,Introduction.............................................................................................................................................................5
Een informatie system heeft drie onderdelen......................................................................................................7
Linking Systems to strategy and the organization....................................................................................................9
2. Het begrip ‘alignment’ uitleggen..........................................................................................................................9
3. Het Generic Strategies Framework van Porter beschrijven en de strategische rol van informatiesystemen in dit
kader uitleggen........................................................................................................................................................9
4. Het hypercompetition model (van D' Aveni) beschrijven en de strategische rol van informatiesystemen in dit
kader uitleggen......................................................................................................................................................10
5. De business diamond van Leavitt beschrijven en de rol van informatie- systemen in dit kader uitleggen.........11
Organizational strategies: Leavitt business diamond & managerial levers.............................................................11
6. Het managerial levers model beschrijven en de rol van informatiesystemen in dit kader uitleggen.................11
7. De vier componenten van de IS Infrastructuur benoemen en beschrijven........................................................11
Strategic use of information resources in a global economy..................................................................................13
8. De verschillende fasen in de toepassing van IT (eras of information usage in organization) beschrijven in
termen van de primaire rol van IT, de rechtvaardiging van IT-uitgaven en de dominante technologie.................13
10. Het vijfkrachtenmodel van Porter gebruiken om de strategische rol van een information resource (door het
beïnvloeden van de krachten) te analyseren.........................................................................................................15
11. Het waardeketenmodel van Porter en Milar gebruiken om de strategische rol van een information resource
(door waarde toe te voegen, kosten te drukken of informatie uit te wisselen) te analyseren...............................15
12. De resource based view gebruiken om de strategische rol van een information resource (door
concurrentievoordeel te verwerven of te behouden) te analyseren.....................................................................16
Daarnaast, strategische allianties:..........................................................................................................................17
13. De risico’s die verbonden zijn aan het strategisch gebruiken van IS beschrijven.............................................18
Organizational Strategy: Managerial Levers...........................................................................................................19
15. De ondersteuning en ondermijning door IS van de verdeling van beslissingsbevoegdheden beschrijven.......19
16. De rol van IS in hiërarchische, platte, matrix en netwerkorganisaties beschrijven...........................................20
18. De rol van IS bij planning in organisaties aanduiden........................................................................................20
19. De invloed van IS op het verzamelen van data in organisaties uitleggen en de voor- en nadelen hiervan
aangeven................................................................................................................................................................20
20. De invloed van IS op prestatiemeting en feedback hierover in organisaties uitleggen en de voor- en nadelen
hiervan aangeven...................................................................................................................................................22
21. De invloed van IS op de incentives en rewards uitleggen en de voor- en nadelen hiervan aangeven..............22
22. De wisselwerking van IS en cultuur aan de hand de vijf dimensies van Hofstede beschrijven.........................22
2. Work design: Enabling Global Collaboration......................................................................................................23
1. Het framework voor work design uitleggen en toepassen.................................................................................23
2. De verschillende IT-tools voor communicatie en samenwerking in organisaties beschrijven............................23
3. Het ontstaan van nieuw werk en de verandering van bestaand werk en de aansturing van werk als gevolg van
de toepassing van IT samenvatten.........................................................................................................................23
4. De drivers voor en effecten van telewerken (telecommuting) beschrijven........................................................24
5. De voor- en nadelen van telewerken (telecommuting) beschrijven...................................................................24
7. De verschillende vormen die weerstand tegen een nieuw IS kan aannemen, benoemen.................................25
,8. De stappen die Kotter onderscheid om verandering te bewerkstelligen, beschrijven.......................................25
9. Het Technology Acceptance Model (TAM) in de basisvorm uitleggen en toepassen.........................................26
3. Building and changing global business processes...............................................................................................27
Proces perspectief..................................................................................................................................................28
Changing Business Processes.................................................................................................................................29
6. De rol van (workflow) diagrammen bij procesverandering schetsen.................................................................29
7. De werking en onderdelen van een BPM-systeem beschrijven..........................................................................30
8. De onderdelen van Enterprise Information Systems (enterprise systemen) en de processen die ze
ondersteunen, beschrijven.....................................................................................................................................30
9. De karakteristieken van en problemen verbonden aan ERP-systemen beschrijven...........................................31
10. De karakteristieken van en voordelen van CRM-systemen beschrijven...........................................................31
11. De karakteristieken van en voordelen van SCM-systemen, en de verschillende graden van integratie en
coördinatie die hierbij te onderscheiden zijn, beschrijven.....................................................................................31
12. De voor- en nadelen van enterprise systemen uitleggen.................................................................................31
13. De afweging maken of een enterprise systeem de drijvende kracht achter procesverandering moet zijn......32
4. Information Systems Strategy: Architecture and Infrastructure........................................................................33
1. Het verschil en verband tussen strategie, IT-architectuur en IT-infrastructuur uitleggen..................................33
From strategy to architecture................................................................................................................................33
From architecture to infrastructure.......................................................................................................................34
2. Voorbeelden van vragen bij de cellen uit het raamwerk over IT-architectuur en IT- infrastructuur geven........34
3. De verschillende IT-architectuurtypes beschrijven en aangeven wanneer ze vooral geschikt zijn en hierbij
termen als ‘SaaS’ en ‘web service’ gebruiken.........................................................................................................34
4. De begrippen ‘BYOD’ en ‘consumerization of IT’ uitleggen en problemen die hiermee samenhangen
benoemen..............................................................................................................................................................35
5. Het begrip ‘enterprise architectuur’ uitleggen en de componenten hiervan benoemen...................................35
6. De begrippen ‘virtualization’ en ‘cloud computing’ omschrijven, en de voordelen en nadelen hiervan
aangeven................................................................................................................................................................36
7. Het begrip ‘legacy architectuur’ duiden.............................................................................................................36
8. De eisen (evaluation criteria) adaptability, scalability, standardization, maintainability en security die aan IT-
architecturen en IT-infrastructuren kunnen worden gesteld, uitleggen................................................................36
5. Cost Recovery of information systems...............................................................................................................38
1. De rol van business cases bij de selectie van IT-investeringen aangeven...........................................................38
2. De onderdelen van een business case beschrijven.............................................................................................38
4. Het verschil tussen het in rekening brengen van IT-kosten op basis van chargeback, allocatie en corporate
budget, uitleggen...................................................................................................................................................39
5. De voor- en nadelen van chargeback, allocatie en corporate budget, aangeven Funding IT resources.............39
6. De bepaling van IT-kosten via ABC en TCO uitleggen.........................................................................................40
Activity-Based Costing............................................................................................................................................41
Total cost of ownership..........................................................................................................................................41
7. De functie van een CIO beschrijven en de afkortingen van zijn/haar ondergeschikten uitleggen (zie fig. 7.4). .41
8. De perspectieven in de ‘balanced scorecard’ uitleggen Monitoring IT investments..........................................42
IT dashbords...........................................................................................................................................................42
9. Het vaste en indirecte karakter van de meeste IT-kosten duiden en het belang van het allocatiemodel duiden
,voor het bepalen en beheersen van de kosten van IT............................................................................................42
1. Het verschil tussen een gecentraliseerde en gedecentraliseerde IS-organisatie uitleggen................................43
2. De voor- en nadelen van een gecentraliseerde, federale en gedecentraliseerde IS- organisatie beschrijven....43
Decentralized.........................................................................................................................................................43
3. Het gevolg van inadequate afstemming tussen beslissingsbevoegdheden (decison rights) en
verantwoordelijkheden (accountability) inzake IT beslissingen, schetsen.............................................................44
4. De vijf categorieën van IT-beslissingen die volgens Weill en Ross onderscheiden kunnen worden, beschrijven
............................................................................................................................................................................... 45
5. De zes archetypes voor de allocatie van IT-beslissingsbevoegdheden die door Weil en Ross onderscheiden
worden, beschrijven...............................................................................................................................................45
7. De vijf ‘IT control weaknesses’ die ten grondslag liggen aan de ‘SarbanesOxley Act’ in de V.S. beschrijven.....46
7. Sourcing information systems around the world...............................................................................................47
1. Het sourcing decision cycle framework uitleggen..............................................................................................47
2. De factoren die de make-or-buy-beslissing beïnvloeden, noemen en toepassen Factors in the outsourcing
decision.................................................................................................................................................................. 47
3. De risico’s die verbonden zijn aan outsourcing en de maatregelen die in dit kader te nemen zijn, beschrijven 47
4. De drie beslissingsgebieden in het kader van outsourcing beschrijven en hierbij de begrippen ‘Service Level
Agreement’, ‘full outsourcing’ en ‘selective outsourcing’ gebruiken.....................................................................48
5. Het verschil tussen cloud computing, onshoring (inshoring) en offshoring aangeven.......................................49
6. De verschillende vormen van cloud computing beschrijven en de voor- en nadelen aangeven........................49
7. De voor- en nadelen van onshoring (inshoring) aangeven.................................................................................50
8. De voor- en nadelen van offshoring en de verschillende varianten hiervan (farshoring, nearshoring en captive
centre) aangeven...................................................................................................................................................50
9. De redenen die voor backsourcing worden gegeven, beschrijven.....................................................................50
10. De factoren die de keuze van het land bij offshoring beïnvloeden beschrijven...............................................51
8. Managing projects in a global ecosystem...........................................................................................................52
1. De elementen van de projectdriehoek (project triangle) beschrijven en hun onderlinge samenhang uitleggen
............................................................................................................................................................................... 52
Project elements....................................................................................................................................................52
2. De fasen van de Systems Development Life Cycle (SDLC) beschrijven IT project development and approaches
............................................................................................................................................................................... 53
SDLC....................................................................................................................................................................... 53
3. De fasen van de iteratieve benadering van systeemontwikkeling (agile development) beschrijven..................54
4. Prototyping uitleggen.........................................................................................................................................55
5. De voor- en nadelen van de verschillende systeemontwikkelingsmethoden (methodologies) beschrijven......55
6. De complexiteit (complexity), helderheid (clarity) en omvang (size) van ITprojecten duiden............................55
8. De maatregelen die genomen kunnen worden om het IT-projectrisico te beperken, benoemen.....................56
Managing clarity aspects of project risk.................................................................................................................57
9. De succesdimensies voor verschillende IT-projecttypes beschrijven.................................................................57
11 Business Analytics and Knowledge Management..............................................................................................58
1. De begrippen ‘kennismanagement’, ‘business intelligence’ en ‘business analytics’ omschrijven......................58
Furthermore:..........................................................................................................................................................58
2. De eigenschappen van organisaties omschrijven die handig gebruik maken van business analytics.................59
,3. De verschillende componenten van business analytics beschrijven...................................................................59
4. De verschillende maturity levels inzake business analytics omschrijven............................................................59
5. De begrippen ‘big data’ en ‘social analytics’ uitleggen.......................................................................................59
12 Ethical guidelines for information use...............................................................................................................60
1. Het verschil tussen de volgende normatieve ethische theorieën uitleggen: stockholder, stakeholder en social
contract.................................................................................................................................................................. 60
2. Het begrip ‘green computing’ omschrijven........................................................................................................61
3. De PAPA-principes uitleggen..............................................................................................................................61
4. De verschillende ‘security tools’ beschrijven en uitleggen wat deze betekenen en wanneer deze kunnen
worden toegepast..................................................................................................................................................61
Introduction
1. De redenen noemen en uitleggen waarom algemeen managers moeten participeren
in beslissingen over informatiesystemen
2. De gevolgen beschrijven die optreden als algemeen managers niet participeren
in beslissingen over informatiesystemen
Niet participeren leidt tot misgelopen opbrengsten en onnodige kosten. Maar wanneer IS niet in
overweging wordt genomen bij het creëren van de business strategie en de organisatie strategie
zijn er ook drie business gevolgen die kunnen optreden:
- IS that fail to support business goals
- IS that fail to support organizational systems
- A misalignment between business goals and organizational capabilities
3. Het verschil tussen data, informatie en kennis uitleggen
,4. De karakteristieken van informatie aan de verschillende managementniveaus koppelen
, 5. De verschillen tussen fysieke producten (things) en informatiediensten
(information) uitleggen
6. De componenten van een informatiesysteem benoemen en beschrijven, en hierbij
uitleggen dat een informatiesysteem meer is dan een verzameling van hardware,
software, data en netwerkcomponenten
Een informatie system heeft drie onderdelen
- Technology
- People
- Processes
De term infrastructuur refereert aan alles dat de stroom en het verwerken van informatie in een
organisatie verzorgt, inclusief de hardware, software, data, en netwerk componenten.
Architectuur refereert aan de strategie impliciet verwerkt in deze componenten. Het verzorgt de
blauwdruk om de business strategie te vertalen naar IS componenten of infrastructuur.
Information System kan worden gedefinieerd als de combinatie van technologie (de wat?), de mensen
(de wie?), en de processen (de hoe?) die een organisatie gebruikt om informatie te produceren en
te managen.
Dit boek gebruikt de definitie van IS als alle vormen van technologie dat gebruikt wordt om informatie
te produceren, opslaan, uitwisselen, en gebruiken.
, Boven het IS staat het management, die overzien het ontwerp en de structuur van het systeem en
monitoren het de prestatie ervan.