100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting van het boek Kinder- en jeugdpsychiatrie door Verhulst en Verheij (2014) voor het vak Diagnostiek en behandeling: theorie in praktijk €12,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting van het boek Kinder- en jeugdpsychiatrie door Verhulst en Verheij (2014) voor het vak Diagnostiek en behandeling: theorie in praktijk

2 beoordelingen
 527 keer bekeken  56 keer verkocht

Samenvatting van de vereiste hoofdstukken van het boek Kinder- en jeugdpsychiatrie door Verhulst en Verheij (2014) voor het vak Diagnostiek en behandeling: theorie in praktijk

Voorbeeld 4 van de 310  pagina's

  • Nee
  • H1, h2, h3, h4, h5, h6, h7, h8, h9, h10, h11, h12, h13, h14, h15, h16, h17, h18, h19, h20, h21, h22,
  • 25 april 2020
  • 310
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: naomivanetten • 2 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: SophieKooij • 4 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: barbaraenmyrthe • 4 jaar geleden

Bedankt voor je reactie! Wij zijn blij dat je tevreden bent met de samenvatting voor het vak Diagnostiek en behandeling: theorie in praktijk. Heel veel succes met het tentamen! Groetjes, Barbara en Myrthe

avatar-seller
barbaraenmyrthe
Samenvatting Diagnostiek & Behandeling: Kinder- en jeugdpsychiatrie

Hoofdstuk 1: Geschiedenis van de kinder- en jeugdpsychiatrie

Naar erkenning van het kind
Er bestaan aanwijzingen dat ook al in de oudheid interesse bestond voor de kinderontwikkeling.
Plato beschreef dat door verwenning kinderen prikkelbaar worden en snel van de wijs raken door
een kleinigheid, terwijl door het omgekeerde, namelijk een strenge en tirannieke houding, kinderen
futloos, slaafs en somber worden en ongeschikt zullen blijken voor een goed functioneren in het
dagelijks leven. Hippocrates en Soranus van Ephese, de bekendste artsen van het eerste uur,
maakten beiden melding van gedragsproblemen bij kinderen en jeugdigen. Toch bestonden in het
oude Griekenland en ook in het klassieke China geen woorden die duidden op de kindertijd, op
mensen in de eerste tien jaar van hun leven. De Romeinse cultuur bood ruimte voor specifieke
eigenschappen van kinderen zoals wij die thans kennen. De middeleeuwse literatuur met zijn sterk
religieus-christelijke karakter toont ambivalentie ten opzichte van het kind.

Erasmus (1469-1536) benadrukte het belang van een liefdevolle omgang met het kind en van goed
onderwijs. De opkomst van het Calvinisme met zijn beeld van de zondige mens bracht een sterk
onderdrukkende houding ten opzichte van het kind met zich mee: kinderen werden gezien als van
weinig belang en in de literatuur vergeleken met gekken en dronkaards. Gestoord gedrag werd
beschouwd als het werk van duivelse krachten. Peeters (1966) toonde aan dat puberteit en
adolescentie in vroeger eeuwen geen onbekende levensfasen waren. Met ‘the Poor Law of 1601’
werd in Engeland de kwetsbare positie van kinderen onderkend door publieke verantwoordelijkheid
vast te leggen voor het arme kind, inclusief veel kinderen met handicaps.

Achttiende en negentiende eeuw
In Nederland werd in 1790 een doveninstituut en in 1808 een blindeninstituut opgericht. In de
achttiende eeuw lijkt, naast de opvatting dat het kind een economisch goed is dat getraind,
gedisciplineerd en getuchtigd moet worden, een nieuw gedachtegoed aan te slaan, namelijk dat het
kind opvoeding behoeft en dat diens leren niet met dwang gepaard hoeft te gaan. De veranderende
opvattingen over opvoeding zijn een van de bouwstenen die later tot het ontstaan van de
kinderpsychiatrie leidden. Alexander benadrukte de invloed van Rousseau’s gedachtegoed op
Pestalozzi. Deze onderwees kinderen, terwijl hij onderkende dat hun kennis tot stand komt door
observaties, waarbij wisselwerking het kinderlijk vermogen stimuleert. Het nieuwe gedachtegoed kan
als ten grondslag liggend aan latere concepten, zoals zelfverwerkelijking, interactief leren en
ontwikkelingsgericht denken, worden beschouwd.

Eerste patiënt
In 1798 werd door een groep jagers in de bossen bij Averyon in Frankrijk een wilde, 12-jarige jongen
gevonden. Hij sprak niet, luisterede niet, was agressief en niet gesocialiseerd. De jongen, later Victor
genoemd, werd overgedragen aan Itard, medicus aan het doofstommeninstituut te Parijs. Pinel, een
van de toonaangevende psychiaters, geloofde dat de jongen verstandelijk gehandicapt was, omdat
hij niet op te voeden zou zijn. Itard daarentegen dacht dat de jongen eenvoudigweg defect oogde
omdat hij nog nooit enige invloed van beschaving had ondergaan. De jongen was waarschijnlijk
verstandelijk gehandicapt, desalniettemin was Itard, die vijf jaar trachtte de jongen met humane
methoden op te voeden, in staat aan te tonen dat de jongen, die nooit normaal werd, zijn sociale
gedrag kon verbeteren.

Eerste afdelingen
In de achttiende eeuw werden in Engeland in gestichten vanuit de liefdadigheid en in private
gekkenhuizen psychisch gestoorde mensen behandeld. Engeland, toen leidende wereldmacht, liep


1

,waarschijnlijk voorop. In het begin van de negentiende eeuw poogde de Franse psychiatrie, met
name in de persoon van Pinel, de psychiatrie te baseren op klinische observaties, op een rationele
observatiemethode van psychiatrische ziekten.

Congruent hiermee is dat de eerste psychiatrische afdelingen voor kinderen verschenen in de tweede
helft van de negentiende eeuw. In 1850 stichtte Le Paulmier in Parijs een aparte kinderunit in het
psychiatrisch ziekenhuis Bicêtre in en in 1864 bouwde Hoffmann een nieuw psychiatrisch ziekenhuis
in Frankfurt am Main met een kinderunit. Deze initiatieven kregen tachtig jaar later navolging in
Nederland.

Eerste publicaties
In Frankrijk onderscheidde Esquirol het verstandelijk gehandicapte van het psychotische kind in zijn
‘Maladie mental’ (1838) en deed hij verslag van enkele gevalsbeschrijvingen van kinderen met
suïcidale impulsen. Iets later besteedde Griesinger een deel van zijn invloedrijke boek ‘Die Pathologie
und Therapie der psychischen Krankheiten’ (1845) aan de psychiatrische problemen van kinderen. Hij
vermeldde dat veel condities ie voor volwassenen zijn beschreven, ook bij kinderen worden
gevonden. Griesinger ging uit van een duidelijke eenheid van lichaam en ziel en stond daarmee aan
de basis van de neuropsychiatrie.

De tot 1850 overheersende tendens om de mogelijkheid van waanzin van kinderen af te wijzen,
neemt in de tweede helft van de negentiende eeuw onder invloed van de sterk opkomende
organische psychiatrie langzaam af. Geestesziekten zijn ziekten van de hersenen.

Het was in Frankrijk Mannheimer die in ‘Les troubles mentaux de l’enface’ rond de eeuwwisseling
melding maakte van de psychologische onderzoeken van Darwin, Preyer en anderen die hun
toepassing in de psychiatrie gingen vinden. Hij opende zijn boek met een vierdeling wat betreft de
psychologische ontwikkeling, namelijk de zuigelingenperiode, de vroege jeugd of de infantia, de
latentieperiode (door hem de pueritia genoemd) en de puberteit. In de psychiatrische literatuur
bleven kinderen nog langere tijd kleine volwassenen en ontbrak het ook daardoor aan een separate
benadering.

Opkomst van klinische voorzieningen
Klinische psychiatrische voorzieningen kwamen in het begin van de twintigste eeuw op diverse
plaatsen tot stand in Europa en de Verenigde Staten. Zij ontstonden als onderdeel of vanuit de
psychiatrische klinieken, vanuit pediatrische afdelingen en kinderziekenhuizen, vanuit pedagogische
instituten, vanuit het juridisch circuit en vanuit de noodzaak van de (kinder)psychiater-behandelaar
om de invloed van het ouderlijk milieu te beperken.

Terugblikkende constateerde Van Krevelen (1976) dat tot aan de jaren dertig het psychiatrisch
denken volledig, ook wat betreft kinderen, door erfelijke hypothesen gedomineerd bleef. Er was
nagenoeg geen geloof in veranderbaarheid. In die tijd betekende dit dat alle vormen van
institutionele zorg of behandeling eigenlijk ongeveer hetzelfde konden bieden, namelijk een
opvangfunctie waarbinnen het kind bescherming en bevoogding kreeg en slecht konden voorzien in
‘containment’, oftewel beheersing van de kinderlijke problemen door zorg en management.

Het woord kinderpsychiatrie
Psychiatrie heeft zich in veel Europese landen in de negentiende eeuw ontwikkeld tot een medisch
specialisme, zich bezighoudend met geestesziekten. Het werd een onafhankelijk specialisme met een
plaats aan de universiteiten. Het ontstaan van de differentiatie kinderpsychiatrie vroeg meer tijd, een
volgende eeuw. Homburger, verbonden aan de universiteit van Freiburg, wordt als de eerste
kinderpsychiater beschouwd. De Italiaan Sante de Sanctis gebruikte in een artikel de term
‘Pedopsychiatria’. Hij mag dan ook worden beschouwd als de uitvinder van de term


2

,kinderpsychiatrie. Tramer (1945): ‘Kinderpsychiatrie wordt bepaald door twee feiten, doordat het
zich uitsluitend met kinderen bezighoudt, zoals de pediatrie, en met de psychische kant van het
leven, zoals de psychiatrie.

Bijdrage van pedagogiek, psychologie en psychotherapie
De toename van kennis op het gebied van normale ontwikkeling, de pedagogiek, de
psychodiagnostiek en de psychotherapie in de eerste decennia van de twintigste eeuw droeg ertoe
bij dat in de jaren dertig de kinderpsychiatrie zich als vakgebied kon gaan profileren.

Het werk van Gesell’s werk voor de klinische praktijk was dat het benadrukte dat deviatie slechts kan
worden begrepen als men weet wat normale ontwikkeling is. Piaget bracht in kaart hoe de cognitieve
ontwikkeling zich stap voor stap voltrekt. Cognitieve ontwikkeling die zowel kader is voor, als beperkt
kan worden door, de emotionele en sociale ontwikkeling. Vanaf het begin van de twintigste eeuw
werden twee psychotherapeutische referentiekaders, de psychoanalyse en het behaviorisme,
ontwikkeld die tot aan het eind van die eeuw een grote plaats zijn blijven innemen. Het behaviorisme
maakte, beginnen d met de behandeling van kleine Albert (192) en het experimenteren van Jones
(1924) met ‘modeling’, ‘flooding’ en ‘overraiding’ bji angstige kinderen haar technieken geschikt voor
kinderen.

Sigmund Freud en de Amerikaanse psychiater Adolf Meyer veranderen vanaf het begin van de
twintigste eeuw de oriëntatie van de psychiatrie: van een beschrijvende, statische, op de ziekte
gerichte psychiatrie naar een verklarende, dynamische, op de patiënt gerichte psychiatrie.

Invloed van het justitiële circuit
In het verlengde van de veranderde opvoedkundige opvattingen werd in de Verenigde Staten in het
eerste decennium van de twintigste eeuw ook delinquentie onderwerp van onderzoek. De oprichting
van de eerste jeugdrechtbank in 1899 wordt vaak beschouwd als het begin van de jeugd-GGZ
beweging. De psychiater Healy kon in een daartoe speciaal opgericht instituut, ‘The Juvenile
Psychopathic Institute’, zich wijden aan ambulant onderzoek naar deze gedragsafwijkingen bij
kinderen. Healy benadrukte de socio-economische wortels van delinquent gedrag en toonde aan dat
het absoluut noodzakelijk is om het oordeel over een kind met afwijkend gedrag te baseren op de
door het kind zelf gegeven levensgeschiedenis en motivering, een speciaal onderzoek naar de
omgevingsfactoren, een lichamelijk onderzoek en een experimenteel-psychologisch
(psychodiagnostisch) onderzoek.

In New York werd in 1921 de eerste ‘Child Guidance Clinic’ opgericht; een consultatiebureau voor
kinderen met afwijkend gedrag. Inspiratiebron was de gedacht dat sociaal onaangepast of delinquent
gedrag een stoornis is. in Nederland kreeg dit initiatief in 1928 in Amsterdam, door een initiatief van
Lekkerkerker, navolging in het eerste Medisch Opvoedkundig Bureau (MOB). De MOB’s zijn in 1982
opgegaan in de RIAGG-jeugdafdelingen.

Antisociaal gedrag ging worden opgevat als een gedragsmanifestatie van een eraan ten grondslag
liggende neurose en leidde tot pogingen om het agressieve individu zelf te behandelen. Aichhorn was
waarschijnlijk de eerste die goede zorg en behandeling combineerde. Hij vestigde in 1918 in
Oberhollabrun en in 1920 in St. Andreas in Oostenrijk behandelingsinstituten voor kinderen die
waren verwaarloosd ten gevolgde van de Eerste Wereldoorlog.

Nederlandse pioniersfase
In Nederland werd in 1919 door Bouman in de Valeriuskliniek te Amsterdam, onder leiding van
mevrouw Bakker (de latere mevrouw Rümke-Bakker), een psychiatrische polikliniek voor kinderen
geopend. In 1936 startte Carp te Leiden een kinderpsychiatrische polikliniek en in 1937 een
kinderpsychiatrische kliniek. In Nijmegen was er vanaf 1936 een door het particulier initiatief tot


3

, stand gekomen, aan de universiteit verbonden Pedologisch Instituut, dat enige tijd onder
psychiatrische leiding functioneerde en ook een spreekuur voor moeilijke kinderen had. Met
uitzondering van het in 1940 in de psychiatrische kliniek van de Rijksuniversiteit te Utrecht zaaltje
voor observatie en behandeling van kinderen met ernstige psychiatrische afwijkingen, waren al deze
initiatieven slecht een kort leven beschoren. Een aanzienlijk deel van de MOB-initiatieven beklijfde
wel.

Opkomst in Nederland
In Nederland werd in 1948 de Sectie Kinderpsychiatrie van de Nederlandse Vereniging voor
Psychiatrie (en Neurologie) opgericht op initiatief van Boon, en anderen. Ter vergelijking werd in de
Verenigde Staten in 1952 ‘The Academy of Child Psychiatry’ opgericht en ontstonden aldaar in de
jaren vijftig en zestig kinderpsychiatrische centra aan universiteiten. Met de Herziening Opleiding en
Onderwijs Psychiatrie (HOOP) is de kinder- en jeugdpsychiatrie een van de drie erkende
aandachtsgebieden.

Eerste jeugdpsychiatrische klinieken
De Stichting Jeugdpsychiatrische Centra is opgericht en in juni 1957 konden de eerste patiënten
worden opgenomen. Tot voor de Tweede Wereldoorlog omvatte de klinische kinderpsychiatrie zowel
kinderen als jonge adolescenten, hoewel de zorg totaal gericht was op de behoeften van kinderen.
De speciale behoeften van jeugdigen werden niet herkend. In 1937 opende het ‘Bellevue Hospital’ te
New York de eerste unit exclusief voor adolescenten, in 1949 gevolgd door Sands in Engeland.
Zandwijk kan als Nederlandse start van de jeugdpsychiatrie worden beschouwd, hoewel de
doelgroep eerst in de jaren negentig weer daadwerkelijke psychiatrische belangstelling kreeg. In
1972 werd Schouten te Utrecht tot (eerste) lector in de psychopathologie van de puberteit en de
adolescentie benoemd.

Eerste dagbehandeling
Frijling-Schreuder, in 1965 in Amsterdam tot hoogleraar benoemd, startte een kliniek voor
dagbehandeling. Haar leerling De Levita, startte in het Sophia Kinderziekenhuis in 1970 de tweede
kinderpsychiatrische dagbehandeling van Nederland. Vanaf midden jaren tachtig werd
dagbehandeling voorwaardelijk om een kinder- en jeugdpsychiatrische klinische instelling te zijn.

Ontwikkeling in België
In het begin van de jaren zeventig van de twintigste eeuw ontstonden in Vlaanderen de eerste
kinder- en jeugdpsychiatrische diensten in het kader van een algemeen psychiatrisch ziekenhuis in
Kortrijk en van het stedelijk kinderziekenhuis in Antwerpen. De daaraan gekoppelde ontwikkeling van
specifiek erkennings- en financieringsregels had als gevolg dat in relatief korte tijd in alle Vlaamse
provincies kinder- en jeugdpsychiatrische diensten werden opgestart. In Vlaanderen ontwikkelde het
aanbod zich provinciaal en was het van algemene aard en wordt alleen onderscheid gemaakt tussen
kinderen en jeugdigen. In Franstalig België was de ontwikkeling anders en is het aanbod vooral voor
kinderen, gericht op specifieke doelgroepen, zoals slachtoffers van mishandeling, en gesitueerd in de
omgeving van Brussel.

Apart specialisme
Aanvankelijk was er in België geen opleiding kinder- en jeugdpsychiatrie. Franstalige artsen gingen
een jaar naar een kinder- en jeugdpsychiatrische opleiding in Frankrijk en Nederlandstaligen naar
Nederland. Vanaf medio jaren tachtig kwam er in Vlaanderen een opleidingsaanbod aan de KU
Leuven, begin jaren negentig aan de Universiteit Antwerpen en sinds 2010 aan de Universiteiten
Gent en Brussel.




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper barbaraenmyrthe. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€12,99  56x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd