de nauwe relatie tussen de anatomie en fysiologie.
De 2 vakgebieden hebben sterk verband met elkaar. Uit anatomische informatie
komen aanwijzingen naar voren over mogelijke functies; fysiologische mechanismen
kunnen vaak worden verklaard op basis van de achterliggende anatomie.
,inzichtvraag 3; Zou een histoloog eerder als een specialist op het gebied van de
microscopische of de macroscopische anatomie worden beschouwd? Waarom?
Microscopisch specialist, want bij histologie wordt een breder perspectief gehanteerd
en worden weefsels onderzocht, groepen gespecialiseerde cellen en celproducten
die samenwerken bij het uitvoeren van specifieke functies.
-
1.3 De verschillende organisatieniveaus: Van eenvoudige atomen en
moleculen tot een volledig organisme.
inzichtvraag 4; Noem de belangrijkste organisatieniveaus van het menselijk lichaam,
vanaf het eenvoudigste tot aan het meest complexe niveau.
- Het chemisch niveau,
- Het celniveau,
- Het weefselniveau,
- Orgaanniveau,
- Orgaanstelsel niveau,
- organisme niveau.
-
1.4 Het menselijk lichaam bestaat uit elf orgaanstelsels.
inzichtvraag 5; Uit hoeveel orgaanstelsels is het lichaam opgebouwd? Geef de
namen van deze orgaanstelsels en noem hun belangrijkste functies.
1. de huid
- Beschermt het lichaam tegen gevaar buitenaf en reguleert
lichaamstemperatuur
2. beenderstelsel
- Biedt ondersteuning, bescherming weefsels en is opslagplaats voor
mineralen en vormt bloedcellen
3. het spierstelsel
- Maakt beweging mogelijk, zorgt voor stevigheid en produceert warmte
4. het zenuwstelsel
- Maakt onmiddelijk reactie op prikkels mogelijk, meestal door het
coördineren van de activiteiten van andere orgaanstelsels.
5. het endocriene stelsel
- Reguleert langdurige veranderingen in de activiteit van andere
orgaanstelsels.
6. het cardiovasculaire stelsel
- Transporteert cellen en opgeloste stoffen, evenals voedingsstoffen,
afvalstoffen en gassen.
7. het lymfestelsel
, - verdedigt tegen infecties en ziekten en zorgt voor terugkeer
weefselvocht naar de bloedsomloop
8. Het ademhalingsstelsel
- Transporteert lucht naar plaatsen waar gaswisseling plaatsvindt tussen
de buitenlucht en het circulerende bloed, en produceert geluid.
9. Het spijsverteringsstelsel
- Verwerkt voedsel, neemt voedingsstoffen op en verwijdert afvalstoffen.
10. Het urinaire stelsel
- Verwijderd overtollig water, zouten en afvalstoffen.
11. Het mannelijk voortplantingsstelsel
- Produceert geslachtscellen en hormonen.
12. Het vrouwelijk voortplantingsstelsel
- Produceert geslachtscellen en hormonen, ondersteunt embryonale en
foetale ontwikkeling van bevruchting tot geboorte
inzichtvraag 6; Welk orgaanstelsel reguleert de langetermijnveranderingen in de
activiteit van andere orgaanstelsels en omvat de hypofyse.
Het endocriene stelsel.
-
1.8 Lichaamsholten beschermen inwendige organen en dankzij deze holten
kunnen de organen van vorm veranderen.
inzichtvraag 15; Beschrijf twee belangrijke functies van de lichaamsholten.
Functies:
1. Ze beschermen kwetsbare organen tegen schokken van buitenaf en tegen de
schokken die optreden wanneer we lopen, springen of rennen.
2. Ze maken het mogelijk dat de inwendige organen aanzienlijk van omvang en
vorm kunnen veranderen.
inzichtvraag 16; Beschrijf de onderverdeling van de ventrale lichaamsholte.
De ventrale lichaamsholte is via het gespierde diafragma onder te verdelen in een
bovenste borstholte en een onderste buik- en bekkenholte.
inzichtvraag 17; Welke lichaamsholte wordt geopend wanneer een chirurg juist
onder het diafragma een insnijding maakt?
De buik- en bekkenholte
De gezonde mens; opdrachten les 1 [6/9/2024]
, 1. Geef een zo goed mogelijke beschrijving van de term fysiologie
Fysiologie is de studie van het functioneren van de anatomische structuren.
2. Geef een zo volledig mogelijke beschrijving van de term anatomie
Anatomie (opensnijden), is de studie van inwendige en uitwendige structuren
en de fysieke relaties tussen lichaamsdelen.
3. Wat is het verschil tussen de anatomie en de fysiologie?
De anatomie houdt zich bezig met het bestuderen van de bouw van het
menselijk lichaam. Onder fysiologie verstaan we de wetenschap van de
verrichtingen van het menselijk lichaam en de functies van de verschillende
onderdelen. (bron; Anatomie en fysiologie | mijn-bsl).
4. Welke verschillende orgaansystemen onderscheiden we binnen de mens?
De elf orgaanstelsels zijn;
1. De huid
2. Het beenderstelsel
3. Het spierstelsel
4. Het zenuwstelsel
5. Het endocriene stelsel
6. Het cardiovasculaire stelsel
7. Het lymfestelsel
8. Het ademhalingsstelsel
9. Het spijsverteringsstelsel
10. Het urinaire stelsel
11. Het voortplantingstelsel