Oefentoets NCOI 2024/2025
HBO Programma Bedrijfskunde en Management
45 lastige open oefenvragen met antwoorden
Gemaakt door onze studiegroep, ongeveer de helft kwam ook op het echte tentamen.
Boeken:
Operations Management Nigel Slack, Alistair Brandon-Jones, en Robert Johnston
Human Resource Management Gary Dessler
Principles of Marketing Philip Kotler
Strategic Management: Concepts and Cases door Fred R. David
BEMA/24I
,Introductie Oefentoets NCOI Opleiding HBO Programma Bedrijfskunde en Management (2024/2025)
Welkom bij de oefentoets voor de NCOI Opleiding HBO Programma Bedrijfskunde en Management. Deze
toets is ontworpen om je voor te bereiden op de echte toets die aan het einde van je opleiding zal
plaatsvinden. De opleiding duurt 12 maanden en biedt je een solide basis in de belangrijkste aspecten van
bedrijfskunde en management, waarmee je wordt voorbereid op een carrière in de bedrijfswereld. Het
schooljaar 2024/2025 biedt een actueel en dynamisch programma, waarbij de nadruk ligt op zowel
theoretische kennis als praktische vaardigheden die je in de praktijk kunt toepassen.
In deze oefentoets zul je 45 open vragen vinden, die de belangrijkste onderwerpen en kernbegrippen van de
opleiding behandelen. Deze vragen zijn zorgvuldig geselecteerd om je te helpen begrijpen welke kennis
essentieel is en hoe je deze kennis in de praktijk kunt brengen. De belangrijkste kernbegrippen die tijdens de
opleiding aan bod komen, zijn onder andere:
1. Strategisch management – Het vermogen om strategische beslissingen te nemen die de lange-termijnvisie
en het succes van een organisatie bepalen.
2. Organisatiegedrag – Het bestuderen van de interactie tussen medewerkers binnen een organisatie en hoe dit
van invloed is op prestaties en cultuur.
3. Financieel management – Het beheren van de financiële gezondheid van een organisatie, inclusief
budgettering, boekhouding en het begrijpen van financiële rapportages.
4. Marketing en sales – Het ontwikkelen van effectieve marketingstrategieën en het begrijpen van
consumentengedrag om de verkoop te stimuleren.
5. Leiderschap en besluitvorming – Het ontwikkelen van leiderschapsvaardigheden en het begrijpen van hoe
beslissingen in organisaties worden genomen.
6. Projectmanagement – Het plannen, uitvoeren en beheersen van projecten om ze succesvol af te ronden
binnen de gestelde tijd en budget.
Bij de echte toets zijn er duidelijke regels en richtlijnen die je moet volgen:
Wat wel toegestaan is:
- Je mag aantekeningen maken tijdens de voorbereiding voor de toets.
- Gebruik van goedgekeurde hulpmiddelen zoals rekenmachines of online bronnen (indien specifiek
toegestaan door je docent).
- Het antwoord geven op de open vragen op basis van je opgedane kennis, zoals tijdens de opleiding
behandeld.
Wat niet toegestaan is:
- Het gebruik van onofficiële bronnen zoals boeken, internet, of andere documenten die niet door de
onderwijsinstelling zijn goedgekeurd.
- Samenwerken met medestudenten tijdens de toets. Alle antwoorden moeten individueel en op basis van je
eigen kennis worden gegeven.
- Het gebruik van elektronische apparaten zoals smartphones of andere communicatiemiddelen tijdens de
toets, tenzij expliciet anders vermeld.
Deze oefentoets is bedoeld om je voor te bereiden op de echte toets en om je vertrouwen te geven in de
kennis die je hebt opgedaan. Door goed te oefenen, kun je jezelf goed voorbereiden op de toets en slagen
voor je opleiding. Succes!
BEMA/24I
, 1. Vraag: Wat wordt er bedoeld met strategisch management en hoe verschilt het van
operationeel management?
Antwoord: Strategisch management richt zich op de lange termijn en de grotere koers van
de organisatie, inclusief het formuleren van missie, visie en strategische doelen. Het is gericht
op het behalen van concurrentievoordeel op lange termijn. Operationeel management
daarentegen betreft de dagelijkse activiteiten en processen die nodig zijn om de strategische
doelstellingen te realiseren.
2. Vraag: Leg de verschillende managementniveaus binnen een organisatie uit.
Antwoord: Er zijn drie primaire managementniveaus: strategisch (topmanagement, zoals de
CEO en directie), tactisch (middenmanagement, zoals afdelingshoofden), en operationeel
(lager management, zoals teamleiders). Elk niveau richt zich op verschillende taken, van het
ontwikkelen van beleid tot het aansteken van dagelijkse werkzaamheden.
3. Vraag: Hoe kan een bedrijf de interne en externe omgeving analyseren met behulp van de
SWOT-analyse?
Antwoord: De SWOT-analyse is een hulpmiddel om de sterktes (S) en zwaktes (W) binnen
de interne organisatie te beoordelen, evenals de kansen (O) en bedreigingen (T) vanuit de
externe omgeving. Dit helpt bedrijven bij het formuleren van strategieën door in te spelen op
hun sterke punten en kansen, en door bedreigingen en zwaktes te mitigeren.
4. Vraag: Wat is het verschil tussen leiderschap en management?
Antwoord: Leiderschap is gericht op het inspireren en motiveren van mensen om
gezamenlijke doelen te bereiken, terwijl management zich meer richt op het organiseren,
plannen en controleren van middelen en processen om de doelstellingen te behalen.
Leiderschap heeft een meer visionaire focus, terwijl management operatief van aard is.
5. Vraag: Wat zijn de belangrijkste elementen van een organisatiestructuur en hoe
beïnvloeden deze de bedrijfsvoering?
Antwoord: De belangrijkste elementen van een organisatiestructuur zijn de hiërarchie, de
taakverdeling, de communicatiekanalen en de besluitvormingsprocessen. Deze elementen
beïnvloeden de bedrijfsvoering door de efficiëntie van de bedrijfsprocessen, de communicatie
en de verantwoordelijkheid te bepalen.
6. Vraag: Hoe kan bedrijfscultuur de prestaties van een organisatie beïnvloeden?
BEMA/24I