100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Scriptie voorbeeld juiste didactische werkvorm voor lastige HAVO klas - Fontys Hogeschool 2024 - Compleet met alle lesuitwerkingen €10,66
In winkelwagen

Scriptie

Scriptie voorbeeld juiste didactische werkvorm voor lastige HAVO klas - Fontys Hogeschool 2024 - Compleet met alle lesuitwerkingen

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een scriptie geschreven voor een school met een 'lastige' HAVO klas met drukke leerlingen. De organisatievraag was elke didactische werkvorm hier het beste bij past. Er is literatuur- en praktijkonderzoek uitgevoerd. Er wordt uitgebreid per les geschreven wat er in de praktijk gedaan kan wor...

[Meer zien]

Voorbeeld 6 van de 67  pagina's

  • 9 januari 2025
  • 67
  • 2024/2025
  • Scriptie
  • .
  • Onbekend
  • scriptie didactiek
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
Scriptiebibliotheek
, Samenvatting


Het onderzoek en de aanleiding
Voor het leerarrangement VPO en PO moest er een literatuur- en praktijkonderzoek gedaan
worden over problemen/onderwerpen die in de stage toegepast konden worden. Het doel
van dit onderzoek is het vinden van de juist didactische werkvorm voor een drukke/moeilijke
3 Havo klas, met leerlingen die veel bewegingsdrang hebben, op het X te X. De structuur en
de intensiteit van de lessen moeten nauwlettend in de gaten gehouden worden. Een goed
resultaat hangt samen met de vaardigheden van de docent, het onderdeel van de les en de
gemoedstoestand van de klas. Aan de sfeer van een klas is wel wat te doen, maar deze is
moeilijk te veranderen op korte termijn. Het tijdstip en de dag spelen onder andere een grote
rol in de groepssfeer. De docent heeft zelf een groot aandeel in de les. Indien de les goed in
elkaar zit, de structuur helder is en het gedrag van de docent naar behoren is, is er weinig
ruimte voor verstoring.
Er is dus een complex samenspel van factoren die invloed hebben op elkaar. Met dit
onderzoek wordt getracht de invloed van deze factoren te observeren en
richtlijnen/adviezen op te stellen voor het maken en geven van bewegingslessen aan
drukke/moeilijke klassen.
Het onderzoek is uitgevoerd in de volgende stappen:

1. Ontwikkelen van een observatieformulier.
2. Testen van het observatieformulier.
3. Observeren van de les, uitwerken van de observaties.
4. Vergelijkingen maken met literatuur en andere observaties.
5. Conclusie schrijven.
6. Maken van een eindverslag.


Aspecten die zijn gebruikt bij het kiezen, beoordelen en toepassen van de werkvormen.
Enkele omschrijvingen van didactische werkvormen zijn onderwijsstrategie, werkvorm,
vormingsmiddel of onderwijsactiviteit. Een didactische werkvorm bevat verschillende
onderdelen, zoals de activiteit van de docent, de groep/leerling, de doelen en de gepaste
werkvorm voor de doelen. Verder dient er rekening gehouden te worden met de individuele
leerling omdat iedere leerling een andere leerstijl heeft. Het is onmogelijk om met iedere
leerling rekening te houden, dus zal er gevarieerd moeten worden met werkvormen. Hier
kan bijvoorbeeld gedacht worden aan individuele opdrachten, groepsopdrachten of
activerende didactiek.
Het horen bij een groep is onontkoombaar. Een groep wordt gebruikt om een identiteit en
karakteristieke gedragingen te ontwikkelen. Een groep is een aantal mensen dat hetzelfde
doel wil bereiken en daarom afhankelijk is van elkaar. Door deze interactie beïnvloeden de
leden elkaar voortdurend. Elke groep heeft zijn eigen rolverdeling en normen. Daaruit komen
effectieve en minder effectieve groepen. In teams of groepen gaat het soms om individuele
prestaties, die tot een teamprestatie leiden of om een gezamenlijke prestatie. Het is belangrijk
dat in het team de verwachtingen duidelijk zijn en de verschillen onderling geaccepteerd
worden. Stel teams samen op basis van vaardigheden maar houd ook rekening met de
persoonlijkheid van de leerlingen.
Het begrip structuur wordt gezien als een bedachte constructie. Een netwerk van relaties
waarin mensen of groeperingen een bepaalde positie innemen. Aan een positie zit een rol
en



1

,een status verbonden. Een sociale structuur geeft richting aan het handelen van individuen.
De structuur is te verhogen door de relaties onderling goed te krijgen. Om deze relaties te
verbeteren is het van belang dat er duidelijke regels zijn over de taken/eisen en dient er
wederzijds respect te zijn. Tevens is het belangrijk dat er samen en dat niet tegen elkaar
gewerkt wordt.
De intensiteit is de mate van inspanning, activiteit of kracht. Voor de les geldt dat de
leerlingen zoveel mogelijk met bewegen bezig moeten zijn. De intensiteit wordt verhoogd
door meerdere situaties aan te bieden, door de les te verdelen in verschillende onderdelen,
door spelenderwijs te leren en door zoveel mogelijk leerlingen in te zetten.
Leiding geven kan niet alleen. Dit is een sociaal proces en in dit proces worden de
gedragingen van een individu of groep beïnvloed door het te bereiken doel. Er kan zowel
relatie- als taakgericht geleid worden. Het effect van het leidinggeven hangt af van het
karakter en de houding van de leider, de houding en het karakter van degene die geleid
wordt en de situatie. Een leider dient gezag te hebben. Dit wordt voor een groot deel bepaald
door het zelfvertrouwen en de houding van de leraar. Voor orde is het belangrijk dat er
duidelijke grenzen zijn, de regels nageleefd worden en naar verhouding op overtredingen
van de regels gereageerd wordt. Indien de regels overtreden worden dienen de leerlingen
gestraft te worden. Dit kan gedaan worden door bijvoorbeeld een time-out, strafregels of
door verwijdering uit de les.
Voordat er een les gemaakt wordt, is het belangrijk dat de beginsituatie en de doelen
duidelijk zijn. De beginsituatie moet bestaan uit verschillende niveaus, omdat geen één
leerling hetzelfde is. Voor de lesinhoud kunnen verschillende motivaties in het oog gehouden
worden, prestatiemotieven en recreatiemotieven. Voordat een spelvorm gekozen wordt,
moet er rekening gehouden worden met bepaalde criteria: de algemene inhoudelijke
keuzecriteria en de specifieke inhoudelijke keuzecriteria. Algemene inhoudelijke
keuzecriteria zijn de overkoepelende thema’s, zoals turnen of atletiek, en de specifieke
inhoudelijke keuzecriteria zijn de spellen die bij die thema’s horen. Voordat een spel
uitgevoerd wordt, moeten de regels, de manier van aanbieden en de motivatie van de
leerlingen duidelijk zijn.


Conclusies/richtlijnen/aanbevelingen.
De juiste werkvorm voor de klas hangt nauw samen met de vaardigheden van de docent, het
onderdeel van de les en de gemoedstoestand van de klas. De docent heeft een groot
aandeel in de les en indien de les goed in elkaar zit, kan de les toch redelijk goed verlopen.
Aan de sfeer van een klas is wel wat te doen, maar deze is moeilijk te veranderen op korte
termijn en hangt nauw samen met het tijdstip van de les. Verder is het zinvol om de
onderlinge relatie met de groep te verbeteren. Door een betere verstandshouding zal de
structuur ook beter worden.
Daarentegen moet er niet alleen relatiegericht lesgegeven worden, maar dient er een goede
balans te zijn tussen relatie- en taakgericht lesgeven. Bij het indelen van een les zijn er
verschillende aspecten van belang. Zo is het belangrijk dat de les goed gestart wordt door
middel van een inleiding met veel beleving. Hierdoor zijn alle leerlingen in een goede
stemming voor het vervolg van de les. Ook moet er gevarieerd worden binnen de
werkvormen waarmee de groep bekend is. Door een sterk afwijkende werkvorm te kiezen,
zal er meer onrust in de groep ontstaan. Bij het samenstellen van teams moet niet alleen
gekeken worden naar de vaardigheden maar ook naar de persoonlijkheden van de
leerlingen. Verder moet de les niet te intensief worden. Er moet een goede afwisseling
tussen rust en intensiteit zijn.
Tijdens deze rustmomenten kunnen leerlingen andere taken vervullen, zodat er niet alleen
maar stilgezeten wordt. Tevens moet een strak georganiseerde structuur aan de basis van
elke les staan.




2

, Voorwoord
Dit verslag komt voort uit het leerarrangement VPO en PO. Voor dit leerarrangement moest
er een literatuur- en praktijkonderzoek gedaan worden over problemen/onderwerpen die in
de stage toegepast konden worden. Dit onderzoek is geschikt voor verschillende
doelgroepen.

Het is voornamelijk geschikt voor vakdocenten lichamelijke opvoeding, maar is ook
bruikbaar als informatiebron voor andere docenten uit het onderwijs. Het doel van dit
onderzoek is het vinden van de juist didactische werkvorm voor een drukke/moeilijke 3 Havo
klas op het X te X.
Voordat het onderwerp bekend was, heb ik eerst gekeken waar ik in mijn stage tegenaan
liep. Ik kwam al snel op die drukke/moeilijke 3 Havo klas en heb met mijn stagebegeleider
nauwkeurig gekeken waar de problemen zaten. Daarna heb ik zelf gekeken of dit onderwerp
zinvol was om te gebruiken voor mijn literatuur- en praktijkonderzoek. Ik ben tevreden met
de keuze van het onderwerp. Ik merkte tijdens mijn onderzoek dat ik er een betere docent
door kan worden.
Veel plezier met het lezen van dit product.




3

, Inhoudsopgave

SAMENVATTING.................................................................................................................... 1
VOORWOORD........................................................................................................................ 3
INHOUDSOPGAVE................................................................................................................. 4
INLEIDING.............................................................................................................................. 6
AANLEIDING.............................................................................................................................6
ONDERZOEKSONDERWERP.......................................................................................................6
DE SITUATIE............................................................................................................................6
LEESWIJZER............................................................................................................................6
HOOFDSTUK 1: VERKENNING.............................................................................................7
1.1 DIDACTISCHE WERKVORMEN..............................................................................................7
1.1.1 Wat houdt de term didactische werkvormen in?....................................................7
1.1.2 Didactische werkvormen........................................................................................7
1.1.3 Didactische werkvormen en differentiatie..............................................................8
1.1.4 Groeperen van leerlingen en gebruik van de media..............................................9
1.1.5 Activerende didactiek...........................................................................................10
1.2 GROEPSDYNAMICA..........................................................................................................12
1.2.1 Het begrip groepsdynamica.................................................................................12
1.2.2 Diversiteit............................................................................................................. 13
1.2.3 Teams................................................................................................................. 13
1.3 INTENSITEIT.....................................................................................................................15
1.3.1 Wat is intensiteit?.................................................................................................15
1.3.2 Hoe verhoog je de intensiteit?.............................................................................15
1.3.3 Gevolgen van een verhoogde intensiteit..............................................................15
1.4 STRUCTUUR....................................................................................................................15
1.4.1 Wat is structuur?..................................................................................................15
1.4.2 Hoe verhoog je de structuur?...............................................................................15
1.4.3 Gevolgen van een betere structuur......................................................................15
1.5 SPELEN(D) LEREN SPELEN...............................................................................................16
1.5.1 Kiezen van thema’s, doelen, spel en de situatie..................................................16
1.5.2 Kiezen van spelvormen.......................................................................................16
1.5.3 Ontwikkeling binnen en tussen spelvormen.........................................................17
1.5.4 Regels................................................................................................................. 17
1.5.5 Manieren van aanbieden.....................................................................................17
1.5.6 Lessamenstelling.................................................................................................17
1.5.7 Motivatiebevorderende bewegingssituaties..........................................................18
1.5.8 Didactiek.............................................................................................................. 19
1.6 LEIDERSCHAP..................................................................................................................20
1.6.1 Leiding geven......................................................................................................20
1.6.2 Orde.................................................................................................................... 21
HOOFDSTUK 2: PLAN VAN AANPAK................................................................................23
2.1 ALGEMEEN......................................................................................................................23
2.2 STAPPENPLAN..................................................................................................................23
HOOFDSTUK 3: OPZET VAN HET ONDERZOEK..............................................................24



4

, 3.1 OPERATIONALISATIE........................................................................................................24
3.1.1 Onafhankelijke en afhankelijke variabelen...........................................................24
3.1.2 Wat wordt er onderzocht?....................................................................................24
3.1.3 Wat wordt er gemeten?.......................................................................................24
3.1.4 Zijn er bestaande instrumenten?..........................................................................24
3.1.5 Operationaliseren.................................................................................................24
3.2 ZELF ONTWORPEN OBSERVATIEFORMULIER.......................................................................26
3.3 ONDERZOEKSPOPULATIE..................................................................................................28
3.3.1 Controlevariabelen...............................................................................................28
3.4 VALIDITEIT EN BETROUWBAARHEID...................................................................................28
3.4.1 Is het haalbaar?...................................................................................................28
3.5 DATAVERZAMELING/PLANNING..........................................................................................29
3.5.1 Observatieplan.....................................................................................................29
HOOFDSTUK 4: RESULTATEN...........................................................................................30
4.1 OVERZICHT......................................................................................................................30
4.2 OPMERKINGEN PER WEEK................................................................................................31
HOOFDSTUK 5: DISCUSSIE, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN.................................32
5.1 DISCUSSIE.......................................................................................................................32
5.1.1 Vergelijkingen met de literatuur............................................................................32
5.1.2 Betekenis van de resultaten.................................................................................33
5.1.3 Kwaliteit van het onderzoek..................................................................................33
5.2 CONCLUSIE......................................................................................................................34
5.3 AANBEVELINGEN EN SUGGESTIES.....................................................................................34
BRONNENLIJST...................................................................................................................35
REFLECTIE.......................................................................................................................... 36
PROCES EVALUATIE...............................................................................................................36
PRODUCT EVALUATIE.............................................................................................................36
ZELFREFLECTIE.....................................................................................................................36
BIJLAGEN............................................................................................................................ 37
BIJLAGE I: PRAKTIJKVOORBEELDEN, RICHTLIJNEN EN TIPS........................................................38
BIJLAGE II: BESTAANDE OBSERVATIEFORMULIEREN..................................................................42
BIJLAGE III: OBSERVATIES......................................................................................................43
BIJLAGE IV: LESVOORBEREIDINGEN........................................................................................57
BIJLAGE V: GESPREKKEN MET STAGEBEGELEIDER..................................................................64




5

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Scriptiebibliotheek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,66. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 59063 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,66
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd