Uitwerkingen werkgroepen vennootschaps- en rechtspersonenrecht
B2 April 2020
Let op: Gaat om een MC toetsing van het tentamen. Dingen herkennen is belangrijker dan
dingen uit je hoofd leren!
,Werkgroep 1
Casus week 1
Schildersbedrijf Groen & Co vof heeft drie vennoten, Albert, Youssef en Frits. Albert heeft
bij de aanvang van de samenwerking een bedrijfspand ingebracht met een waarde van
€200.000, Youssef twee bedrijfswagens met een totale waarde van €40.000 en Frits
gereedschappen voor een bedrag van €20.000. Volgens het vennootschapscontract zijn slechts
twee vennoten tezamen bevoegd om de vof te vertegenwoordigen tot een bedrag van €15.000.
Rechtshandelingen boven dit bedrag kunnen alleen worden aangegaan door alle vennoten
tezamen. Per abuis is de vof niet ingeschreven in het handelsregister. Youssef en Frits
bestellen namens de vof een verfmengmachine bij Histolex BV voor een bedrag van €20.000.
Vraag 1
Wie kan Histolex BV aanspreken tot betaling van de €20.000?
Kijken naar de externe verhouding, hoe is de vof naar buiten werkzaam?
Sprake van een vof (16 WvK). Eerst kijken of de vennoten bevoegd waren tot het handelen.
In art. 17 lid 1 en 2 WvK kun je lezen dat vennoten van de vof in beginsel allemaal bevoegd
zijn de vof te vertegenwoordigen, tenzij zij dit anders afspreken. Afgesproken is dat bedragen
boven de 15.000 door alle vennoten alleen tezamen kunnen worden aangegaan. Youssef en
Frits zijn dus onbevoegd om namens de vennootschap te handelen.
Dan kijk je naar het feit dat het bedrijf niet is ingeschreven in het handelsregister. Volgens
artikel 23 WvK zijn vof’s verplicht de vennootschap in te schrijven in het handelsregister.
Art. 29 WvK zegt dat in dat geval alle vennoten kunnen handelen en tekenen, de derde wordt
beschermd, dus kan eenieder aanspreken.
Tot slot kijk je naar de uiteindelijke externe verhouding, ofwel de aansprakelijkheid. Wie kan
de leverancier aanspreken? In beginsel zijn alle vennoten, door de derde bescherming,
hoofdelijk aansprakelijk op grond van artikel 18 WvK. Histolex kan dus alle vennoten van de
vof aanspreken.
Zou de leverancier ook de vof zelf kunnen aanspreken? Op basis van Boeschoten/Besier is dit
mogelijk want de vof heeft een afgescheiden vermogen van de vennoten.
Vraag 2
Kan de aankoop van de verfmengmachine voor rekening van de vof worden gebracht? Zo ja,
in welke mate is ieder der vennoten gehouden daarin bij te dragen; zo nee, waarom niet?
Interne verhouding, kijk je naar de artikelen van BW 7A die voor maatschap, vof en CV van
overeenkomstige toepassing zijn.
Bij de vraag of het voor rekening kan worden gebracht van de vof, dan bekijk je eerst of het
om een beheershandeling gaat. Aanschaf van de machine past bij de normale uitoefening van
het bedrijf dus is een beheershandeling. De aankoop kan voor rekening van de vof worden
gebracht (art. 7A:1676 BW).
Alle vennoten moeten bijdragen, volgens artikel 7A:1670 BW is ieders aandeel evenredig aan
hetgeen hij in de maatschap heeft ingebracht. Albert heeft €200.000 ingebracht, Youssef
,€40.000 en Frits €20.000 euro. Dit is bij elkaar €260.000,- waarvan Albert 10/13 heeft
ingebracht, Youssef 2/13 en Frits 1/13. Albert moet dus 10/13 van
€20.000,- betalen, wat uitkomt op €15.384,62. Youssef moet €3.076,92 betalen en Frits
€1.538,46.
Ga er voor het vervolg van de casus van uit dat alle gegevens op de door de wet
voorgeschreven wijze in het handelsregister zijn ingeschreven. Albert koopt bij de
groothandel namens de vof ladders voor een bedrag van €12.500.
Vraag 3
Wie kan/kunnen door de groothandel tot betaling van de €12.500 worden aangesproken?
Kijken naar de externe verhouding.
Albert gaat de transactie alleen aan, hij is hiertoe niet bevoegd volgens de overeenkomst (art.
17 lid 1 en 2 WVK).
Dan ga je kijken naar het feit of dit is beschreven in het handelsregister, in de casus is dit nu
het geval. Hiertoe krijgt de derde dus geen bescherming, want hij kon de beperking van
bevoegdheid in het handelsregister lezen (art. 29 WVK).
Vennoten handelen altijd ook namens zichzelf (art. 18 WvK). Albert kan dus sowieso worden
aangesproken. De andere vennoten in dit geval niet omdat er geen sprake is van de
bescherming en de uitzonderingen: schijn van volmacht (3:61 lid 2 BW), bekrachtiging (3:69
BW) of baattrekking (7A:1681 BW). Alleen Albert kan dus worden aangesproken.
Vraag 4
Gesteld dat na de aankoop blijkt dat de groothandel de ladders niet kan leveren althans niet
voor de afgesproken prijs. Kan de groothandel met een beroep op vertegenwoordigings-
onbevoegdheid van Albert onder het contract met de vof uit?
Nee, dit kan niet. De beperking is in het handelsregister opgenomen. De groothandel had dus
kunnen weten dat Albert niet vertegenwoordigingsbevoegd was. Er is voldaan aan het
kenbaarheidsvereiste, de beperking was kenbaar. De groothandel is hierdoor eenzijdig
gebonden.
Je kunt als wederpartij vragen of de vof gaat nakomen met een termijn, 2 weken is over
algemeen redelijke termijn (art. 3:69 lid 4 BW).
Verder had de Groothandel kunnen weten dat er geen volmacht is verleend (art. 3:69 lid 3
BW).
, Albert heeft zijn woonhuis laten verbouwen door aannemer Wittens voor een bedrag van
€65.000. Albert blijft in gebreke met de betaling van zijn schuld aan Wittens.
Vraag 5
Kan Wittens zijn vordering verhalen op het bedrijfspand van Schildersbedrijf Groen & Co?
Albert heeft bedrijfspand ingebracht, en overgedragen aan mede-vennoten (art. 7A:1655 BW).
Hierdoor is goederenrechtelijke gemeenschap ontstaan en staat het woonhuis niet meer in het
privévermogen van Albert.
Bij de vof is er sprake van een afgescheiden vermogen, privé en vof-vermogen. Hier gaat het
om een privé schuld van Albert, privé schuldeisers van de vennoten kunnen zich niet verhalen
op vennootschapsvermogen (Boeschoten Besier-arrest). Wittens kan het faillissement van
Albert aanvragen, en hiermee de VOF wordt ontbonden. Moet een vereffening plaatsvinden,
dan kan de schuldeiser op het bedrijfspand verhalen omdat dan het bedrijfspand uit het
goederenrechtelijke gemeenschap ontstaan.
Opdrachten week 1
Opdracht 1
Joyce, Fatima en Ritchie, drie getalenteerde rechtenstudenten, spreken af dat zij de
collegedictaten die zij van de hoorcolleges en werkgroepen in de bachelorvakken hebben
gemaakt, gaan bundelen en verkopen. Ook zullen zij tegen betaling tentamentrainingen gaan
verzorgen in de eerstejaars vakken. Zij nemen ieder een deel van de vakken voor hun
rekening en spreken af dat zij de inkomsten in gelijke mate zullen verdelen.
Vraag 1
Is hier sprake van een benoemde overeenkomst als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek of het
Wetboek van Koophandel? Zo ja, welke; zo nee, waarom niet?
Eerst kijken naar (art. 7A:1655 BW) en die afgaan. Ze brengen allemaal iets in, namelijk
arbeid. Dit hebben ze met een doel, tentamentrainingen. Daarnaast met als doel voordeel
onderling verdelen. Dus sprake van een maatschap, is vormvrij en kan ongemerkt ontstaan
(samenwerking Dierenarts-arrest). Uit de casus blijkt dat het niet naar buiten publiekelijk is
getreden, dus geen vof.
Stel er is sprake van een maatschap. Omdat haar laptop steeds vastloopt, schaft Joyce voor de
maatschap een laptop aan bij Mycomp BV voor een bedrag van €699.
Vraag 2
Wie kan Mycomp BV aanspreken tot betaling van de laptop?
Kijken naar de externe verhouding.
Kijken naar artikelen 7A:1680 en 1681 BW. Je verbindt alleen jezelf als je handelt voor de
maatschap, tenzij de andere vennoten je volmacht hebben gegeven. Hier is geen sprake van
volmacht, dus Joyce bindt alleen zichzelf. Echter kan ook voortvloeien uit opgewekte schijn
van de wederpartij (art. 3:61 lid 2 BW), bekrachtigen (art. 3:69 BW) of indien er sprake is van
een volmacht (art. 7A:1681 BW). Ook allemaal geen sprake van. Mycomp kan dus alleen
Joyce aanspreken tot betaling van de laptop.
