100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Uitgebreide samenvatting Wegwijs in de Successiewet - Successiewet en Estate planning stof HC 6 t/m 9 €14,99
In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide samenvatting Wegwijs in de Successiewet - Successiewet en Estate planning stof HC 6 t/m 9

 1 keer verkocht

Een (zeer) uitgebreide samenvatting van het handboek Wegwijs in de Successiewet (ISBN 9789012409896), voorgeschreven voor het vak Successiewet en Estate planning (Notarieel recht - Universiteit Leiden). Dit tweede deel (vervolg op het eerste deel) bevat een samenvatting van de voorgeschreven stof v...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 1 maand geleden

Voorbeeld 4 van de 52  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 5, 6, 7 en 8.
  • 28 december 2024
  • 9 januari 2025
  • 52
  • 2024/2025
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
jsdatema
SAMENVATTING LITERATUUR
SUCCESSIEWET EN ESTATE PLANNING
F. Sonneveldt, Wegwijs in de Successiewet, negenentwintigste druk, Den Haag: Sdu 2024.

DEEL II

, Literatuuroverzicht per college


College 1 Grondslagen van de SW 1956 en Sonneveldt 2024, hoofdstuk 1 en
Deel I



uitgangspunten van estate planning 2.

College 2 Huwelijksvermogensrecht en het Sonneveldt 2024, par. 3.5, 4.4.8
partnerbegrip in de SW 1956 en 5.6 (vooral onderdeel 5.6.2).

College 3 Erfrecht en diverste Sonneveldt 2024, hoofdstuk 3.
testamentvartianten

College 4 Verkrijgingen krachtens schenking Sonneveldt 2024, hoofdstuk 4.
en gift

College 5 De fictiebepalingen Sonneveldt 2024, hoofdstuk 5
(m.u.v. par. 5.7 (5.7.1 t/m 5.7.12),
5.13 en 5.14).

College 6 De fictiebepalingen (vervolg) Sonneveldt 2024, par. 5.3, 5.7
Deel II




(5.7.1 t/m 5.7.12) en 5.9.

College 7 Fiscale aspecten van Sonneveldt 2024, par. 6.7, 6.8 en
bedrijfsopvolging (bij schenken en 7.8.
overlijden)

College 8 Algemeen Nut Beogende Instelling Sonneveldt 2024, par. 5.13, 5.14
(ANBI) en Afgezonderd particulier en 7.6.1 (onder b).
vermogen in de SW 1956 en de Wet
IB 2001

College 9 Internationale aspecten van de SW Sonneveldt 2024, hoofdstuk 8.
1956 en het BvdB 2001

, College 6 De fictiebepalingen (vervolg) Sonneveldt 2024, par. 5.3, 5.7 (5.7.1 t/m
5.7.12) en 5.9.



5.3 Verrekening van betaalde bedragen (art. 7 SW 1956)1
Zie college 5 van deel I van deze samenvatting voor een behandeling van deze paragraaf.

5.7 Omzetting in genotsrechten - algemeen (art. 10 SW 1956)2
Erflater zou de heffing van erfbelasting kunnen ontgaan door tijdens zijn leven aan hem toebehorende
eigendomsrechten om te zetten in genotsrechten (vruchtgebruik en periodieke uitkeringen), eindigend
bij zijn overlijden. Tijdens het leven worden door de erflater geen voelbare offers gebracht en bij zijn
overlijden behoren de desbetreffende vermogensbestanddelen niet meer tot zijn vermogen, zodat
heffing van erfbelasting niet kan plaatsvinden. De verkrijger van de betreffende vermogens-
bestanddelen wordt bij overlijden van de genotsgerechtigde geacht de vermogensbestanddelen
krachtens een fictief legaat te hebben verkregen (art. 10 SW 1956), zodat heffing van erfbelasting
mogelijk is. Art. 10 SW 1956 ziet niet op de heffing van schenkbelasting.

Voor de beoordeling of ingevolge art. 10 SW 1956 kan worden geheven is het niet relevant of de
rechtshandeling plaatsvond in de periode dat erflater al dan niet in Nederland woonde of ingevolge
art. 3 SW 1956 geacht werd in Nederland te wonen.

In een procedure voor de Hoge Raad was ook de vraag aan de orde of een heffing ingevolge art. 10
SW 1956 zich beperkt tot de waardeaangroei die plaatsvond gedurende de periode dat erflaatster weer
in Nederland woonde (pro-rataberekening). Volgens de Hoge Raad is er geen enkele reden om bij de
toepassing van art. 10 SW 1956 af te wijken van de regel in art. 21 lid 1 SW 1956 dat het verkregene
in aanmerking moet worden genomen naar de waarde die daaraan op het tijdstip van de verkrijging in
het economische verkeer kan worden toegekend.

5.7.1 Voorwaarden voor toepassing art. 10 SW 1956
Voor de toepassing van art. 10 SW 1956 moet aan de volgende cumulatieve voorwaarden worden
voldaan:

a. verkrijgers behoren tot de kring van personen genoemd in art. 10 lid 4 onderdeel a SW 1956;

b. verkrijgers hebben in verband met een rechtshandeling, of een samenstel van rechtshandelingen,
waarbij erflater of diens echtgenoot partij was, iets ten laste van het vermogen van de erflater
verkregen; en




1 Sonneveldt 2024, p. 145.
2 Sonneveldt 2024, p. 170-201.

Successiewet en Estate planning 82

, c. de erflater heeft in verband met die rechtshandeling tot aan zijn overlijden of een daarmee
verband houdend tijdstip het genot van een vruchtgebruik of een periodieke uitkering gehad; dat
vruchtgebruik of die periodieke uitkering is ten laste van de verkrijgers gekomen.

Ad a
Het betreft dezelfde personen zoals bedoeld in art. 11 lid 5 SW 1956. De vraag is of de in art. 10 lid 4
onderdeel a SW 1956 bedoelde verwantschap moet bestaan op het tijdstip van de rechtshandeling, dan
wel op het tijdstip waarop de vruchtgebruiker overlijdt, dan wel op beide momenten. In de literatuur
wordt daar verschillend over gedacht. Van Vijfeijken is van mening dat art. 10 SW 1956 poogt te
voorkomen dat iemand bij zijn overlijden iets van betekenis nalaat, terwijl de aanwas van de
hoofdgerechtigdheid naar volle eigendom bij bepaalde personen (onbelast) kan plaatsvinden. Indien
op het moment van het overlijden niet aan de verwantschapseis is voldaan, dan moet er naar haar
mening van uit worden gegaan dat de erflater de hoofdgerechtigdheid niet heeft overgedragen met het
oog op de besparing van erfbelasting. Deze conclusie onderschrijft de schrijver. Indien uitsluitend het
tijdstip van de rechtshandeling beslissend zou zijn, zou de werking van art. 10 SW 1956 eenvoudig
kunnen worden voorkomen door bij de aanvang van de samenwoning (dan wordt immers nog niet
voldaan aan de vijfjarentermijn) de overeenkomst te sluiten. De schrijver meent dat mede daarom de
verwantschap zoals bedoeld in art. 10 lid 4 onderdeel a SW 1956 moet bestaan op het tijdstip van
overlijden.

Ad b
Al wat ten koste van het vermogen van de erflater of diens echtgenoot werd verkregen, wordt belast
als een fictief legaat. Als zodanig kunnen worden aangemerkt alle goederen, zowel zaken als
vermogensrechten. Werd bij de rechtshandeling waarbij erflater partij was niets ten koste van het
vermogen van de erflater verkregen, dan mist art. 10 SW 1956 toepassing.

Het is niet noodzakelijk dat de erflater verarmt. Indien de erfgenamen een zakelijke vergoeding
betalen voor hetgeen zij ten koste van het vermogen verkregen, dan is art. 10 SW 1956 eveneens van
toepassing. Bij het bepalen van de omvang van de verkrijging mag met hetgeen door de erfgenamen
werd voldaan, rekening worden gehouden (art. 7 SW 1956).

Ad c
Erflater moet het genotsrecht hebben verkregen in verband met een rechtshandeling of een samenstel
van rechtshandelingen waarbij hij of diens echtgenoot partij was. Dat betekent dat het niet
noodzakelijk is dat het genotsrecht werd voorbehouden bij de rechtshandeling waarbij iets ten koste
van het vermogen van de erflater is gegaan. Bovendien is het niet van belang dat het genotsrecht van
het overgedragen vermogensbestanddeel wordt voorbehouden. Blijkens het bepaalde in art. 18 SW
1956 moeten de begrippen ‘vruchtgebruik’ en ‘periodieke uitkeringen‘ ruim worden uitgelegd. Onder
vruchtgebruik moet worden verstaan vruchtgenot, gebruik en bewoning, vruchten en inkomsten,
jaarlijkse opbrengst en soortgelijke uitkeringen uit daartoe aangewezen goederen. Onder periodieke



Successiewet en Estate planning 83

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jsdatema. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €14,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66075 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€14,99  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd