Oefentoets IPMA 2025
Oefentoets NCOI IPMA 2025
1. Open vragen met antwoorden (40)
2. Meerkeuze vragen met antwoorden apart (20)
Onderwerpen in deze oefentoets:
1. Projectmanagement Fundamenten
2. Organisatie en Governance
3. Plannen en Controleren
4. Risicomanagement
5. Communicatie en Leiderschap
Verplichte en aanbevolen literatuur:
IPMA Competence Baseline (ICB) 4.0 (NL versie)
Projectmanagement – De kunst van het managen van projecten door P. A. J. M. de Leeuw
Projectmanagement: Handboek voor de praktijk door R. M. Verweij en F. H. G. Dijkstra
Projectmanagement in de praktijk door L. H. H. Koster
NCOI/BDR.25
, Oefentoets IPMA 2025
Introductie oefentoets HBO Bedrijfseconomie 2025
Inleiding voor de oefentoets IPMA - NCOI
Beste student,
Je staat op het punt om de oefentoets voor het IPMA-certificaat te maken, een belangrijk onderdeel
van je opleiding bij het NCOI. Deze toets is een uitstekende gelegenheid om je kennis van
projectmanagement verder te verdiepen en te toetsen. In deze inleiding worden enkele belangrijke
aspecten besproken die je zullen helpen bij de voorbereiding, zodat je optimaal kunt presteren.
Belangrijke Onderwerpen
De oefentoets richt zich op de kernprincipes van projectmanagement, zoals het opstellen van
projectplannen, het beheersen van risico’s, de verschillende fasen van een project en het effectief
aansteken van communicatie binnen teams. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het toepassen van
methodieken zoals Agile en Prince2, die essentieel zijn voor de succesvolle uitvoering van projecten
in diverse contexten.
Wat je niet hoeft te leren
Hoewel de oefentoets breed georiënteerd is, kun je enkele gedetailleerde, technische aspecten van
projectmanagement voorlopig buiten beschouwing laten. Dit betreft bijvoorbeeld zeer specifieke
softwaretools of de diepgaande wiskundige formules voor projectkostenramingen. Focus vooral op de
bredere theoretische concepten en praktische benaderingen.
Tips voor het lezen van literatuur
Lees literatuur met een strategische benadering. Besteed extra aandacht aan de hoofdstukken die zich
richten op de fundamenten van projectmanagement en de rol van de projectmanager. Markeer
belangrijke termen en concepten, en probeer deze in de praktijk te plaatsen door middel van
casestudy’s. Het boek biedt waardevolle inzichten in de theorieën, maar ook in praktische voorbeelden
die vaak aan bod komen in de toets.
Belangrijke Strategieën, Theorieën en Modellen
De toets zal voornamelijk toetsen op je kennis van enkele cruciale strategieën en modellen binnen
projectmanagement, zoals het IPMA Competency Baseline (ICB), het Triple Constraint Model en de
Stakeholderanalyse. Zorg ervoor dat je deze modellen begrijpt en kunt toepassen in verschillende
scenario’s. Deze theorieën vormen de ruggengraat van een projectmanager’s besluitvorming.
Wat mag je absoluut niet vergeten te leren
Het is essentieel dat je de basisprincipes van projectplanning en risicomanagement volledig onder
de knie hebt. Daarnaast is het van groot belang om te begrijpen hoe je effectief met stakeholders kunt
communiceren en hoe je de voortgang van projecten monitort en bijstuurt. Vergeet ook niet om de
belangrijkste vormen van projectfinanciering en resourceplanning goed door te nemen.
Door je goed voor te bereiden en bovenstaande punten in acht te nemen, ben je uitstekend voorbereid
op de echte toets en kun je de vereiste kennis effectief toepassen in jouw verdere carrière.
Veel succes!
NCOI/BDR.25
, Oefentoets IPMA 2025
Oefentoets IPMA Certificering
Projectmanagement Fundamenten
1. Wat is de definitie van een project volgens IPMA?
o Antwoord: Een tijdelijk samenwerkingsverband, opgezet om een uniek product,
dienst of resultaat te creëren.
2. Wat zijn de drie belangrijkste begrenzingen van een project?
o Antwoord: Tijd, kosten, en scope.
3. Noem twee belangrijke verschillen tussen een project en een proces.
o Antwoord:
1. Een project is tijdelijk, een proces is doorgaand.
2. Een project heeft een uniek resultaat, een proces produceert herhaalbare
resultaten.
4. Wat wordt bedoeld met de term “stakeholder”?
o Antwoord: Een persoon, groep of organisatie die invloed heeft op of wordt beïnvloed
door het project.
5. Wat zijn de vier fasen van een projectlevenscyclus volgens IPMA?
o Antwoord: Initiatiefase, definitiefase, uitvoeringsfase, en afsluitfase.
Organisatie en Governance
6. Wat is de rol van de opdrachtgever in een project?
o Antwoord: De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het vaststellen van de
doelstellingen, het verschaffen van middelen en het nemen van beslissingen.
7. Wat is het verschil tussen een stuurgroep en een projectteam?
o Antwoord: De stuurgroep neemt strategische beslissingen en bewaakt de voortgang,
terwijl het projectteam uitvoerende werkzaamheden verricht.
8. Wat wordt bedoeld met “matrixorganisatie” in projectmanagement?
o Antwoord: Een organisatiestructuur waarbij teamleden rapporteren aan zowel de
functionele manager als de projectmanager.
9. Welke drie machtsvormen heeft een projectmanager?
o Antwoord: Positionele macht, expertise macht, en relationele macht.
10. Wat is een RACI-matrix en waar wordt deze voor gebruikt?
o Antwoord: Een tabel die verantwoordelijkheden in kaart brengt. RACI staat voor
Responsible, Accountable, Consulted, en Informed.
NCOI/BDR.25