Inhoud: (totaal 20 bladzijdes)
1. De Nota’s………………………………………………….. p 1
2. Het conceptueel kader…………………..…………. p 4
3. Hoorcolleges…………………………………………….. p 6
4. Extra literatuur…………………………………………. P 12
5. Werkcolleges……………………………………………. P 13
6. Het boek (alleen hoofdstuk 1)………………….. p 14
De Nota’s over de ruimtelijke ordening
De reden voor de nota’s over de ruimtelijke ordening;
Na de Tweede Wereldoorlog was de productiestructuur van Nederland erg beschadigd. Met name
fabrieken en infrastructuur kregen te maken met de gevolgen hiervan.
Bovendien waren veel woningen van bewoners in Nederland beschadigd geraakt en ontstond
er een woningnood. Daarnaast vertrokken mensen van het platteland weer terug naar de stad toe.
Door de komst van mechanisatie en schaalvergroting op de landbouw waren er minder
arbeidskrachten nodig, met als gevolg dat arbeidskrachten van het platteland naar de steden in het
westen verhuisden (richting de Randstad en andere gebieden in het westen).
Tot slot kwam de Nederlandse economie erg goed op gang, het westen van Nederland werd
economisch florerend met als gevolg de ontwikkeling van Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Er
moest nagedacht worden hoe men de woningnood, productiestructuur en de inrichting van
Nederland ging aanpakken.
Nota inzake de Ruimtelijke Ordening van Nederland:
1960
-> Meer groei in de stad, dat komt door de toestroom van het westen en de leegloop van het
oosten. De term ‘Randstad’ ontstaat en de introductie van het Groene Hart. Het Groene Hart is er
voor het behouden van de landbouw en bufferzones.
-> De versnelling van de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO)
Doelstelling: stedelijke ontwikkeling en ruimtelijke plannen waarborgen, en het behouden en creëren
van duurzame steden. Het stimuleren van de infrastructuur en het werken in de periferie in het
noorden en oosten van Nederland.
Tweede nota over de ruimtelijke ordening:
1966
1
, -> De aanleiding voor de Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening was de snelle economische
groei en de snelle bevolkingsgroei, ook wel de zogeheten ‘baby-boom’ van 1946-1955, de oorzaak
hiervoor was de Tweede Wereldoorlog waarbij familieplanning werd uitgesteld.
-> Functionele stedelijke regio’s, deze ontstonden om zo wonen, werken en recreëren in één
gebied dicht bij elkaar te krijgen. Er ontstonden dichte netwerken van snelwegen. Steden werden
dichter bij elkaar gebracht, het werd een gebundelde deconcentratie en er ontstonden zogeheten
overloop kernen of groeikernen.
-> Stedelijke milieudifferentiatie
-> De samenleving is niet zo maakbaar als men dacht, er ontbrak een uitvoeringsbeleid.
-> Tot slot dreigden de steden hun draagvlak te verliezen aangezien er suburbanisatie plaatsvond
bij de hoge- en middeninkomens.
Doelstelling: het beperken van stedelijke groei door in de buurt van grote steden groeikernen aan te
wijzen.
Derde nota over de ruimtelijke ordening:
1973-1977
-> Deze nota is voornamelijk een aanvulling op al het gezegde in de tweede nota over de
ruimtelijke ordening.
~ Deze nota bestaat uit drie delen:
De Oriënteringsnota
-> Deze nota is een wettelijke inkadering dat bestaat uit de belangrijkste concepten en ideeën uit
de Tweede nota over de ruimtelijke ordening.
De Verstedelijkingsnota:
-> De Verstedelijksingsnota was een financieel raamwerk/ plan voor de gebundelde
deconcentratie, ook wel genoemd een plan voor de groeikernen.
De Nota Landelijke Gebieden:
-> Deze nota gaat om het voeren van ruimtelijk beleid in niet-stedelijke gebieden. Er werd bij deze
nota gekeken naar de bestaansmogelijkheden van de agrarische sector.
-> Het invoeren van openbaar vervoer en parkeerbeleid
-> Verdichting van de stad in de jaren 60 met als gevolg suburbanisatie in de jaren 70.
-> Door de oliecrisis in de jaren 70 kwam er een grote werkloosheid, door de oorlog die gevoerd
werd in het Midden-Oosten (de Jom Kippoeroorlog). De olieprijs werd flink verhoogd en het aanbod
flink verlaagd waardoor in veel Westerse landen de prijs voor olie flink steeg. OPEC-landen (Arabische
olieproducent-landen) kregen door deze prijsstijging een enorme economische stijging, daarentegen
kreeg het Westen te maken met een economische neergang. Hierdoor ontstond er ,als gevolg van de
oliecrisis, een grote werkloosheid.
2
, -> Bovendien ontstond er een verschuiving van toelatingsplanologie naar een
uitnodigingsplanologie. Een uitnodigingsplanologie houdt in dat de overheid meer het plan overlaat
aan de markt in plaats van dat de overheid zelf een blauwdruk maakt voor het plan, slechts enkele
kaders worden er gedeeld waar gemeenten zelf bijvoorbeeld aan moeten houden.
-> Opkomst van milieubewustzijn, meer groen en parken nodig
-> De zonering van het landelijk gebied, er ontstaan Structuurschetsen van Stedelijke Gebieden
-> Er wordt gebouwd binnen in de bestaande stedelijke gebieden ook wel de compacte stad.
Doelstelling: bouwen aan een binnenstedelijk bestaand Nederland, compacte stad.
Vierde nota op de ruimtelijke ordening:
1988-1997
-> De overheid geeft voor het eerst op een duidelijke manier aan welke veranderingen en
ontwikkelingen er plaats moeten vinden.
-> Het ontstaan van Vinex-wijken, VINEX-wijken waren uitleglocaties die moesten aangeven waar
woningbouw moest komen, met als gevolg het ontstaan van de compacte stad.
De Vierde Nota Extra, ook wel bekend als de VINEX-nota
-> De VINEX-nota was erg duidelijk en er werd concreet uitgelegd wat waar moest komen.
Vierde Nota Actualisatie, ook wel bekend als de VINAC-nota
-> De VINAC-nota was de uiteindelijke actualisatie van het plan. Het was een actualisatie van de
ruimtelijke ingrepen die geformuleerd waren in de VINEX-nota.
-> Het remmen van de economische groei wat leidt dat er meer focus was op kwaliteit in plaats
van kwantiteit
-> Er werd gelet op duurzaamheid
-> Koersenbeleid (groene koers, blauwe koers, bruine koers en gele koers)
Begrippen:
Vinex-wijken: Dit waren de uitleglocaties die moesten aangeven waar nieuwe woningbouw
zou moeten komen
Groeistad: Een groeistad is een centraal gelegen stad die buiten de Randstad ligt en bedrijven
en mensen moet aantrekken om zich daar te vestigen
Compacte stad: Bouwen binnen bestaand stedelijk gebied
Functionele stedelijke gebieden: Regio’s/ gebieden waar wonen, werken en recreatie binnen
één gebied plaatsvindt
3