100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Staats- en bestuursrecht samenvatting + colleges + jurisprudenties, bestuurskunde jaar 1, blok 2 €8,86
In winkelwagen

Samenvatting

Staats- en bestuursrecht samenvatting + colleges + jurisprudenties, bestuurskunde jaar 1, blok 2

 0 keer verkocht

Dit document bevat alle verplichte literatuur uit het boek beginselen van het Nederlandse staatsrecht en alle jurisprudenties en de colleges. De aantekeningen van de colleges zijn uitgebreid met voorbeelden.

Voorbeeld 4 van de 164  pagina's

  • Nee
  • Alle relevante literatuur
  • 21 januari 2025
  • 164
  • 2024/2025
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
StudyWithBo
Staats- en bestuursrecht literatuur
Boek: Beginselen van het Nederlandse staatsrecht + colleges per week
Week 1
Hoofdstuk 1: inleiding
Benadering van het begrip staat
De staat is een organisatie die gezag uitoefent over een gemeenschap binnen een bepaald
grondgebied. Hoewel erkenning door andere staten niet vereist is, versterkt internationale erkenning,
zoals toelating tot de Verenigde Naties, de positie van een staat. De gemeenschap binnen een staat
leeft volgens gemeenschappelijke normen en handhaaft deze met dwang, wat de staat onderscheidt
van andere groepen die dwang gebruiken.

De handhaving van regels binnen een staat is essentieel, al zijn er uitzonderingen, zoals bij
overtredingen door de hoogste staatsorganen waarbij dwang moeilijk toepasbaar is. In de
middeleeuwen werd gezag beschouwd als persoonlijk bezit van de vorst en was erfelijk. Dit
veranderde toen gezag werd gezien als iets abstracts dat samenwerking mogelijk maakt en niet
slechts een recht van één persoon is.

Filosofen zoals Locke en Rousseau droegen bij aan het idee van gezag gebaseerd op het 'sociaal
contract', waarbij gezag voortkomt uit de vrije wil van individuen die hun vrijheid gedeeltelijk
opofferen voor bescherming. Dit sociaal contract verenigt gezag en vrijheid: gezag wordt
geaccepteerd omdat het voortkomt uit zelf opgelegde beperkingen.

Het staatsrecht balanceert tussen individuele vrijheid en gemeenschapsdwang en zoekt een
compromis tussen de behoeften van het individu en de gemeenschap. In de moderne tijd staat het
gelijkheidsbeginsel centraal, waardoor onbeperkte monarchieën en oligarchieën onverenigbaar zijn
met dit ideaal.

Verdeling van de staatsmacht over verschillende organen
Democratie lost niet alle problemen van staatsbestuur op, vooral niet in grote gemeenschappen waar
directe democratie onwerkbaar is. In moderne staten wordt het bestuur toevertrouwd aan een kleine
groep gekozen vertegenwoordigers. Dit creëert een ambivalente relatie tussen burgers en de staat:
burgers kiezen het gezag, maar zijn ook onderworpen aan datzelfde gezag. Om machtsmisbruik door
gezagdragers te voorkomen, is een systeem van machtenscheiding en 'checks and balances'
ontwikkeld, zoals bepleit door Montesquieu. Zijn “trias politica” verdeelt de macht over drie
onafhankelijke organen: de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, zodat elk orgaan een
deel van de staatsmacht uitoefent en de andere organen controleert.

Hoewel de basisprincipes van machtenscheiding zijn behouden, is het moderne bestuur complexer
geworden. De uitvoerende macht, zoals de regering, voert niet alleen wetten uit, maar neemt ook
beslissingen op terreinen die buiten de specifieke wettelijke kaders vallen. Bovendien werken de drie
machten tegenwoordig meer samen, bijvoorbeeld door de gezamenlijke wetgevende rol van
parlement en regering.

Daarnaast worden overheidstaken soms verdeeld over regionale en centrale overheden om macht
verder te spreiden. In federale staten, zoals de VS en Duitsland, hebben deelstaten eigen
grondwettelijke bevoegdheden. In gedecentraliseerde eenheidsstaten zoals Nederland, hebben
regionale overheden zoals gemeenten en provincies wel verregaande bevoegdheden, maar blijven ze
onder centrale controle. Ook landen als het Verenigd Koninkrijk en Spanje kennen een vorm van
regionale autonomie, zonder volledig federatief te zijn.

,De democratische rechtsstaat
Het begrip 'democratie' gaat uit van gelijke rechten voor alle burgers om invloed uit te oefenen op het
bestuur. Een tweede belangrijk begrip in het staatsrecht is de 'rechtsstaat', die de burger beschermt
tegen machtsmisbruik door de overheid. In een rechtsstaat is de macht van de staat begrensd door
de wet, zodat de overheid alleen handelt binnen haar wettelijke bevoegdheden. Samen vormen deze
principes de basis van de 'democratische rechtsstaat', waarin het bestuur zowel democratisch als
rechtsstatelijk functioneert.

Democratie omvat drie kernaspecten:
o Vrije en geheime verkiezingen met gelijk stemrecht voor alle burgers.
o Regelmatige machtswisselingen, zodat dezelfde personen niet onbeperkt aan de macht
blijven.
o Een centrale rol voor het parlement bij het vaststellen van wetgeving.

Rechtsstaat omvat eveneens vier kernaspecten:
o Respect voor een staatsvrije sfeer waarin grondrechten gewaarborgd zijn.
o Het legaliteitsbeginsel, dat bepaalt dat alle overheidsoptreden op wetgeving moet berusten.
o Scheiding van bevoegdheden, waarbij geen enkel orgaan zijn eigen macht kan uitbreiden.
o Onafhankelijke rechtspraak voor geschillen tussen burger en staat.

Een democratische rechtsstaat verenigt deze kenmerken van democratie en rechtsstaat, waardoor
zowel de invloed van burgers op het bestuur als hun bescherming tegen de staat gewaarborgd is.

Grondregels van een democratisch-rechtsstatelijke staatsorganisatie
Het Nederlandse staatsrecht rust op twee basisprincipes voor democratisch-rechtsstatelijk bestuur:
het legaliteitsbeginsel en de verantwoordingsplicht.
o Legaliteitsbeginsel: Dit beginsel stelt dat geen enkel overheidsorgaan bevoegdheden mag
uitoefenen zonder wettelijke basis. Dit principe voorkomt machtsmisbruik door bestuur en
rechterlijke macht door te eisen dat hun bevoegdheden alleen voortvloeien uit de Grondwet
of wetten. Handelingen die dwang meebrengen, zoals arrestaties of strafoplegging, vereisen
dus altijd een expliciete wettelijke basis. Ook al wordt het legaliteitsbeginsel formeel
nageleefd, het komt vaak voor dat wetgeving bevoegdheden overdraagt aan lagere organen,
zoals ministers, die specifieke regels vaststellen.
o Verantwoordingsplicht: Elk overheidsorgaan moet zijn handelen verantwoorden of onder
controle staan van een ander orgaan. Deze plicht bestaat in diverse vormen:
o Politieke verantwoordelijkheid: Ministers verantwoorden zich tegenover het
parlement; lokale bestuurders verantwoorden zich aan gemeenteraad of provinciale
staten.
o Ambtelijke verantwoordelijkheid: Ambtenaren leggen verantwoording af aan hun
leidinggevenden.
o Toezicht op lokale organen: De centrale overheid houdt toezicht op lagere overheden
zoals gemeenten en provincies.
o Strafrechtelijke verantwoordelijkheid: Leidinggevenden kunnen strafrechtelijk
vervolgd worden voor ambtsmisdrijven.
o Rechterlijke controle: Bestuursbesluiten zijn vaak vatbaar voor bezwaar en beroep,
en onrechtmatige daden kunnen via civiele procedures worden aangevochten. De
rechter kan lagere regelingen toetsen aan hogere wetten en verdragen, hoewel hij
wetten niet aan de Grondwet mag toetsen (art. 120 Grondwet).

Deze regels zorgen ervoor dat vrijwel alle overheidsorganen in Nederland gebonden zijn aan
controlemechanismen die machtsmisbruik beperken en democratische verantwoording bevorderen.

,Historische ontwikkeling van een democratisch-rechtsstatelijke staatsorganisatie
Het democratisch-rechtsstatelijke systeem in Nederland is complex vanwege de vereiste checks and
balances, die machtsconcentratie en machtsmisbruik moeten voorkomen. Deze grondregels zelf
geven echter niet aan hoe bevoegdheden zijn verdeeld of hoe organen elkaar controleren. Het
Nederlandse systeem van checks and balances is ontstaan uit een historische ontwikkeling waarin
vroeger het bestuur veel machtiger was. De huidige verdeling van macht en controle tussen organen
kan daarom enkel begrepen worden door dit historisch te bekijken.

In de moderne tijd zien we een ontwikkeling naar een bredere invulling van democratie, waarbij het
idee leeft dat gekozen vertegenwoordigers niet altijd alle belangen van burgers kunnen behartigen.
Als aanvulling op de vertegenwoordigende democratie zijn instrumenten als inspraak, referenda, en
burgerinitiatieven ontstaan. Inspraak stelt burgers in staat om hun mening te geven over
overheidsplannen, terwijl referenda en burgerinitiatieven burgers direct laten meebeslissen over
bepaalde kwesties. Hoewel referenda politieke besluitvorming kunnen aanvullen, vormen ze soms
een probleem doordat complexe kwesties tot een simpele "ja" of "nee" herleid worden. Op nationaal
en lokaal niveau wordt geëxperimenteerd met verschillende vormen van burgerparticipatie, vooral op
gemeentelijk niveau.

Historisch-systematische methode
De studie van het staatsbestel vereist een historisch-systematische methode, waarbij zowel de
historische ontwikkeling als systematische toetsing aan basisbeginselen centraal staan. Om de
instellingen en machtsverdeling goed te begrijpen, moet men deze zien als het resultaat van
historische groei. Staatsrechtgeleerden hebben niet alleen de taak om de bestaande structuren te
verklaren, maar ook om bij te dragen aan toekomstige ontwikkelingen. Dit betekent dat zij nieuwe
ontwikkelingen kritisch moeten evalueren op basis van grondregels. De methode moet dus zowel
begrip tonen voor de historische ontwikkeling als ruimte bieden voor kritische evaluatie.

Belangrijkste punten op een rijtje
- Begrip van de staat
o Definitie: de staat is een organisatie die gezag uitoefent over een gemeenschap
binnen een afgebakend grondgebied
o Internationale erkenning: erkenning door andere staten is niet vereist, maar versterkt
de positie van een staat
o Gezag en dwang: de staat onderscheidt zich door het vermogen om dwang uit te
oefenen volgens gemeenschappelijke normen
- Historische ontwikkeling van gezag
o Middeleeuwen: gezag werd toen als persoonlijk bezit van de vorst beschouwd
o Moderne visie op gezag: gezag werd later gezien als een abstracte samenwerking
tussen de overheid en burgers
o Sociaal contract: filosofen als Locke en Rousseau introduceerden het idee dat gezag
voortkomt uit de vrije wil van burgers die een deel van hun vrijheid opofferen voor
bescherming
- Verdeling van staatsmacht
o Machtenscheiding en checks and balances: om machtsmisbruik te voorkomen, is
macht verdeeld over drie organen (trais politicas) – wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht.
o Samenwerking tussen machten: tegenwoordig werken de drie machten soms samen,
bijvoorbeeld in de wetgevende taken van parlement en regering
o Decentralisatie: in federale en gedecentraliseerde eenheidsstaten, zoals Nederland, is
er machtsspreiding naar regionale overheden zoals gemeente en provincies

, - De democratische rechtsstaat
o Democratie: burgers hebben gelijke rechten om invloed uit te oefenen, met vrije en
geheime verkiezingen, regelmatige machtswisselingen en een belangrijke rol voor het
parlement
o Rechtsstaat: beschermt burgers tegen machtsmisbruik van de overheid door
wetgeving, scheiding van bevoegdheden, onafhankelijke rechtspraak, en respect voor
grondrechten
o Democratische rechtsstaat: combineert de principes van democratie en rechtsstaat
voor burgerinvloed en bescherming tegen machtsmisbruik
- Basisprincipes: legaliteitsbeginsel en verantwoordingsplicht
o Legaliteitsbeginsel: geen enkel overheidsorgaan mag bevoegdheden uitoefenen
zonder wettelijke basis
o Verantwoordingsplicht: overheidsorganen moeten hun handelen verantwoorden,
met politieke, ambtelijke, strafrechtelijke en rechterlijke verantwoordelijkheden
- Historische ontwikkeling van het Nederlandse Staatsbestel
o Checkes and balances: het systeem in Nederland is ontstaan uit een historische
ontwikkeling waarin het bestuur eerder veel machtiger was
o Uitbreiding van democratie: er zijn nieuwe vormen van democratische inspraak en
participatie ontstaan, zoals referenda, burgerinitiatieven en inspraakmomenten, om
de betrokkenheid van burgers te vergroten.
- Historisch-systematische methode
o Onderzoeksmethode: de studie van het staatsrecht vereist een histroisch-
systematische benadering waarin zowel de historische context als systematische
toetsing aan basisprincipes worden meegenomen.
o Doel van staatsrechtgeleerden: zij moeten bestaande structuren verklaren en
bijdragen aan toekomstige ontwikkelingen door nieuwe ontwikkelingen kritisch te
beoordelen aan de hand van fundamentele beginselen.

Hoofdstuk 2: de bronnen van het staatsrecht
Bronnen van het staatsrecht
In het staatsrecht is de onderzoeksmethode belangrijker dan in andere rechtsgebieden, zoals het
burgerlijk of strafrecht, waar er meer vastgelegde en geschreven regels zijn die door de rechter
geïnterpreteerd worden. In het staatsrecht interpreteren staatsinstellingen zoals de regering en de
Tweede Kamer zelf hun onderlinge verhoudingen, zonder tussenkomst van een onafhankelijke
rechter. De bronnen van het staatsrecht zijn de Grondwet, gewoonterechtelijke regels, en andere
geschreven regelingen zoals wetten en algemene maatregelen van bestuur. Elk van deze bronnen
moet apart worden bestudeerd.

Geschiedenis van de grondwet
Hier is een overzicht van de historische ontwikkeling van de Nederlandse Grondwet:
- Unie van Utrecht (1579): Eerste Nederlandse staatsregeling waarin provincies hun
soevereiniteit deels overdroegen aan een centraal gezag voor gemeenschappelijke belangen,
zoals eenheid in de munt en vrijheid van godsdienst.
- Bataafse Republiek (1798): Onder invloed van Frankrijk werd een nieuwe grondwet
ingevoerd, met latere wijzigingen in 1801, 1805 en 1806, waarin het Koninkrijk Holland werd
gevormd.
- Grondwet van 1815: Deze Grondwet, opgesteld na de vereniging met België, was gebaseerd
op Montesquieu ’s machtenscheiding. Hoewel deze Grondwet sterk gewijzigd werd, vormt zij
de basis voor het huidige parlementaire systeem.
- Grondwetsherzieningen:

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper StudyWithBo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,86. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64670 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€8,86
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd