HC 1
Wat is het recht?
- Recht gaat over goed en kwaad, in de ethische morele zin van het woord (net als
moraal?)
- Moraal is een verzameling van normen die goed en kwaad betreffen
- Rechtsnormen zijn een deelverzameling van morele normen
- Rechtsnormen zijn dus morele normen, maar niet alle morele normen zijn
rechtsnormen
- Vb. van morele norm die geen rechtsnorm is: die van de beleefdheid (wel een
belangrijke norm, maar kan niet juridisch afgedwongen worden, je hebt geen
grondrecht voor beleefdheid)
- Moreel indifferente: dingen die er moreel niks toe doen. Vb. kopje koffie drinken, is
geen moreel oordeel aan verbonden (moraal of recht worden niet toegepast)
Drie soorten handelingen: moreel/immoreel, juridisch geoorloofd/juridisch niet-
geoorloofd, moreel indifferent
Waarom zijn bepaalde morele normen rechtsnormen?
Wat legitimeert dit verschil? Dit wordt gelegitimeerd door de gedachte dat sommige morele
normen zo belangrijk zijn, dat we de afdwinging en waarborging daarvan niet kunnen
overlaten aan het vrije spel der maatschappelijke krachten, maar dat we de kracht en macht
van de staat daarbij willen betrekken om die normen te waarborgen/handhaven/afdwingen.
Definitie van het recht
Het recht omvat de morele normen die zo belangrijk worden gevonden, dat men van mening
is dat de staat ze moet waarborgen met juridische sancties (desnoods met geweld)
Als je dus een morele norm die geen juridische norm is, overtreedt, dan kunnen er als nog
sancties zijn. Het sanctieapparaat van de staat treedt dan niet in werking, maar het zijn
sociale sancties.
Vb. als iemand onbeleefd is tegen je, kan je als sanctie toepassen niet meer met diegene om
te gaan.
Vb. uitlachen, iemand overtreed een morele norm en wordt uitgelachen
Vb. iemand bekritiseren, wanneer je een morele norm overtreedt
Aard en natuur van het recht
Recht en moraal veranderen
Hieruit rijst de vraag: zijn moraal en recht wel iets vastigs, iets echts? Bestaan goed en kwaad
überhaupt in de substantiële zin van het woord?
Of zijn geldende recht en moraal nooit meer dan vooroordeel, bijgeloof en willekeur?
,Of zijn er toch ook beginselen van goed en kwaad, juridisch morele beginselen, die
onveranderlijk en absoluut zijn, die wel die vastheid hebben.
Die gevonden worden in de werkelijkheid, en niet puur willekeurig worden
vastgesteld.
Als recht en moraal willekeur zijn, dan zouden docenten bijv ipv tentamens na te kijken, ze
van de trap af gooien en op welke traptree ze belanden zou dan bepalen wat je cijfer is.
Natuurrecht vs. Rechtspositivisme (moreel absolutisme vs. Moreel relativisme)
Fundamentele beginselen voor ons recht en moraal
Ze zijn zo vanzelfsprekend dat we er vaak niet eens vanuit gaan
= Beginselen van gelijkheid en democratie
Vb. We zijn tegen racisme, discriminatie, seksisme, homofobie. Want dit gaat over ongelijk
behandelen (gelijkheid)
Het studieboek wat we moeten lezen gaat over democratie en gelijkheid
Waarom zo’n oud boek? Nieuw is binnen het recht niet perse beter.
Vooruitgang bestaat alleen in natuurwetenschap en de techniek. Op alle andere terreinen
bestaat dit niet (vb. literatuur, filosofie en recht)
Boek van Alexis de Tocqueville
- In zijn familie was niet gelijkheid het grondbeginsel, maar hiërarchie. En niet
democratie maar aristocratie
- Hij komt uit een heel traditionele familie
- Hij wordt geboren tijdens Franse Revolutie (wier grondbeginselen zijn gelijkheid en
democratie)
- Hij begrijpt beide werelden dus beter, omdat hij van familie het een hoort en via
politiek het andere.
- Hij gaat naar Amerika ‘om de toekomst te leren kennen’: Democratie is in zijn ogen
de toekomst
Tussen informatie
Neolithische revolutie: mens verruild zijn eenvoudige bestaan als jager en verzamelaar in
voor een sedeter bestaan (dus met vaste verblijfplaats) als boer.
- Hierdoor ontstaat maatschappelijke hiërarchie. Luxe wordt mogelijk. Grote
arbeidsverdeling, en er komt een leger, er komen belastingen, er komt een schrift, er
komt literatuur, er komt georganiseerde religie.
- De complexe beschavingen ontstaan
Er zijn twee traditionele samenlevingen:
1. Samenleving jagers en verzamelaars (eenvoudig) voor neolithische revolutie
2. Complexe samenlevingen (met staat, uitgebreide hiërarchie, standen etc)
, Terugkomend op variabiliteit: de tweede is afgelopen vijfduizend jaar de dominante type
samenleving geweest. Ondanks de variabiliteit van rechtsstelsels en moralen etc, lijken al
deze traditionele complexe samenlevingen toch sterk op elkaar, ook in recht en moraal. Zij
vormen het algemeen menselijk patroon (amp).
Vervolgens ontstaat er een nieuwe vorm van samenleving, die totaal afwijkt van de
traditionele samenlevingen. Er ontstaat een moderne democratische samenleving gebaseerd
op het beginsel van gelijkheid.
Dit ontstaat in het Westen, de rest van de wereld blijft nog lang traditioneel
Troqueville geeft een vergelijking van beide samenlevingen, en van dus ook het westen vs de
rest van de wereld.
Democratie heeft in zijn ogen de toekomst, maar heeft ook aantal zeer
problematische kanten. Hij analyseert dit, om de moderne samenleving in goede
banen te leiden, zodat ze niet ontaard in een of andere vorm van tirannie.