100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Materieel Strafrecht leerdoelen + arresten week 5 €3,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Materieel Strafrecht leerdoelen + arresten week 5

 0 keer verkocht

Samenvatting Materieel Strafrecht leerdoelen + arresten week 5

Voorbeeld 3 van de 25  pagina's

  • Nee
  • H5
  • 3 februari 2025
  • 25
  • 2024/2025
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
zjeex
Deelneming aan strafbare feiten

Leerdoelen

De verschillende deelnemingsvormen.

Medeplegen art. 47 lid 1 onder 1 Sr.
- Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:
1. Zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen.
- = Nauwe en bewuste samenwerking, waarbij de intellectuele en / of
materiële bijdrage van voldoende gewicht is.
- De medepleger wordt in strafrechtelijk opzicht gelijkgesteld met de dader.
- Er is sprake van gezamenlijkheid, dus er zijn meerdere (mede)plegers.
- De klassieke situatie is dat de verschillende medeplegers in plaats komen
van een enkele feitelijke pleger. Daarbij vervullen de medeplegers als het
ware samen de rol v.d. enkele feitelijke pleger. Daarbij is sprake van een
gezamenlijk vooropgezet plan en een gezamenlijke uitvoering v.h. delict.
- De verwantschap tussen de deelneming en het gepleegde strafbare feit
(grondfeit) is het sterkste van alle deelnemingsvormen.
- vormen:
 Pleger – pleger
- = als er 2 of meer daders zijn die ieder voor zich de gehele
delictsomschrijving vervullen.
 Pleger – medepleger
- = als de 1 (de pleger) alle delictsbestanddelen heeft vervuld en de
ander (medepleger) niet alle delictsbestanddelen heeft vervuld,
maar toch als even strafbaar moet worden aangemerkt vanwege de
nauwe samenwerking.
- sprake van een uitbreiding v.d. strafbaarheid t.o.v. het plegen. De
medepleger vervult immers niet in zijn eentje de gehele do, maar
wordt toch als ‘dader’ gestraft voor het gehele strafbare grondfeit
47 lid 1 onder 1 Sr.
 Medepleger – medepleger
- = ze vervullen allebei niet de delictsbestanddelen, maar de
delictsbestanddelen zijn verspreid over de deelnemers.
- sprake van een uitbreiding v.d. strafbaarheid t.o.v. het plegen. De
medepleger vervult immers niet in zijn eentje de gehele do, maar
wordt toch als ‘dader’ gestraft voor het gehele strafbare grondfeit
47 lid 1 onder 1 Sr.
- Wanneer is de rol van verdachte nu groot genoeg om van medeplegen te
kunnen spreken:
 Nauwe en bewuste samenwerking
 Gewichtige intellectuele en / of materiële bijdrage
- HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474 (overzichtsarrest)
- wanneer nauwe en bewuste samenwerking: de intensiviteit v.d.
samenwerking, de taakverdeling, het al dan niet voeren van regie,
tonen van initiatief, aanwezig zijn op belangrijke momenten v.d.
uitvoering de rol van de verdachte, of je wel of niet deelt in de buit
en het zich al dan niet distantiëren van het feit wanneer het
mogelijk is. Dit zijn factoren die moeten worden meegewogen in het
licht van de casus. Het is dus geen afvinklijstje.
 Fysieke aanwezigheid niet vereist.
HR: containerdiefstal


1

,Medeplichtigheid art. 48 Sr
- Als medeplichtigen van een misdrijf worden gestraft:
1. Zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen v.h. misdrijf;
2. Zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot
het plegen v.h. misdrijf.
- Medeplichtigheid ‘’bij’’ en ‘’tot’’
- bij: een gelijktijdige of simultane vorm van medeplichtigheid. Het op de
uitkijk staan van een inbraak.
- tot: voorafgaande of consecutieve medeplichtigheid. Het uitlenen van
een pistool aan een ander die te kennen geeft die nodig te hebben voor
een moord.
- Behulpzaam zijn: misdrijf, poging of voorbereiding. Die behulpzaamheid
moet gericht zijn op een bepaald strafbaar feit.
- voor medeplichtigheid is dubbel opzet vereist waarbij voorwaardelijke
opzet voldoende is.
- De medeplichtige wordt in de wet 47 Sr onderscheiden v.d. dader v.h.
strafbare feit.
- Medeplichtigheid kan worden gezien als een minder ernstige vorm van
deelneming.

Uitlokken art. 47 lid 1 onder 2 en lid 2 Sr
- Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:
2. zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of
misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of
inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.
- = de uitlokker zet een ander opzettelijk aan (lokt uit) tot het plegen van
een strafbaar feit en daarbij maakt hij gebruik van een zogenaamd
uitlokkingsmiddel.
- De uitlokker wordt gelijkgesteld met de dader van een strafbaar feit.
- Bij de uitlokker is niet verdeling van bestanddelen mogelijk over deelnemer
en pleger. De uitgelokte neemt het plegen v.h. delict voor diens rekening
en vervult alle bestanddelen. De relatie v.d. uitlokker tot het gronddelict is
bij uitlokking dan ook zwakker dan bij medeplegen (en doen plegen).
- De strafwaardigheid v.d. gedraging v.d. uitlokker (en medeplichtige) is
sterker afhankelijk v.d. delictsgedraging v.d. feitelijk pleger.
- De gedraging v.d. uitlokker ligt verder weg gelegen v.h. gronddelict.
- Wanneer de opzet v.d. uitlokker en de uitgelokte zo ver uit elkaar liggen, is
de uitlokker niet strafbaar. Bijv. uitlokker wil bedreiging en uitgelokte
pleegt moord. Uitlokker zou dan wel veroordeeld kunnen worden voor
poging tot uitlokking van bedreiging.
- Maar stel de uitlokker heeft de uitgelokte uitgelokt voor diefstal en de
uitgelokte gebruikt geweld bij die diefstal, is de uitlokker daar WEL
strafbaar voor. Hij heeft dan willens en wetens de kans aanvaard dat de
uitgelokte bij de diefstal geweld zal gebruiken. Dus ka hij veroordeeld
worden voor uitlokking van diefstal met geweld.

Doen plegen art. 47 lid 1 Sr
- = de uitvoerder van een strafbaar feit wordt als een willoos werktuig
gebruikt door de doen pleger. Tegen je kind van 5 zeggen dat hij iemand
moet vermoorden.
- ‘Dader is evenzeer hij die het feit pleegt, niet persoonlijk maar door
tusschenkomst van een ander, als werktuig in zijne hand, wanneer die
andere wegens de onwetendheid waarin hij verkeert, de dwaling waarin hij


2

, is gebracht of het geweld waarvoor hij zwicht, handelt zonder opzet,
schuld of toerekenbaarheid.’
- De uitvoerder is straffeloos. Dit omdat het vereiste opzet of de vereiste
culpa ontbreekt, of omdat hem een geslaagd beroep op een
strafuitsluitingsgrond (welke dan ook) toekomt (dit laatste wordt bedoeld
met ‘handelen zonder toerekenbaarheid’). Ook andere gronden kunnen tot
straffeloosheid leiden, zoals het door de onmiddellijke dader niet voldoen
aan de voor kwaliteitsdelict vereiste kwaliteit.
- Er moet dus in ieder geval sprake zijn van een strafbare doen pleger (de
middellijke dader) en een straffeloze uitvoerder (de onmiddellijke dader)
die als instrument wordt ingezet door de middellijke dader.
- De voorwaarde van straffeloosheid v.d. onmiddellijke dader houdt niet in
dat deze geheel straffeloos hoeft te zijn. Er hoeft ook geen sprake te zijn
van een volstrekt willoos werktuig. Verder is slechts vereist dat de
onmiddellijke dader niet gestraft kan worden voor het delict waarop v.d.
doen pleger zich richt. Indien de doen pleger bijvoorbeeld vervolgd wordt
voor een doleus delict (bijvoorbeeld doodslag), is het goed mogelijk dat de
onmiddellijke pleger voor een culpoos delict (bijvoorbeeld dood door
schuld) strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld.
- Subjectieve bestanddelen opzet en culpa:
 Opzet
- Moet de doen pleger opzet hebben – behalve op het inzetten v.d.
feitelijke pleger – op alle delictsbestanddelen?
- Bij doen plegen bestaat een directe relatie tussen de gedragingen
v.d. middellijke pleger en het delict.
- De doen pleger dient dan ook opzet te hebben op alle
delictsbestanddelen die in de do door het opzet worden beheerst.
- De doen pleger hoeft dus geen opzet te hebben op geobjectiveerde
bestanddelen.
- Waar bij overtredingen geen opzeteis geldt, geldt die ook niet voor
de doen-pleger.
 Culpa
- Bij tll van een culpoos delict dient de doen pleger culpa te hebben
m.b.t. alle bestanddelen die in de do door culpa worden beheerst.
Echter, bij culpoze gevolgsdelicten, zoals dood door schuld (art. 307
Sr), is het niet nodig om de deelnemingsvorm doen plegen ten laste
te leggen. Die delicten bevatten immers geen delictsgedraging. Het
‘aan diens schuld te wijten’ in een dergelijke bepaling kan
rechtstreeks aan de middellijke pleger als pleger ten laste worden
gelegd.




3

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zjeex. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71241 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€3,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd