Wil jij graag Psychologie studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen en heb je 8 maart 2025 de selectietoets? Deze samenvatting zal je volledig voorbereiden voor de decentrale selectietoets! De volgende hoofdstukken staan uitgewerkt in de samenvatting met voorbeelden, afbeeldingen en formules: Hoo...
, Samenvatting Decentrale Selectie Toelatingstoets
Psychologie Rijksuniversiteit Groningen 2025
Methodologie (hoofdstuk 2)
Methodologie = hoe bewijs wordt verzameld en geverifieerd in de psychologie
Empirisme = psychologen verkrijgen nauwkeurige kennis over gedrag en mentale
processen alleen door de wereld te observeren en aspecten daarvan te meten.
3 primaire doelen van wetenschap:
● Beschrijving
● Voorspelling
● Verklaring
Onderzoekt om te beschrijven wat een fenomeen is, te voorspellen wanneer en waar
het zal voorkomen, en de mechanismen erachter te verklaren.
Onderzoek = een wetenschappelijk proces dat de zorgvuldige verzameling, analyse
en interpretatie van gegevens omvat.
Gegevens = metingen verzameld tijdens het onderzoeksproces.
Wetenschappelijke methode = een systematische en dynamische procedure van
het observeren en meten van fenomenen, gebruikt om de doelen van beschrijving,
voorspelling, controle en verklaring te bereiken. Het omvat een interactie tussen
onderzoek, theorieën en hypothesen.
Theorie = een model van onderling verbonden ideeën of concepten dat verklaart
wat wordt waargenomen en voorspellingen doet over toekomstige gebeurtenissen.
Gebaseerd op empirisch bewijs.
↪ een goede theorie moet falsifieerbaar zijn.
Hypothese = een specifieke, testbare voorspelling,
nauwer gedefinieerd dan de theorie waarop deze is
gebaseerd.
Occan’s razzor/ wet van spaarzaamheid = wanneer
er twee concurrerende theorieën bestaan om hetzelfde
fenomeen te verklaren, wordt meestal de eenvoudigste
voorkeur gegeven.
V: Welk wetenschappelijk doel wordt vervuld door een
project dat de oorzaken van tiener vapen wil begrijpen?
A: Verklaring
Kwalificeren → beschrijven
Kwantificeren → meten
,Variabele = iets in de wereld dat kan variëren en dat een onderzoeker kan
manipuleren (veranderen), meten (evalueren), of beide.
Operationele definitie = een definitie die een variabele kwalificeert en kwantificeert,
zodat de variabele objectief kan worden begrepen.
Peer review = een proces waarbij andere wetenschappers met vergelijkbare
expertise onderzoeksrapporten evalueren en bekritiseren.
Wetenschappelijke poster = presenteert informatie over de hypothesen, methoden,
resultaten en conclusies van een onderzoek.
Replicatie = herhaling van een onderzoek om de resultaten te bevestigen of te
weerleggen.
Valse positieve = een resultaat dat optreedt wanneer er geen werkelijk effect is,
maar een studie per toeval een statistisch significant resultaat oplevert.
Twijfelachtige onderzoekspraktijken = praktijken die onbedoeld het onderzoek
minder repliceerbaar maken.
↪ Effecten van twijfelachtige onderzoekspraktijken:
● Kleine steekproeven (een grotere steekproef is nodig voor een nauwkeurige
schatting van de populatie-effecten).
● HARKing = hypothesen formuleren nadat de resultaten bekend zijn in plaats
van een theorie te genereren vóór het onderzoek.
● p-hacking = dezelfde hypothese testen met verschillende statistische tests
totdat er een statistisch significant resultaat is.
● Het onderrapporteren van nulresultaten (nulresultaat = geen verschil tussen
condities of geen relatie tussen variabelen).
Om twijfelachtige onderzoekspraktijken te voorkomen:
● Preregistratie = een studie’s hypothesen, methoden en analyseplan vooraf
documenteren en publiceren op een tijdgestempelde website.
● Meta-analyse = een studie van studies die de bevindingen van meerdere
studies combineert om tot een conclusie te komen.
V: Hoe voorkomt preregistratie HARKing?
A: Het dwingt onderzoekers om hun hypothese openbaar te documenteren voordat
ze een studie uitvoeren.
Nepnieuws = verhalen zonder ondersteunend bewijs, gemaakt om persoonlijke
redenen, reclame of politieke doeleinden.
Goed onderbouwd bewijs in de wetenschap → onderzoeksrapporten gebaseerd op
empirische gegevens die zijn gepubliceerd in peer-reviewed tijdschriften of
preprint-servers.
Soorten studies die in psychologisch onderzoek worden gebruikt:
1. Beschrijvend onderzoek = onderzoeksmethoden waarbij gedrag wordt
geobserveerd om dat gedrag objectief en systematisch te beschrijven.
, - Case study = een beschrijvende onderzoeksmethode waarbij een
intensief onderzoek plaatsvindt naar een atypisch persoon of
organisatie.
- Observationele studies → participerende observatie & naturalistische
observatie
↪ Participerende observatie = de onderzoeker neemt deel aan de
situatie.
↪ Naturalistische observatie = de onderzoeker is een passieve
observator, gescheiden van de situatie en probeert het lopende gedrag
niet te veranderen of te beïnvloeden.
↪ Zelfrapportagemethoden = methoden voor het verzamelen van
gegevens waarbij mensen wordt gevraagd informatie over zichzelf te
verstrekken, zoals in enquêtes of vragenlijsten.
2. Correlationeel onderzoek = een
onderzoeksmethode die beschrijft en voorspelt
hoe variabelen op natuurlijke wijze in de echte
wereld met elkaar samenhangen, zonder dat de
onderzoeker probeert ze te veranderen of
causale verbanden vast te stellen.
- Spreidingsdiagram = een grafische
weergave van de relatie tussen twee
variabelen.
- Correlatiecoëfficiënt = een beschrijvende statistiek die de sterkte en
richting van de relatie tussen twee variabelen aangeeft.
↪ Richtingprobleem = een probleem dat voorkomt bij correlationele studies.
De onderzoeker vindt een relatie tussen twee variabelen, maar kan niet bepalen
welke variabele veranderingen in de andere kan hebben veroorzaakt (leidt A tot B of
leidt B tot A?).
↪ Derde-variabele probleem = een probleem dat optreedt wanneer de
onderzoeker variabelen niet direct kan manipuleren. Daardoor kan de onderzoeker
niet zeker zijn dat een andere, niet-gemeten variabele niet de echte oorzaak is van
de verschillen in de variabelen van interesse.
3. Experimenteel onderzoek = De onderzoeker heeft maximale controle over
de situatie.
- Experiment = een onderzoeksmethode die causale hypothesen test door
variabelen te manipuleren en te meten.
- Onafhankelijke variabele = de variabele die wordt gemanipuleerd in een
onderzoek.
- Afhankelijke variabele = de variabele die wordt gemeten in een onderzoek
(afhankelijke maat).
- Experimentele groep = de deelnemers in een experiment die de behandeling
krijgen.
- Controlegroep = de deelnemers in een experiment die geen interventie krijgen
of een interventie ontvangen die niet gerelateerd is aan de onderzochte
onafhankelijke variabele.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rochenneschottert. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €18,24. Je zit daarna nergens aan vast.