Inhoud
.....................................................................................................................1
H1:...............................................................................................................1
Grieks pioniers..........................................................................................2
Socrates, Plato Aristoteles....................................................................2
Islamitische filosofen................................................................................4
H2 wat is de relatie tussen lichaam, geest en kennis?.................................5
Descartes fysica:..................................................................................5
H3 psychologist of mind brain scientist from gall to Penfield.......................8
H4 the sensing and perceiving mind..........................................................13
Wundt and the establishment of experimental psychology H5..................20
H6 The evolving mind................................................................................25
H 7 Mesuring the mind: Galton and individual differences.........................27
H8 American pioneers: James, Hall, Calkins and Thorndike.......................29
H9 Psychology as the Science of behavior: Pavlov, Watson and skinner. . .32
H 10 Social influence and Social psychology: from Mesmer to Milgram and
beyond.......................................................................................................37
H11 mind in conflict; Freudian psychoanalysis and its successors:...........41
H12 psychology gets ‘’personality’’: allport, Maslow and broadening field
...................................................................................................................47
H13: the developing mind: Binet, Paiget and the study of intelligence.....51
H15 Applying Psychology: From the Witness Stand tot he Workplace........55
H16 the art and science of clinical psychology..........................................58
H1:
Ideeën uit de klassieke oudheid die belangrijk zijn voor de psychologie(
Thema: wat is de rol van de geest bij kennisverwerking?
,Grieks pioniers
Socrates, Plato Aristoteles
Veel van de ideeën van Socrates hebben veel discussie opgewekt, mensen
moesten zelf denken, door steeds te bevragen -> hij schreef zelf niks op
Basisprincipe van Socrates:
Rationalisme: reden gebruiken
Nativisme: native – kennis zit al in je
Zijn student was Plato
Hij dacht ook over de vraag: Wat is ware kennis?
Hij zij dat ware kennis het Idealisme is – verschijningsvorm (appearance)
en de ideale vorm
Sensorische input (verschijningsvorm) die is niet echt maar de beelden die
je maakt in je hoofd wel: ideale vorm
Denk aan een gevangen die alleen eenzijdig beeld van de wereld ziet.de
verschijningsvorm is dus alleen dat de wereld in een eenzijdige beeld.
Maar als de gevangene vrijkomt kan die een ideale beeld vormen. Ideale
beeld is eigenlijk - > er zit altijd wel iets achter hetgeen dat ik zie :
allegorie grot
Psyche: ziel
Psyche bestaat volgens Plato uit de Rede, lusten en plichten/moed
Hij beschrijft de psyche als een koets en paarden. De koets met de meneer
is de Rede, die stuurt de Lusten en de plichten/moed de goede kant open
laat ze samenwerken.
Aristoteles was de student van Plato
Hij was voorstander van het empirisme
,Empirisme betekend kennis= observatie +classificatie (taxonomie
diersoort indeling in groepen en subgroepen, wat we bij biologie ook doen)
dus in tegendeel van Plato zegt hij, de wereld is wel zoals je ziet.
Hoe dacht Aristoteles over de psyche? Wij noemen het On the psyche
Hij classificeerden de psyche in de schaal van de natuur. Classificatie is
meer het ordenen van wat je ziet zoals mensen dieren etc.
Verschillende organismes kunnen verschillende dingen omdat ze andere
zielen hebben:
De laagste organismen, planten, bezitten twee vermogens die ze
onderscheden met de dood. Dat zijn voeden en voortplanten. Dit zijn dan
ok de fundamentele functies van alle psyche
- Dat zijn de Vegetatieve zielen; simpele zielen zoals planten
Dan krijg je de organismen die zich kunnen voortbewegen, sensatie
hebben en een geheugen hebben.
- Dat zijn de sensitieve (gevoelige) zielen; sensatie, bewegen,
geheugen, verbeelding zoals dieren
- De hoogste functie van psyche zijn de rationele zielen; logisch
redeneren ALLEEN mensen
De rationele ziel heeft filters over hoe we de observaties indelen. Met
andere woorden hoe zien wij de wereld: we hebben een aangeboren set
categorieën om de observaties in te verdelen.
Op basis van:
Substantie; wat is iets? Een mens of rots?
Kwantiteit; hoeveelheid
Kwaliteit; welke kleur en vorm etc.
Locatie/tijd/relatie; groter dan, kleiner dan, voor of na etc.
Activiteit; wat doet het ding?
Overeenkomsten Plato en Aristotelis:
- Beide vinden waarnemingen subjectief
- Beiden denken dat mensen de enige rationeel denkers zijn
Verschil:
- Aristotelis zegt dat je die waarnemingen kunt classificeren
, Islamitische filosofen
Alkindi – indo-Arabische cijfers - getallenstelsel
Alhazen die uiteindelijk bezig was met; hoe werkt optica?
In die tijd waren er twee beweringen;
1. Uit het oog komen ‘’sondes’’ (lasers) die naar een object gaan en
terugkaatsen. Of
2. Stralen zijn afkomstig van het object en vallen in het oog
Alhazen ging voor de tweede bewering.
Alhazen ging voor de tweede bewering.
Avicenna – geïnspireerd door aristotelis over de zielen die ons helpen
waarnemen
Aristotelis beschreef alleen externe (exterieure) zintuigen (zicht, gehoor,
reuk, smaak, tast) – de filters
Maar interne zintuigen bestaan ook introspectie
Dus zijn opmerking over gevoelige zielen
- De externe zintuigen vormden de basis capaciteit voor het
ontvangen van de impulsen
- De interne zintuigen waren betrokken bij het doen van iets met de
ontvangen impulsen
Door deze twee dingen maakt Verbeelding/geheugen mogelijk:
Inschatting (estimation: inschatten kansen en gevaren
Neiging (appetition;impulsen)
Opmerking over de rationele zielen: