Dit zijn alle aantekeningen van de hoorcollege's gegeven door Joop van Holsteijn voor het vak IPW (Inleiding Politieke Wetenschap)! Alle afbeeldingen die in dit document zijn verwerkt komen uit het boek: Theory and Methods of Political Science of uit de presentaties van de hoorcolleges.
HC2 IPW concepten/theorieën/hypothesen (a.d.h.v. artikel Eastwood & Dickovich) (30/10)
Theorie = bedachte (hoeft niet geheel) constructie van de werkelijkheid
Wat is = werkelijkheid = empirie
Materieel vs. sociaal
Gedrag (individueel/collectief)
Meningen/percepties (individueel/collectief)
Instituties (extern, beperken/beïnvloeden gedrag/meningen)
Empirische benadering = hoe de wereld er feitelijk uitziet (wat/hoe/waarom) – feiten
Normatieve benadering = hoe de wereld er (wenselijk) uit zou moeten zien – waarden
Empirisch: wat is? Normatief: wat is wenselijk?
- Feiten (materieel & sociaal) - Waarden, morele posities
1) Beschrijven 1) Evalueren (goed/fout)
2) Verklaren 2) Voorschrijven (prescriptie)
3) Begrijpen
4) [Verklaren]
Verzameling en analyse van Filosofie, ethiek
observaties/waarnemingen (‘data’)
Theorie is samenhangend geheel van denkbeelden/uitspraken op relatief hoog abstractieniveau
└ Benadering = manier van kijken/perspectief
De empirische cyclus:
Concept = mental image, gedachtenconstructie, bouwstenen van theorie
Hypothese = specifieke verwachting die kan worden getoetst a.d.h.v. de empirie
└ Verificatie of falsificatie
Kenmerken goede concepten:
1) Duidelijk (clear & coherent)
2) Logisch consistent (zowel intern & extern)
3) Bruikbaar (mogelijk te operationaliseren)
Concept (als abstract idee) ≠ definitie (talige omschrijving) ≠ attribuut (eigenschap toe te
voegen aan concept)
, Sartori: ‘ladder of abstraction’: hoe specifieker (meer attributen), des te minder abstract een
concept, maar dan ook minder breed toepasbaar/bruikbaar
HC3 Inleiding Politieke Wetenschap: Epistemologie & ontologie (04/11)
‘Wetenschappelijk’: geordende kennis o.b.v. systematisch onderzoek
Ontologie = wanneer/in welke hoedanigheid bestaat iets? Is there a ‘real’ world ‘out there’? (zijnsleer)
Epistemologie = hoe kunnen we daar weet van hebben? Wat is kennis? (kennisleer)
Ontologische/epistemologische posities zijn onderdeel van je karakter
└ ‘a skin not a sweater’ – positie altijd aanwezig, onvermijdelijk, expliciet anders impliciet
Wetenschapsfilosofen stellen dat onderzoekers werken volgens een bepaald (vaak impliciet)
wereldbeeld, paradigma = set van ideeën en aannemen over de (sociale) realiteit en kennis (visie)
└ bevat ‘universeel erkende wetenschappelijk prestaties die, een tijd lang,
modelproblemen en oplossingen bieden voor een onderzoekersgemeenschap’ (Kuhn)
└ Onderliggende set van aannames onder ontologische/epistemologische positie
Door Copernicus’ visie over heliocentrisch zonnestelsel veranderde paradigma
Paradigma/wereldbeeld → benadering → theorie (grand/mid-range theory) → hypothese
(concrete stelling) [steeds specifieker]
Ontologie: foundationalisme/objectivisme/realisme vs. anti-foundationalisme/constructivisme/relativisme
Foundationalisme = ‘echte wereld’ bestaat ‘out there’, onafhankelijk van onze kennis ervan
Anti-foundationalisme = ‘echte wereld’ (die wel bestaat) is sociaal geconstrueerd
Epistemologie: positivisme/realisme (explanation) vs. interpretivisme (understanding)
└ Dubbele hermeneutiek: interpretatie van andermans interpretatie
Positivisme: de wereld bestaat onafhankelijk van onze kennis ervan
└ Met de fysieke werkelijkheid, de sociale werkelijkheid proberen te verklaren
Interpretivisme: wereld is sociaal geconstrueerd; bepaald door o.a. taal
└ Generalisatie: hopen? dat een specifiek geval leidt tot algemeen beeld
Kritisch realisme: ontologisch positivistisch & epistemologisch interpretivistisch
└ Meer dubbelzinnig; vruchtbaar, maar daardoor ook kwetsbaar (vluchtweg)
Wat volgt wat? → kip-ei verhaal, in boek (LMS) eerst ontologie dan epistemologie
Kwantitatief onderzoek = ‘iets’ met statistiek, cijfermatig
Inductief = theorievormend & deductief = theorie toetsend
Kwalitatief onderzoek is arbeidsintensiever → beperkt aantal cases, kleine N
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper majjolij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,93. Je zit daarna nergens aan vast.