Bögels Cognitieve therapie - Theorie en praktijk
Hoofdstuk 3 Specifieke aspecten cognitieve therapie
Let op, alleen paragraaf 1,2,3,4,8 en 9 zijn samengevat.
3.1 Inleiding
3.2 Niveau van cognities
3.3 Opsporen van assumpties
3.4 Uitdaagtechnieken
3.8 Het beklijven van verandering
3...
H3 Specifieke aspecten cognitieve therapie
3.1 Inleiding
Automatische gedachten noemen we cognities van het eerste niveau. Ze verwijzen
naar concrete situaties en gebeurtenissen.
Dit hoofdstuk gaat over cognities van het tweede niveau: assumpties, onderliggende
ideeën over zichzelf, ander en de wereld, latent aanwezig en gebaseerd zijn op
jeugdervaringen.
3.2 Niveau van cognities
Doel cognitieve therapie is veranderen van disfunctionele schema’s.
Schema’s worden gezien als verzamelingen van kennis die de informatieverwerking
sturen en psychopathologie in stand houden.
Ondanks dat schema’s niet observeerbaar zijn, kan het resultaat van de
informatieverwerking wel worden waargenomen: (automatische) gedachten,
gevoelens, lichamelijke reacties en handelingen.
Verwoordingen worden assumpties genoemd.
Disfunctionele assumptie: algemene ideeën die iemand heeft over zichzelf, anderen
en de wereld, die deze persoon kwetsbaar maken om bepaalde situaties op een
negatieve of disfunctionele manier te interpreteren.
Basale assumpties: grondideeën die iemand heeft over zichzelf, anderen en wereld.
Conditionele assumpties: leggen causale relaties tussen zelf en de ander vast
(als..dan..)
Instrumentele assumpties: regels die strategieën voorschrijven.
Assumpties zijn gebaseerd op kinderlijke ervaringen, attitudes en meningen van
ouders en andere belangrijke personen.
Assumpties kunnen de vorm hebben van persoonlijke contracten: als ik X doe, zal Y
(niet) gebeuren. Vb: als ik aardig ben, dan zullen anderen mij niet verlaten.
3.3 Opsporen van assumpties
Opsporen van onderliggende assumpties gebeurt meestal pas in de loop van de
behandeling. Steeds terugkerende automatische gedachten en patronen worden
opgespoord. Het opsporen van assumpties kan grofweg op 4 manieren: (1) via het tot
dan toe verzamelde materiaal, (2) via neerwaarste pijltechniek (doorvraagtechniek),
(3) via het inzoomen op de eerste herinnering en (4) via de leefregels van het
stamgezin/voornemens voor eigen leven.
, 1.Vaak wordt gebruik gemaakt van het tot dan toe verzamelde materiaal. Dit kan bijv.
door middel van dagboekmateriaal waarin de rode draad wordt opgespoord.
2.Doorvraagmethode (neerwaartse-pijltechniek): de genoemde automatische
gedachte wordt niet direct uitgedaagd. De therapeut gaat ervan uit dat deze gedachte
klopt en dan wordt nagegaan wat er vervolgens zou kunnen gebeuren. Vb: stel dat dit
inderdaad het geval is, wat zou dat voor je betekenen?
3.Neem de eerste ervaring in herinnering waarbij de betreffende emotie een grote rol
speelde. Er kan gebruik worden gemaakt van imaginatie. Van de eerste herinnering
worden de conclusies nagegaan die de persoon getrokken heeft.
4.Bewust maken van de leefregels uit het stamgezin + de voornemens voor zijn eigen
leven (die vaak gevolg zijn van negatieve jeugdervaringen)
De therapeut legt de opgespoorde assumpties op een tentatieve wijze voor. Laat de
patiënt nagaan in hoeverre de assumpties van toepassing zijn op zijn leven. De
patiënt scoort de geloofwaardigheid van de geformuleerde assumptie. De opgestelde
disfunctionele assumpties worden onderzocht m.b.v. de socratische dialoog en met
de verschillende uitdaagtechnieken.
3.4 Uitdaagtechnieken
3.4.1 Informatie verzamelen
Informatie inwinnen over de houdbaarheid van bepaalde gedachten of ideeën is een zeer
belangrijke stap in het cognitieve proces. Door middel van bronnenonderzoek of door het
afnemen van een enquête of een interview kan objectieve kennis vergaard worden. Soms
kan het handig zijn dat de therapeut informatie aandraagt, bijvoorbeeld middels literatuur of
folders. Het is echter doorgaans overtuigender als de patiënt zelf de informatie verzamelt,
omdat de patiënt het idee kan hebben dat de therapeut alleen bepaalde informatie geeft en
andere informatie achterhoudt.
De enquête bestaat uit een aantal vragen die de patiënt met de therapeut opstelt om de
disfunctionele opvatting te toetsen. Aan de hand van de uitslag wordt de disfunctionele
opvatting van de patiënt geherevalueerd.
3.4.2 Meerdimensionaal en genuanceerd evalueren
Meerdimensionaal en genuanceerd evalueren is een belangrijk doel in bijna elke cognitieve
therapie en gebeurt impliciet in de socratische dialoog. Het kan stapsgewijs plaatsvinden,
met name bij assumpties over het zelf (zoals ‘Ik ben lelijk’).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 614148. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.