(Tentamen behaald met een 9,0). Dit document bevat een uitgebreide samenvatting voor HBO-Rechten studenten voor het vak burgerlijk recht 1 (verbintenissen begrepen, geschreven door I. Timmer en G. Paffen). Deze samenvatting bevat relevante wetsartikelen en concrete voorbeelden.
Samenvatting
Burgerlijk Recht
“Verbintenissen begrepen”
I. Timmer en G. Paffen
Zevende druk
Anniek Ent HBO-Rechten NHL Stenden Hogeschool te Leeuwarden maart 2020
,Hoofdstuk 1.
Wat is de plaats van het verbintenissenrecht?
§ Het privaatrecht wordt onderverdeeld in vermogensrecht en personenrecht.
§ In het personenrecht wordt onderscheid gemaakt tussen personen- en familierecht en
het rechtspersonenrecht.
§ In het vermogensrecht wordt onderscheid gemaakt tussen het goederenrecht en het
verbintenissenrecht.
§ Het verbintenissenrecht is dus onderdeel van het privaatrecht
- Rechtsverhouding tussen (rechts)personen onderling.
- Rechtsverhouding van burgers en zijn vermogen.
Verbintenissenrecht
Het verbintenissenrecht is het rechtsgebied dat het ontstaan, de inhoud en het beëindigen
van de verbintenissen regelt. Het biedt oplossingen in situaties waarin partijen bij een
overeenkomst een verschil van mening hebben.
Verbintenis
Een verbintenis is een vermogensrechtelijke relatie tussen twee of meer partijen, waarbij de
ene partij verplicht is tot een prestatie, waarop de andere partij recht op heeft.
§ Het gaat om een prestatie die op geld waardeerbaar is.
§ De ene partij heeft recht op een prestatie, waar de andere partij toe verplicht is.
Begrippen:
De belangrijkste begrippen in het verbintenissenrecht zijn: prestatie, prestaties,
rechtssubjecten, schuldeiser en schuldenaar. Deze begrippen moet je uit je hoofd kennen om
het verbintenissenrecht te begrijpen.
1. Prestaties:
Prestaties zijn verplichtingen die zijn ontstaan.
2. De prestatie:
De prestatie is het object van de verbintenis. Het bestaat uit een doen of nalaten.
§ Prestaties om iets te doen bestaan uit een betaling van een geldsom, levering van een
goed of het verrichten van een dienst.
§ Prestaties om iets te nalaten worden bijv. in een concurrentiebeding weergeven.
3. Rechtssubjecten:
Rechtssubjecten zijn de dragers van de rechten en plichten.
4. Schuldeiser (crediteur):
Een schuldeiser is de partij die recht heeft op de prestatie.
5. Schuldenaar (debiteur):
Een schuldenaar is de partij die de prestatie moet verrichten.
,Hoe ontstaan verbintenissen
1. Vanuit de overeenkomst (bijv. een koopovereenkomst of arbeidsovereenkomst).
2. Vanuit de wet (bijv. een onrechtmatige daad).
1. Verbintenis vanuit de overeenkomst
§ Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Uit een aanbod en
aanvaarding blijkt dat partijen willen dat er een verbintenis ontstaat.
§ Uit het aanbod en aanvaarding moet blijken dat er sprake is van
wilsovereenstemming. De wil van de partijen zijn gericht op het ontstaan van een
rechtsgevolg.
§ Er ontstaan twee verbintenissen.
§ Gevolg nakomen verbintenis: de verbintenis gaat teniet. Dit betekent dat de partijen
aan zijn of haar verplichtingen heeft gedaan. De verbintenis is nagekomen en om deze
reden houdt de verbintenis op te bestaan.
Voorbeeld ontstaan twee verbintenissen:
Je bent verplicht het geleende geld terug te betalen aan de bank. De bank heeft recht op
terugbetaling. Maar daarentegen heeft de bank de plicht om het geld aan jou te lenen en heb
jij hier recht op.
2. Verbintenis vanuit de wet
§ Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW).
- De verbintenis ontstaat direct uit de wet door een feitelijke handeling.
- Er ontstaat maar één verbintenis.
- De pleger van de onrechtmatige daad is wettelijk aansprakelijk.
Hoe ontstaat een onrechtmatige daad?
Een onrechtmatige daad is een verbintenis die direct uit de wet ontstaat door een feitelijke
handeling. De feitelijke handeling bestaat vaak uit het toebrengen van schade. Wanneer een
persoon onrechtmatig schade aan een ander persoon/goed toebrengt, kan er vanuit de wet
een verbintenis ontstaan die bestaat uit het vergoeden van schade.
§ Rechtmatige daad.
- Onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW).
Je betaalt aan iemand zonder rechtsgrond. Bijv. een verkeerde overboeking.
Diegene die het geld heeft ontvangen is verplicht dit terug te storten.
- Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212 BW).
Als iemand zonder geldige reden wordt ‘verrijkt’ ten koste van een ander en
hier geen grond voor was.
- Zaakwaarneming (art. 6:198 BW).
Het behartigen van een anders belang op goede gronden. Bijv. als je op
vakantie bent en het raam van je huis waait kapot, dan kan je buurman het
raam repareren en verhalen op jou.
, Beginselen van het privaatrecht
1. Contractsvrijheid.
Partijen kunnen de inhoud en werking van de overeenkomst zelf regelen, wijzigen of
beëindigen, zolang dit niet in strijdt is met de wet.
2. Pacta sunt servanda.
Overeenkomsten moeten worden nagekomen.
3. Vormvrijheid.
Er geldt geen speciale vorm waarin rechtshandelingen verricht moeten worden, tenzij
de wet anders bepaald.
- Dwingend recht:
Partijen mogen hier niet van afwijken.
- Regelend recht (aanvullend recht):
Partijen mogen hiervan afwijken. Spreken ze niks af, dan geldt de regels van
het aanvullend recht.
4. De redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 BW).
Partijen zijn verplicht zich naar elkaar redelijk en billijk te gedragen.
- Redelijk verwijst naar verstand.
- Billijk verwijst naar rechtsgevoel.
- Aanvullende werking: als een situatie onduidelijk is omdat partijen niks hebben
afgesproken en de wet geen aanvullende bepalingen geeft.
- De rechter bepaalt wat redelijk en billijk is, hij kijkt naar wat in de maatschappij
als gebruikelijk en fatsoenlijk wordt beschouwd.
- Derogerende werking: als er een situatie voordoet die onredelijk uitpakt, dan
kan de redelijkheid en billijkheid de gevolgen van een overeenkomst beperken
of wijzigen à in extreme situaties.
5. Bijzonder gaat voor algemeen.
Als er twee rechtsregels van toepassing zijn, dan gaat de bijzondere regel voor de
algemene regel.
Materieel en formeel recht
§ Het materieel recht gaat over de inhoud; de rechten en plichten die iemand heeft.
§ Het formeel recht gaat over de procedure waarmee iemand zijn recht kan
verwezenlijken.
§ Het verbintenissenrecht is het materieelrecht in het privaatrecht.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnniekEnt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,29. Je zit daarna nergens aan vast.