Beknopte samenvatting op basis van het boek R.J.N. Schlössels en S.E. Zijlstra, Bestuursrecht in de Sociale Rechtsstaat, deel 1 (2017). Samen gevoegd met de werkgroep uitwerkingen (stap voor stap uitgewerkt) en hoorcollege aantekeningen.
Werkgroep 5: Openbaarheid van bestuur en privaatrechtelijk bestuur
Literatuur:
R.J.N. Schlössels en S.E. Zijlstra, Bestuursrecht in de Sociale Rechtsstaat, deel 1 (2017):
Hoofdstuk 1: nrs. 36-40,
Hoofdstuk 9: helemaal (nrs. 339-358)
Hoofdstuk 10: nrs. 359-381
Hoofdstuk 19: nr. 631-632, nr. 634
Hoofdstuk 22: nr. 705.
Leerdoelen:
Na bestudering van de voorgeschreven literatuur, het volgen van het hoorcollege en het
volgen van de werkgroep in week 5,
- Kent u de verplichtingen tot openbaarmaking van overheidsinformatie onder de Wet
openbaarheid van bestuur (Wob);
- Kunt u beoordelen of in een concrete casus een bestuursorgaan verplicht is tot het
verstrekken van informatie, en wanneer niet;
- Weet u op basis waarvan bestuursorganen informatie over toezicht en sanctiebesluiten
openbaar kunnen maken en welke waarborgen daarbij in acht moeten worden
genomen;
- Kunt u beargumenteren in hoeverre de openbaarmaking zelf een sanctie is en welke
aard deze sanctie dan heeft;
- Kunt u beargumenteren of in een concrete casus de overheid gebruik mag maken van
privaatrechtelijke instrumenten (bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst), aan
de hand van de doorkruisingsleer zoals geformuleerd in het Windmill-arrest;
- Kunt u uitleggen in hoeverre bestuursrechtelijke normen van toepassing zijn als een
overheidsorgaan privaatrechtelijk handelt, en hoe de burgerlijke rechter hiermee
omgaat;
- Weet u welke rechter rechtsbescherming kan bieden als de overheid privaatrechtelijk
handelt;
1
, Schlössels en Zijlstra
Openbaarheid van het bestuur
Openbaarheid is een democratische en rechtsstatelijke waarborg die aan andere voorafgaat.
Het uitgangspunt is dat de bestuursorganisatie geen verborgen agenda heeft, dit geeft de
burgers een controlemogelijkheid op besturen. Toch kunnen er legitieme redenen zijn om niet
alles openbaar te maken. De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) geeft uitwerking aan het
openbaarheidsbeginsel. Art. 110 GW verschaft aan de Wob een grondwettelijke basis.
Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak vloeit uit art. 10 EVRM in beginsel een zodanig
openbaarheidsrecht voort.
Voor de toepassing van de Wob is het van belang te weten dat er op vele bestuurlijke
terreinen aparte bijzondere wettelijke regelingen bestaan inzake de openbaarmaking en
geheimhouding van gegevens vervat in schriftelijke stukken. De Wob is over het algemeen
aanvullend van aard (art. 2 lid 1 Wob).
De Wob verplicht bestuursorganen tot passieve en actieve openbaarheid, dat wil zeggen de
plicht tot het verschaffen van informatie op verzoek (art. 3 e.v. Wob) en de plicht om uit eigen
beweging informatie te verschaffen over het overheidsbeleid (art. 8 e.v. Wob). Het gaat hier
steeds om informatie betreffende een bestuurlijke aangelegenheid, betrekking op beleid van
een bestuursorgaan (art. 1 aanhef b Wob).
Art. 10 Wob bevat enkele algemene uitzonderingsgronden, welke zowel op de passieve
informatieverschaffing als op de actieve informatieplicht van toepassing zijn. In deze
uitzonderingen komt tot uitdrukking dat openbaarheid zijn grens vindt in de plicht andere
belangen te behartigen of eerbiedigen. De uitzonderingsgronden genoemd in art. 10 lid 1 Wob
hebben een absoluut karakter. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft
achterwege voor zover dit:
- De eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen
- De veiligheid van de Staat zou kunnen schaden
- Bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of
rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld
- Persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke
levenssfeer maakt
De uitzonderingsgronden zoals genoemd in art. 10 lid 2 Wob zijn relatief. Hun
toepasselijkheid is afhankelijk gesteld van de afweging van het belang dat met het verschaffen
van de verlangde informatie wordt gediend tegen de belangen die zich daartegen zouden
verzetten. Of een belang dat weigering rechtvaardigt zich voordoet, moet de rechter toetsen
(art. 3:4 lid 2 Awb). Het gaat om de volgende belangen:
- De betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties
- De economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke
lichamen of de in artikel 1a, onder c en d, bedoelde bestuursorganen
- De opsporing en vervolging van strafbare feiten
- Inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen
- De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer
- Het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de
informatie
- Het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de
aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnnaLynn1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.