Aantekeningen college inleiding in de
psychologie h1 – h7
Wat is psychologie?
studie van de geest
Psyche = geest
Logos = studie
Welke vakgebieden ken je?
Schoolpsycholoog, docent psycholoog, arbeidspsycholoog,
ontwikkelingspsycholoog, sport en prestatiepsycholoog, gezondheidspsychologen
Psychologie als wetenschap
Descartes (grondlegger psychologie) onderscheid gemaakt van lichaam en geest
Pseudopsychologie = niet wetenschappelijk.
Onderscheid psychiater en psycholoog
Psychiater mag medicijnen voorschrijven, is een arts.
Psychologen mogen dit niet
Kritisch denken
• Wat is de bron?
• Is de bewering extreem?
• Wat is het bewijsmateriaal?
• Kan de conclusie beïnvloed zijn door bias?
Confirmation bias; vooroordeel en het word al bevestigd
Emotionele bias; op basis van emotionele gevoel/emoties, geneigd om het te
geloven
• Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
• Zijn er voor het oplossen verschillende invalshoeken nodig?
Een empirisch onderzoek is een onderzoek waarbij je kennis opdoet door het
verzamelen van gegevens uit de praktijk, meestal door middel van experimenten,
observaties of enquêtes. In plaats van alleen maar theorieën te gebruiken, bekijk je
wat er echt gebeurt in de wereld en trek je op basis daarvan conclusies.
Empirisch onderzoek
Stap 1: een hypothese ontwikkelen
Stap 2: objectieve data verzamelen
Stap 3: data analyseren
Stap 4: de resultaten publiceren en laten bekritiseren
Onderzoekstypen
experimenten; experimentele groep en controle groep
correlatie-onderzoek; verband tussen twee zaken
survey-onderzoek; vragenlijst
natuurlijke observatie; observeren
gevalstudie; onderzoek bij één persoon of kleine groep mensen
,Onderzoeksbegrippen
Controlegroepen en experimentele groepen
Afhankelijke en onafhankelijke variabele
Randomisering en placebo’s
Significante resultaten (opvallend verschil) en replicatie (onderzoek kan op dezelfde
manier nog een keer worden uitgevoerd)
6 psychologische perspectieven
biologisch perspectief; lichaam kan apart van de geest worden bestudeerd
cognitief perspectief; ingaan op het denken
behavioristisch perspectief; gedrag
perspectieven vanuit de gehele persoon; hele omgeving in kaart brengen
ontwikkelingsperspectief; mensen veranderen als gevolg van een interactie
tussen erfelijke eigenschappen en de omgeving
sociocultureel perspectief; de omgeving van iemand, voorbeeld; met wat voor
vrienden gaat iemand om en wordt die daardoor heel erg beïnvloed
Biologisch perspectief
Persoonlijkheid, voorkeuren, gedragspatronen ontstaan door lichamelijke
eigenschappen
Neurowetenschap: werking van de genen, hersenen, het zenuwstelsel en/of de
hormonen
Evolutionaire psychologie; gedrag is de uitkomst van genetische aanpassingen
(Darwins natuurlijke selectie)
Cognitief perspectief
De één is nou een andere denker dan de ander
Mensen verlenen op een actieve manier betekenis aan zichzelf en hun omgeving
Cognitie opnemen, opslaan en gebruiken van informatie
Mentale processen zoals: leren, geheugen, perceptie, en denken
Introspectie, functionalisme, structuralisme, gestaltpsychologie, moderne cognitie,
neurowetenschap
Behavioristisch perspectief
Geen innerlijke processen, maar waarneembaar gedrag – blackbox
Wat mensen en dieren aan gedrag vertonen is gebaseerd op leerervaringen
(stimulus – respons)
De omgeving bepaalt het gedrag
Watson en Skinner (operant conditioneren)
Vanuit de hele persoon: psychodynamisch
Sigmond Freud (1856 – 1939)
Nadruk op onbewuste beweegredenen: onbewuste verdrongen conflicten in
bewustzijn brengen
Droominterpretatie
Kritiek, maar ook heel actueel
Vanuit de hele persoon: humanisme
, Ontstaan als kritiek op de psychoanalyse en op het behaviorisme
Gericht op vrije wil groei en zelfactualisme
Zelfbeeld is bepalend voor gedrag
Abraham Maslow behoeftehiërarchie (piramide)
Rogers: empathie en onvoorwaardelijke acceptatie en echtheid
Het ontwikkelingsperspectief
Psychologische verandering is het gevolg van een interactie tussen erfelijke
eigenschappen en de omgeving.
Nature (aangeboren) of nurture (aangeleerd) ?
Voorbeeld IQ is allebei
Sociocultureel perspectief
Kijkt heel erg naar de omgeving van mensen
Leefomgeving, met wat voor mensen ga je om etc.
H2
Genen en evolutie
- Welke gedragingen kunnen beïnvloed zijn door de evolutie?
Jagersinstinct (eten), hoogtevrees, beschermend gedrag tegenover kleine
kinderen, blauw voedsel (gerelateerd aan gif),
- Darwins natuurlijke selectie; aandacht voor sterke genetische eigenschappen
- Basis voor genetica
Genen zijn erfelijk en zijn gecodeerd voor bepaalde eigenschappen
Genotype; genen pakket
Fenotype; wat we zien
Genen en gedrag
- 1 genoom
- 23 paar chromosomen
- DNA
- Genen
- Per cel/genoom
- 1 paar geslachtschromosomen
X altijd van moeder, X of Y van vader; vader bepaalt het geslacht
- 22 paar autosomen
Invloed op mentale stoornissen:
geen single gene disorders
Altijd interactie met de omgeving:
GEN – OMGEVING interactie
succes van Messi (vb) zitten aan de twee kanten; moet in genen zitten maar ook
met de omgeving getriggerd worden, noemen we Gen – omgeving interactie
We weten steeds meer over genetica: