Overall toets huidtherapie
GHU-2.BOHU2C-14
Elektrische epilatie
Blend- of diathermie-methode 2 t/m 5
Acne behandeling 6 t/m 10
Camouflage therapie 11 t/m 12
Littekenbehandeling 13 t/m 20
Wondbehandeling 21 t/m 26
Lymfetape 27 t/m 29
Zwachtelen 30 t/m 33
Been/voet/tenen & arm/hand/vingers
TEK 34 t/m 37
Been & arm/handschoen
MLD 38 t/m 60
+ grepen per lichaamsdeel
1
, Diathermie en blend
Theorie ontharen:
Het gehele lichaam bevat haargroei, met uitzondering van de slijmvliezen, handpalmen en
voetzolen. Op het lichaam komen verschillende soorten haren voor:
1. Languno haar haarontwikkeling bij ongeboren baby, ontstaat vanaf de 9e week in
de embryonale ontwikkeling. Uniek patroon aanwezig. Fijn, ongepigmenteerd
donshaar. Valt na de geboorte weg.
2. Intermediair haar haren die na de geboorte op de locaties ontstaan waar
normaliter terminaal haar zit, denk aan wimpers en wenkbrauwen. Ontstaan vanuit
languno haar. Deze benaming word niet altijd gebruikt.
3. Vellus haar ongepigmenteerd donshaar op het gehele lichaam, blijft na de
geboorte aanwezig, volgt functie van languno haar op.
4. Terminaal haar standaard aanwezige zichtbare haren. Dikker van structuur met
pigment. Denk aan hoofdhaar en wenkbrauwen. Ontstaan tijdens de puberteit ook op
meerdere plekken vanuit vellus haar, denk aan schaamhaar en borsthaar.
Groeifases van de haar:
1. Anageen groeien en ontwikkelen van de haar. Als je de haar verwijderd zie je een
zwart bolletje aan het uiteinde. Dit proces kan wel 2-6 jaar duren.
2. Katogeen overgangsfase van de haargroei, de haarwortel komt los van de matrix.
Als je de haar verwijderd zie je een wit sliertje aan het einde van de haar. De
overgangsfase duurt gemiddeld 14 dagen.
3. Telogeen rustfase voor de haarfollikel. De haar word uitgestoten, men kan een wit
bolletje waarnemen bij het uittrekken van
de haar. Rusten kan 3 tot 4 maanden
aanhouden
Anatomie van de haar:
Scapus = haarschacht
Radix pili = haarwortel
Bulbus = haarbol / haarfollikel
Papil = haarpapil, bloedvaatjes en
zenuwuiteinde aanwezig
Matrix = groeibodem voor de haar,
onderin de papil aanwezig.
Arrector pili = spiertje verbonden aan de
haar zelf, aanwezig samen met
talgkliertje. Zorgt voor omhoog trekken
van haar, kippenvel effect.
Aandoeningen betreft overbeharing
Hypertrichose overmatige haargroei op niet seksuele lichaamsdelen.
Hirsutisme mannelijke terminale haargroei bij vrouwen. Denk aan een baard of
borsthaar. Kan zowel idiopatisch, iatrogeen als hormonaal ontstaan.
PCOS polycysteus ovarium syndroom. Cystegroei op de eierstokken waardoor er
hormonale problemen kunnen optreden. Denk aan: hirsutisme, amenorroe,
menstruatiestoornissen, overgewicht, acne, vruchtbaarheidsproblematiek. In ernstige
gevallen kan er virilisatie optreden, de vrouw begint mannelijke (uiterlijke) trekjes te
vertonen zoals bijvoorbeeld stemverlaging.
Elektriciteit
2
, Moleculen zijn groter als atomen. Het atoom heeft een nog kleinere atoomkern.
Elektronen = de negatief geladen deeltjes om de atoomkern heen
1. Negatieve lading = te veel aan elektronen
2. Positieve lading = te kort aan elektronen
3. Elektrisch neutraal = evenwicht in positieve en negatieve elektronen
Ionen zijn elektrische onderdelen die werkzaam zijn in water.
Ladingsdragers Mate van positieve of negatieve lading
Kathode (elektron) -
Anode (elektron) +
Kationen (ion) +
Anionen (ion) -
2 soorten elektriciteit:
1. Statische elektriciteit lading kan zich niet verplaatsen.
2. Dynamische elektriciteit lading veranderd van locatie en hierdoor zal het energie
level veranderen.
a. Gelijkstroom = DC (= tekentje) = directed current. Elektronen bewegen in
dezelfde richting van de + naar de – pool. Denk bijvoorbeeld aan een batterij.
b. Wisselstroom = AC (golvend tekentje) = alterned current. Elektronen gaan
heen en weer en verder alle kanten op. Denk bijvoorbeeld aan een
stopcontact. Deze wisselstroom kan in lagere en hogere frequenties ingezet
worden als behandeling.
Lage frequentie = 0-1000 hertz
Middelmatige frequentie = 1000-100.000 hertz
Hoge frequentie = boven de 100.00 hertz
Elektrische epilatie
Diathermie Blend
Pijnpunt = tussen de 5,5 en de 8,0 Pijnpunt = tussen de 5,5 en de 8,0
Reactietijd = je trekt altijd 0,2 van het Reactietijd = je trekt altijd 0,2 van het
pijnpunt af vanwege de reactietijd. pijnpunt af vanwege de reactietijd.
Werkpunt = tussen de 3-5 seconden Werkpunt = tussen de 6-20 seconden
Ampère berekenen = moet tussen de 0,30-
0,80 zijn.
Haareenheid : werkpunt : 10 =
Loogvorming = 2 seconden laten gaan
Kataforese = instellen op 0,30. Minimaal 3
minuten nabehandelen
K-naalden Haareenheid / haardikte
K1 – K2 – K3 – K4 – K5 – K6 30 – 40 – 50 – 60 – 70 – 80
Indicaties
3