Personen familie en relatievermogensrecht (B001670A)
Instelling
Universiteit Gent (UGent)
Boek
Handboek Belgisch Personen-, familie- en relatievermogensrecht (ed. 2023)
Een samenvatting van alle lessen en de cursus Personen-, familie- en relatievermogensrecht. Gewerkt met het boek, de slides en de lessen. Volledig voorbereid voor het openboek examen.
Vanaf ik extra materiaal maak (schema's enz, zal ik dat erbij uploaden!!)
Geen inhoudstafel, die volgt wel nog m...
Personen familie en relatievermogensrecht (B001670A)
Alle documenten voor dit vak (23)
2
beoordelingen
Door: lottedekoets • 1 week geleden
Door: driesdehaene • 1 week geleden
Echt wat nodig had!!! Ziet er goed uit
Verkoper
Volgen
Goedestudent1
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
INLEIDING
Noodzakelijk: de nieuwste editie van het handboek in softcover
G. Verschelden, Handboek Belgisch Personen-, familie- en relatievermogensrecht, Brugge, die Keure, 2023, 2
volumes, 1168 p.
• Volume 1. Verticale familiale relaties, XXXVII + 602 p.
• Volume 2. Horizontale familiale relaties, XXIX + 566 p.
Te verkrijgen via de VRG.
Noodzakelijk: een actuele editie van oud BW en BW + Ger.W., niet geannoteerd (opmerkelijk hoewel open
boek, opletten dus)
2u15 tijd voor examen
Periodegebonden evaluatie (100%) met schriftelijk examen Openboekexamen: alle materiaal is toegelaten
• casussen afstamming en vereffening / verdeling wettelijk huwelijksvermogensstelsel
• + open vragen (al dan niet casusgericht)
• U moet (snel) kunnen werken met wetgeving, rechtspraak en doctrine (terug te vinden in het
handboek)
• Stelt toepassingsgerichte vragen -> exact de juiste arrest aanhalen met datum
Afstammingsrecht = juridische afstamming bevestigen en betwisten
Algemene afstamming Bloedverwantschap
= de relatie tussen de persoon die verwekt en degene die verwekt wordt
Bijzondere afstamming Ouderschap
= de directe verwantschapsband tussen ouder en kind, wat leidt tot het concept
ouderschap
Biologische versus juridische afstamming -> Biologische afstamming kan niet steeds juridische worden
vastgesteld!
Bv. Je bent door vaderschapsregel ouder van een kind uit een affaire van jouw vrouw, je merkt dit pas laat op en
tegen dan is er al een sociale band -> biologische vader kan het vaderschap moeilijk nog betwisten.
1
,Kind wordt geboren uit ongehuwde vrouw, dan kan het voorkomen dat de man (de verwekker) niet zijn
verantwoordelijkheid neemt. Resultaat: kind wordt geboren en heeft enkel een eenzijdige juridische
afstammingsband.
- Soms mag de erkenning zelfs niet: bv. Je verwekt kind bij je zus (bloedschennis)1
Discrepantie tussen juridisch en biologisch -> veel gestelde casus op examen
1.1.2 GRONDSLAGEN VOOR JURIDISCHE AFSTAMMING
Er zijn verschillende grondslagen voor de juridische afstamming.
Dit is de grondslag waar men in eerste instantie naar zal kijken
1. Bloedband
= biologisch ouderschap
= bezit van staat
2. Sociaal gedrag Als sociaal gedrag t.a.v. juridische ouder è geen afstamming mogelijk om te eisen van
biologische ouder.
= sociaal ouderschap
Wanneer je de wil had om ouder te worden
3. Wil of intentie
= intentioneel ouderschap
Juridisch ouderschap = Ouderschap dat naar recht is vastgesteld (kan op basis van elke grondslag gebeuren)
De laatste jaren is het “Belang van het kind” erbij gekomen, dit is niet echt een grondslag, maar eerder een
criterium dat correctief gebruikt wordt om voorrang te geven aan één van de grondslagen. (Geen
rechtszekerheid, veel beoordelingsbevoegdheid voor rechter)
Sociaal gedrag voorbeeld: je ontdekt na 16 jaar dat je dochter niet jouw biologische dochter is. De vader wil het
kind niet meer zien. Er wordt een vordering ingesteld door moeder -> conflict tussen bloedband en sociaal
gedrag: in strijd met wet omdat hij zich sociaal heeft gedragen, maar ook in strijd met wet want er is bedrog in
het spel en hij heeft geen bloedband volgens grondwettelijk hof. (super moeilijke zaken: elke feitelijke
constellatie is anders)
1.1.3 AFSTAMMING VERSUS ADOPTIE
Is wel relatief: biologische afstamming is ook socio-affectief maar heeft ook een bloedband. Er is gewoon en
andere grondslag.
Afstamming Declaratief = bevestigt iets Ex tunc: werkt retroactief tot en met verwekking
wat altijd heeft bestaan kind
Adoptie (socio- Constitutief = vestigt iets Ex nun: Werkt retroactief tot en met de start
affectief)2 nieuws wat voordien niet adoptieprocedure (art 349-1 oud BW)
heeft bestaan
Belangrijk declaratieve werking voor erfenis!
1.1.3.1 GEVOLGEN AFSTAMMING
1
Halfbroers en halfzussen is een speciale situatie die afwijkt van de codex, zie later
2
Bij adoptie is er geen sprake van een biologische afstamming, mag zelfs niet
2
,Er wordt zo gevochten over afstemming, omdat men de gevolgen beoogt.
De gevolgen:
1. Familienaam (Minder relevant door nieuwe wetgeving, zie later)
2. Erfrecht
3. Alimentatie
4. Huwelijkbeletsels
5. Ouderlijk gezag: geen ouderlijk gezag zonder afstammingsband3
1.1.4 AFSTAMMINGSRECHT RAAKT INTEGRAAL DE OPENBARE ORDE
Alle gevolgen beginnen uit het afstammingsrecht, daarom zo belangrijk en wordt dit nu als eerste behandeld.
Regels uit het afstammingsrecht zijn belangrijk, kan niet van afgeweken worden.
Waarom? Cruciaal belang voor ordening van de maatschappij.
- betreft de staat v/d persoon in de familie (status familiae)
Bv. Je spreekt af van geen afstammingsvordering in te stellen om alimentatie te vermijden -> absoluut nietig
Bv. Minnaar is biologische vader van het kind, maar echtgenoot is juridische vader door vaderschapsregels ->
moet via rechtbank geregeld worden, mag niet via contract
Bv. draagmoederschapscontract in strijd met de inhoud v/d artikelen 312-333 oud BW = nietig
• Biologische moeder mag geen juridische moeder zijn => is absoluut nietig in België op dit moment
(anonieme bevalling in buitenland wordt nu vaak gedaan OF adoptie)
o Bevestigd door HvC
1.1.5 BLOEDVERWANTEN
Art 4.11, § 1 BW. “De erfopvolging is in rechte lijn wanneer ze plaatsvindt tussen personen die van elkaar
afstammen. Men onderscheidt in die lijn de rechte neerdalende lijn en de rechte opgaande lijn. De eerste
verbindt de stamouder met de personen die van hem afstammen; de laatste verbindt een persoon met degenen
van wie hij afstamt.”
Art 4.11, § 2 BW. “De erfopvolging is in de zijlijn, wanneer ze plaats vindt tussen personen die niet van elkaar,
maar van een gemene stamouder afstammen. Broers en zussen en hun afstammelingen worden ook de nauwe
zijverwanten genoemd. De overige verwanten in de zijlijn worden de gewone zijverwanten genoemd.”
Bloedverwanten Stammen rechtstreeks van elkaar af (bv uw vader, grootvader, overgrootvader)
in rechte lijn
Verwanten in erfrecht wanneer met bloedverwanten bedoeld (omdat het niet steeds
genetisch is) -> creëert onzekerheid, laat je niet misleiden!
Onderscheid ascendenten en descendenten
Bloedverwanten Worden ook collateralen genoemd.
in zijlijn Hebben een gemeenschappelijk stamouder (bv uw broer/zus, neef, nicht, tante, oom)
3
Stiefouder heeft geen ouderlijk gezag. Dit wil men veranderen naar een systeem zoals in Nederland waarbij
gezag gecreëerd wordt na bepaalde tijd.
3
, - Broers/zussen en hun afstammelingen: nauwe zijverwanten4
- Overige: gewone zijverwanten
BESTAAT ER EEN RECHT OM ZIJN BLOEDVERWANTEN TE KENNEN?
Het recht op afstammingsinformatie is in België niet consistent gewaarborgd:
Gerd denkt dat deze anonimiteit op de schop gaat gaan, maar momenteel is dat nog niet zo.
Donorkinderen Verbod tot vaststelling afstamming bij donor
- gametendonatie is principieel anoniem
- embryodonatie is absoluut anoniem
- art 57 eerste lid MBV-wet
Adoptiekinderen Sinds 2005
- regel dat de autoriteiten recht moeten garanderen dat kinderen de identiteit
van hun oorspronkelijke vader of moeder moeten kunnen achterhalen
- vanaf 12 jaar na schriftelijk verzoek art 368-6 oud BW
- < 18 jaar: verplichte professionele begeleiding, anders facultatief
Let op: inzagerecht is verschillend naargelang het al dan niet om interlandelijke adoptie
gaat.
Vlaams Afstammingscentrum voor iedereen met afstammingsvragen (1 januari 2020) + DNA-databank waarin
iedereen z’n DNA kan achterlaten. Hier wordt door de overheid dan gekeken of er DNA gematcht kan worden.
Georganiseerd door de Vlaamse Overheid, maar beperkt door die anonimiteit van de spermadonor.
- Er is onder de professoren familierecht wel een eensgezinde verwachting dat er een soort niet-
afstammingsverklarende herkommingsvordering zou moeten kunnen worden ingesteld. Dit wordt
momenteel al gegrond verklaard op basis van rechtspraak, maar er is geen wettelijke basis voor.
o Situatie: ik vorder via de familierechtbank een DNA-onderzoek om te weten of die bepaalde
man mijn vader is, maar dit enkel en alleen om dat te weten -> niet juridische vader
1.1.6 AANVERWANTEN
Aanverwanten is enkel en alleen gebaseerd op huwelijk. Dus twee mogelijkheden:
1. De bloedverwanten van de echtgenoot (bv uw schoonbroer, schoonmoeder…)
2. De echtgenoten van de bloedverwanten (bv uw schoonzoon, schoonbroer…)
Let op: dit is enkel bij het huwelijk, niet bij wettelijke samenwoning
Let op: aanverwantschap bestaat niet bij de bloedverwanten van een aanverwant. Het gaat maar 1 graad ver.
(bv dochter van jouw stiefmoeder is geen aanverwant, halfbroer wel)
Let op: aanverwantschap blijft bestaan na echtscheiding (ontbinding huwelijk), MAAR niet na vernietiging.
Betekenisvervaging v/d begrippen “stiefouder” en “stiefkind”. Wordt te veel gebruikt.
- Stiefouder = huwelijksrelatie
4
Verwarrend. Voor je tante (zus van je ouder) ben je een nauwe zijverwant, maar je tante is tov van jou een
gewone zijverwant.
4
, - Plusouder = geen huwelijksrelatie
GEVOLGEN: Geen gevolgen op vlak van erfrecht en ouderlijk gezag, wel beperkte gevolgen op vlak van
onderhoudsplicht en huwelijksbeletsels.
1.1.7 SYSTEEM VAN DE GRADEN
Bloedverwantschap is op basis van afstamming, aanverwanten op basis van huwelijk.
Bloedverwanten Elke generatie wordt een graad genoemd 4.11 bw (zie infra)
- Rechte lijn: zoveel graden als generaties
- Zijlijn: het aantal generaties opklimmend naar de gemeenschappelijk
voorouder, en dan het aantal generaties afdalend naar de andere
bloedverwant.
Aanverwanten Zelfde systeem, maar geen graad voor het huwelijk dat de aanverwantschap deed
ontstaan.
Binnen dezelfde orde zijn het de mensen met de nauwste band die zullen erven
Graden = generaties, stappen van het ene familielid naar het andere. Per generatie telt men een graad.
Voorbeeld: ouders 1ste graad en rechte lijn. Broers en zussen, 2de graad en zijlijn. OPM: je gaat eerst naar de
gemeenschappelijke voorouder.
KK1 en KK3 zijn bloedverwanten want ze hebben gemeenschappelijke stamouder -> in vierde graad KK1 en Y
zijn aanverwanten want die is aangetrouwd -> in derde graad
1.1.8 AFSTAMMINGS-EN ERFRECHT EN EVRM
MARCKX ARREST
13 juni 1979: België veroordeeld door EHRM omdat onze afstammingswetgeving het EVRM schond.
Verhaal: Paula Marckx had een dochter met een man die niet haar echtgenoot was (BOM-moeder avant la
lettre). Ze wist dus niet (heeft ze tegen Gerd gezegd) wie de vader was.
Situatie toen: Paula moest haar eigen dochter erkennen en adopteren om haar dezelfde rechten te
geven als een wettig kind, en dan nog had dat kind nog niet volledig dezelfde rechten. Zeer nadelige
situatie voor buitenhuwelijkse kinderen.
5
,Geschonden artikelen:
1. Art 8 EVRM: bescherming gezinsleven (in hoofde van moeder en kind)
a. ratio: moeder moest kind erkennen om moederschap te doen blijken
2. Art 14 EVRM: algemeen discriminatieverbod m.b.t. het genot van een recht of een vrijheid
opgenomen in het verdrag
a. ratio: geen enkele objectieve of redelijke rechtvaardigingsgrond voor de verschillende
behandeling m.b.t. de regeling van de moederlijke afstamming, naargelang deze wettig of
natuurlijk was.
Gevolgen: heeft nog geduurd tot 1987 tot er een uniform systeem kwam.
Moeder: eigendomsrecht geschonden -> kon niet ten voordele van haar dochter beschikken “om niet”.
Dochter: beperkt in haar bevoegdheid om goederen van haar moeder te verkrijgen + afwezigheid van een
erfrechtelijke roeping ten opzichte van haar naaste bloedverwanten langs moederszijde.
VERMEIRE ARREST
In de zaak Vermeiren stond het erfrecht centraal, specifiek met betrekking tot nalatenschappen van een
grootvader (overleden in 1980) en een grootmoeder (overleden in 1975). Het scharnierpunt in deze zaak was
de datum van het Marcs-arrest. Dit arrest leidde tot de afschaffing van het discriminerende Belgische erfrecht,
maar alleen voor nalatenschappen die vielen na de datum van het arrest. Voor de nalatenschap van de
grootvader (1980) werd het oude erfrecht niet meer aanvaard, en werd Astrid Vermeiren in staat gesteld te
erven. Echter, voor de nalatenschap van de grootmoeder (1975, vóór het Marcs-arrest) bleef het oude
discriminerende erfrecht van kracht.
Het Hof van Cassatie oordeelde dat artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM),
dat het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven omvat, in dit geval directe werking heeft. Hierdoor
kon het oude erfrecht terzijde worden geschoven. Interessant is dat dit niet geldt voor het afstammingsrecht,
waar het Hof van Cassatie eerder oordeelde dat artikel 8 geen directe werking heeft.
Directe werking van art. 8 evrm?
Vaststelling van de Neen, geen directe werking voor de burgers
afstamming - Enkel indirecte werking voor de overheid: ze moeten verandering maken in
hun wetgeving.
- Positieve verplichting van het land om de nodige stappen te nemen.
Erfrecht (gevolg van de
Ja, directe werking voor burgers
afstamming)
- Ze kunnen subjectieve rechten en plichten krijgen uit dit artikel.
- Negatieve verplichting tot niet-inmenging in het
gezinsleven door de overheid.
Hoe weet je dit? Hof preciseert dit in Vermeire-arrest
Het onderscheid dat het Hof van Cassatie maakte was pragmatisch, omdat er op dat moment al nieuw niet-
discriminerend erfrecht bestond, terwijl dat voor het afstammingsrecht nog niet het geval was.
Dit arrest blijft belangrijk in langlopende procedures rondom nalatenschappen, hoewel dergelijke zaken steeds
minder vaak voorkomen. Het laat zien hoe hogere rechtspraak, zoals die van Straatsburg en het Grondwettelijk
Hof, invloed kan hebben op familierechtelijke kwesties die wettelijk gezien niet mogelijk leken.
6
,1.1.9 AFSTAMMINGS- EN ERFRECHT EN DE BELGISCHE GRONDWET
1. Vóór 13 juni 1979 (oud discriminerend erfrecht):
Voor het Marckx-arrest: Oude discriminerende erfrecht (zoals in artikel 756 en 762 oud BW) volledig van kracht
was.
Dit erfrecht maakte onderscheid tussen kinderen die binnen het huwelijk waren geboren en kinderen
die daarbuiten waren geboren, met name overspelige kinderen. Deze kinderen hadden geen of
beperkt erfrecht.
Art. 756 (oud) BW: “Natuurlijke kinderen zijn geen erfgenamen; de wet verleent hun slechts dan
rechten op de goederen van hun overleden vader of moeder, indien zij wettelijk erkend zijn. Zij verleent
hun geen recht op de goederen van de bloedverwanten van hun vader of moeder.”
Art. 762 (oud) BW: “De bepalingen van de artikelen 757 en 758 zijn niet van toepassing op in overspel
of in bloedschande verwekte kinderen. De wet verleent hun niets anders dan levensonderhoud.”
2. 13 juni 1979 (Marckx-arrest)
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde in het Marckx-arrest dat het discriminerende
erfrecht in strijd was met het recht op familieleven en privéleven (artikel 8 EVRM).
- Dit arrest zette de basis voor het nieuwe erfrecht, ook al was de formele wetgeving nog niet
aangepast.
- Grondwettelijk Hof in latere rechtspraak heeft bepaald dat vanaf deze datum, ondanks de formele
wetgeving (Afstammingswet 1987), het nieuwe erfrecht eigenlijk al zou moeten gelden.
3. 6 juni 1987 (Afstammingswet van 31 maart 1987):
Met de Afstammingswet van 1987 werd het nieuwe niet-discriminerende erfrecht officieel ingevoerd. Deze wet
zorgde ervoor dat buitenechtelijke en overspelige kinderen dezelfde erfrechten kregen als kinderen geboren
binnen het huwelijk.
- Praktijk: GwH heeft de doorwerking van vroegere erfrecht verder beperkt in de tijd men houdt
rekening met marckx arrest 1979 in praktijk!!!
4. 1 juli 2007 (Wetten van 1 juli 2006 en 27 december 2006):
De wetten van 2006 brachten verdere moderniseringen in het erfrecht en afstammingsrecht. Dit betrof
voornamelijk de vereenvoudiging van erfrechtelijke regels en een grotere gelijkheid voor kinderen ongeacht
hun afstamming.
7
, 5. Moderniseringen 2014-2019:
In deze periode vonden verdere moderniseringen plaats in de Belgische erfrechtwetgeving. Dit betrof onder
meer aanpassingen om het erfrecht beter te laten aansluiten op hedendaagse gezinsstructuren, zoals nieuw
samengestelde gezinnen en de versterking van het stiefkindstatuut.
Examenvraag: Je krijgt een casus waarbij men zegt dat de erfenis is opengevallen tussen 1979 en 1987, je moet
dan moet verduidelijken dat het oude erfrecht principieel van toepassing is, maar het GwH rechtspraak heeft
gepubliceerd waarbij men verduidelijkt dat men terugwerkt tot 1979 als startdatum van het nieuwe erfrecht!
(zie volgende arresten)
VERRYT-ARREST: ARBITRAGEHOF (GWH) NR. 18/91, 4 JULI 1991
Feiten:
• Niet-erkend buitenechtelijk kind werd uitgesloten van de nalatenschap van moeder (overleden in
1956) en tante (overleden in 1983).
• Moeder had kinderen met een man die niet haar echtgenoot was.
Wettelijke Bepalingen:
• Art. 756 (oud) BW: Natuurlijke kinderen hadden geen erfrecht, tenzij erkend, en konden niet erven
van de familie van hun ouders.
• Art. 107 Afstammingswet (1987): Nieuw erfrecht van toepassing op kinderen geboren vóór en nog in
leven op 6 juni 1987, zonder invloed op eerdere nalatenschappen.
Beslissing GwH:
• Moeder (overleden in 1956): Geen erfrecht voor het kind, omdat de nalatenschap voor het Marckx-
arrest viel. Rechtszekerheid vereiste dat oudere nalatenschappen onverlet bleven.
• Tante (overleden in 1983): Wel erfrecht op basis van het Marckx-arrest (1979), ondanks dat de
nieuwe wet pas in 1987 in werking trad.
Conclusie: Artikel 756 (oud) BW schendt het gelijkheidsbeginsel. Het nieuwe erfrecht moet retroactief vanaf 13
juni 1979 (Marckx-arrest) worden toegepast, behalve voor nalatenschappen die vóór het arrest zijn
opengevallen.
ZAAK M'BAYO WA MWAMBA - ARBITRAGEHOF NR. 83/93, 1 DECEMBER 1993
Feiten:
• Overspelige kinderen a patre werden uitgesloten van de nalatenschap van hun vader, die overleed in
1984.
• De vader had een affaire, waardoor de kinderen buiten het huwelijk waren geboren.
Beslissing:
1. De kinderen mochten erven van hun vader, ook al waren ze buitenhuwelijks.
8
, 2. Het nieuwe erfrecht moest toegepast worden, ondanks dat de formele ingangsdatum van 6 juni 1987
nog niet was bereikt.
Conclusie:
• Uitstel tot 6 juni 1987 voor de inwerkingtreding van het nieuwe erfrecht was niet gerechtvaardigd.
• Rechtszekerheid: Het oude erfrecht mocht overspelige kinderen a patre nog uitsluiten van erfrecht in
nalatenschappen die vóór 13 juni 1979 (Marckx-arrest) openvielen.
VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING
Sinds de wet van 31 maart 1987: tweedelige indeling van vader en moeder
Sinds de wet van 5 mei 2014: driedelige indeling met meemoeder
VASTSTELLING VAN HET MOEDERSCHAP
Drie vaststellingswijzen:
1. Vermelding naam moeder in geboorteakte
2. Erkenning door een vrouw
3. Gerechtelijke vaststelling van moederschap
Let op: alle vormen zijn niet gelijkwaardig, je kan enkel de volgende vorm toepassen als de vorige niet kan.
(strikt hiërarchische orde)
Vermelding naam art. 312, § 1 oud BW “Het kind heeft als moeder de persoon die als zodanig in de
moeder in akte van geboorte is vermeld.”
geboorteakte
- Wettelijk verplicht
= de regel “Mater semper certa est” = de moeder is altijd zeker = Anonieme
bevalling: niet mogelijk in België
Uitzondering op de regel: l'accouchement sous x
- art. 44, 2° oud BW: verplichting vermelding naam moeder
Maar: In frankrijk kan anonieme bevalling wel -> naam X in geboorteakte
Ambtenaar verplicht binnen 3 dagen kennis geven met oog op voogdijregeling art
390 oud BW
Moederschap staat vast bij vermelding naam. In praktijk komt bijna alleen 1 voor!
Erkenning door een Art. 313 oud BW “indien de naam van de moeder niet in de akte van geboorte is
vrouw vermeld of bij ontstentenis van zulk een akte, kan zij het kind erkennen”
Of
Indien er geen geboorteakte is volgensdezelfde (toestemmings)voorwaarden als
erkenning door een man (zie Art 329bis oud BW)
- heel uitzonderlijk, niet veel woorden over zeggen
Voorwaarden:
1. Naam v moeder staat niet in de geboorteakte
2. Er is geen toestemming nodig van vader/meemoeder en kind
3. Er is geen absoluut huwelijksbeletsel tussen erkennende vrouw en de
vader
9
, 4. Vrijwillig
Belangrijk: bewijs wordt niet gevraagd (wel bij gerechtelijke vaststelling)
Gerechtelijke Art 314 oud BW
vaststelling van Wanneer:
moederschap 1. Bij gebrek aan (vermelding naam moeder in) geboorteakte
2. wanneer het kind onder een valse naam is ingeschreven in geboorteakte
3. bij gebrek aan moederlijke erkenning
onder dezelfde voorwaarden als gerechtelijke vaststelling van vaderschap (zie
verder, art. 332quinquies oud BW) -> 30 jarige verjaringstermijn
Belangrijk: Bewijs van de bevalling moet worden geleverd
Hoe:
1. via bezit van staat (zie art. 331nonies oud BW) OF
2. (bij gebreke van bezit van staat) door alle wettelijke middelen
a. Enorm uitzonderlijk
Dit gebeurt gedwongen!!
VASTSTELLING VAN HET VADERSCHAP
Drie vaststellingswijzen:
1. De vaderschapsregel (binnen het huwelijk)
2. Vaderlijke erkenning, vrijwillig (buiten het huwelijk)
3. Onderzoek naar het vaderschap, gedwongen (buiten het huwelijk)
VASTELLINGSWIJZE 1: DE VADERSCHAPSREGEL (BINNEN HET HUWELIJK)
De vaderschapsregel art. 315 oud BW “Pater is est quem nuptiae demonstrant”
“Vader is diegene die het huwelijk aanwijst”
De echtgenoot is vader van kinderen geboren:
• binnen het huwelijk van de moeder OF
• binnen de 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring van dit huwelijk (art 227 oud BW:
echtscheiding en de dood)
o Overlijden = dag van overlijden is startdatum
o Echtscheiding = als het echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde is getreden: 30 dagen
(beroepstermijn) na betekening echtscheidingsvonnis (geldt niet voor bv.
Huwelijksvermogen)
Dit is de tekst van de wet, maar hier zit ook een ratio achter. Hoe komt men aan deze wet? 300 dagen is een
heel lange zwangerschap -> bedoeling van Napoleon was om kinderen die verwekt zijn op het ogenblik dat het
huwelijk nog bestaat, deze echtgenoot als vader hebben.
Examenvraag: bepaal exacte datum van echtscheiding/overlijden om de 300 dagen te berekenen
Belang: kinderen gaan erven van overleden vader, werkt retroactief terug tot op de dag van de verwekking.
VERMOEDEN I.V.M. DE VERWEKKING (ART 326 OUD BW)
1. OMTRENT DE VERWEKKINGSPERIODE
10
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Goedestudent1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €17,49. Je zit daarna nergens aan vast.