Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Naam:
Studentnummer
:
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0422)
Examinatoren: Dr. Ron Pat-El en Dr. Natascha de Hoog
Inleverdatum: 13 oktober 2024
,Abstract
Smartphones zijn voor veel mensen een essentieel onderdeel van het dagelijks leven.
Ondanks de positieve aspecten is er een groeiende groep gebruikers die het eigen gebruik als
problematisch ervaart. Het huidige onderzoek is ingegaan op vragen die zijn ontstaan tijdens eerdere
experimenten gericht op sweet-spot interventies (Brailovskaia et al., 2023).
Dit onderzoek onderzocht de effectiviteit van verschillende interventievormen op de
vermindering van het smartphonegebruik : tijdelijke vermindering van het smartphonegebruik en
tijdelijke onthouding van het smartphonegebruik ten opzichte van het normaal blijven
gebruiken van de smartphone. Hierbij is er ook gekeken naar de invloed van het gebruik van
alternatieve digitale apparatuur. De verwachting was dat een tijdelijke vermindering van
smartphonegebruik effectiever is dan een tijdelijke onthouding en dat het gebruik van
alternatieve digitale apparatuur een verzwakkend effect heeft op beide interventies.
Om dit te onderzoeken is er gebruik gemaakt van een volledig gerandomiseerd pre-test-
posttest design waarbij de condities zijn onderzocht in de natuurlijke omgeving van de deelnemers.
De 540 deelnemers werden verdeeld over 3x2 condities. Het aantal ontgrendelingen van de
smartphone werd voor, tijdens en na de manipulatie gemeten doormiddel van SDU Device Tracker.
Voorafgaand aan de manipulatie is de Brief Self-Control Scale (Tagney et al., 2024) ingevuld en de
statistische analyse is uitgevoerd met het analyseprogramma Jamovi.
De resultaten wezen uit dat de verminderingsinterventie van het smartphonegebruik
effectiever is dan de onthoudingsinterventie en dit effect significant wordt vergroot wanneer
alternatieve digitale apparatuur wordt onthouden.
De inzichten van dit onderzoek kunnen worden gebruikt om gerichter sweet-spot
interventies te ontwikkelen, waarmee het psychische en fysieke welbevinden van problematische
smartphonegebruikers kan worden verbeterd.
, Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Smartphones zijn tegenwoordig voor veel mensen een essentieel onderdeel van het dagelijks
leven. In 2019 gebruikte 82,5% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder een smartphone om te
internetten en in 2022 verstuurde meer dan 88% van diezelfde bevolkingsgroep berichten via
Whatsapp (CBS, 2019, 2022). De toegang tot mobiel internet heeft geleid tot de ontwikkeling van
verschillende applicaties en functies voor mobiele telefoons. Naast bellen, kun je met smartphones
foto’s en video’s maken, e-mails verzenden, bankzaken regelen en het nieuws bekijken. Mensen
hebben via hun smartphone toegang tot sociale media en kunnen er spellen op spelen. Ondanks de
positieve aspecten van smartphones is er een groeiende groep gebruikers die hun eigen gebruik als
storend, ongezond, overmatig en/of problematisch ervaart (Radtke et al., 2022). Om een gezonde
balans te vinden tussen smartphonegebruik en het offline leven, zoeken sommige gebruikers naar
strategieën en hulpmiddelen om hun smartphonegebruik te minderen. Deze strategieën variëren van
het gebruik van mobiele applicaties die helpen bij het controleren van gebruik en zelfhulpboeken tot
de jaarlijkse ‘National Day of Unplugging’ en zelfs digitale detoxreizen (Radtke et al., 2022; Syvertsen,
2017).
De vraag naar initiatieven om smartphonegebruik te minderen, suggereert dat het gedrag
moeilijk te veranderen is. Dit is in lijn met de bevinding dat overmatig gebruik zichzelf lijkt te
versterken (Montag et al., 2015). Een ander, gerelateerd perspectief op overmatig
smartphonegebruik stelt dat het een vorm van gewoontegedrag is dat vrijwel automatisch en
onbewust wordt uitgevoerd (Shaw et al., 2018). Dit wordt verder ondersteund door de observatie
dat bepaalde gedragingen, zoals automatisch naar de telefoon grijpen of meldingen controleren,
deels onbewust van aard lijken te zijn (Billieux et al., 2008; Brailovskaia et al., 2023). Als
smartphonegebruik inderdaad voornamelijk gewoontegedrag is, dan ondersteunt de
wetenschappelijke literatuur indirect de stelling dat het niet gemakkelijk te veranderen is. Het is
algemeen aanvaard dat onbewuste gedragspatronen die voortkomen uit gewoonte niet eenvoudig te
doorbreken zijn (Montag et al., 2015).
Op basis van dit uitgangspunt is er onderzoek gedaan naar interventies om
smartphonegebruik aanhoudend te verminderen. Veel van deze interventies zijn gedragsgericht en
behelzen een tijdelijke onderbreking van het smartphonegebruik (Radtke et al., 2022). Hoewel
gedragsgerichte interventies over het algemeen potentie hebben om smartphonegebruik te
veranderen, is het de vraag welke interventievorm het meest effectief is (Elhai et al., 2016; Kent et
al., 2021; Radtke et al., 2022). Met name is het van belang om te onderzoeken of volledige
onthouding van smartphonegebruik ook na afloop van de interventie tot blijvende