23-5-2020
Schematische samenvatting:
Klinische psychologieHenk T. van der Molen, Ellin Simon, Jacques van Lankveld (red.)
Deel 1: Theoretische referentiekaders
Hoofdstuk 1: Over klinische psychologie en ‘abnormaal’
gedrag
Samengesteld door Mireille Nefkens
De vetgedrukte woorden in de samenvatting corresponderen met de bijbehorende begrippenlijst, ook te koop via Stuvia. Samen met deze
samenvatting vormt het één geheel.
1
Psychologie
Toepassingsgerichte
Basisdisciplines
disciplines
1. Psychologische functieleer Grootste
1. Klinische- en
2. Ontwikkelingspsychologie groep
gezondheidspsychologie
3. Gedragsleer → sociale psychologie
2. Arbeids- en organisatiepsychologie
4. Persoonlijkheidspsychologie
3. Onderwijspsychologie
5. Methodenleer
6 Benaderingen
1. Neurobiologische benadering
2. Leertheoretische benadering
3. Cognitieve benadering
4. Psychoanalytische benadering
5. Humanistische benadering
6. Systemische benadering
2
1
, 23-5-2020
Terrein van de
Definities breed en smal
klinische psychologie
1. Gebied van de psychologie dat zich bezighoudt met afwijkend, slecht-aangepast en abnormaal menselijk gedrag. Onder
de grote paraplu van klinische praktijken vallen: diagnose, classificatie, behandeling, preventie en onderzoek.
2. Het veld van de klinische psychologie integreert wetenschap, theorie en praktijk om te begrijpen, voorspellen en
verlichten van onaangepastheid, onvermogen en ongemak evenals bevorderen van aanpassingsvermogen en
persoonlijke ontwikkeling. Klinische psychologie richt zich op intellectueel, emotioneel, biologisch, psychologisch,
sociaal en gedragsaspecten van het functioneren door de levensloop in verschillende culturen en op alle socio-
economische niveaus.
3. Klinische psychologie is een breed wetenschapsgebied waarin het gedrag van de mens in relatie tot zijn ervaren
gezondheid empirisch wordt onderzocht, waarin wordt gediagnosticeerd en waarin interventies worden ontwikkeld,
onderzocht en toegepast: interventies die op professionele wijze worden uitgevoerd en die erop zijn gericht emotionele,
motivationele- en/of cognitieve blokkades op te heffen en het persoonlijk en maatschappelijk functioneren van mensen
te verbeteren.
4. Klinische psychologie betreft studie en toegepaste praktijk gericht op het begrijpen en bevorderen van de
psychologische facetten van menselijke ervaring, inclusief (maar niet gelimiteerd tot) kwesties of problemen ten aanzien
van gedrag, emotie of intellect.
3
Terrein van de klinische
psychologie
Gedrag dat Lastig voor persoon zelf
De kern van klinische Psychische
afwijkt van de
psychologie stoornissen
norm Lastig voor omgeving
Individueel In relaties
• Afwijkend gedrag • Ouder → kind
Los of in
• Afwijkende gedachten • Partners
combinatie
• Afwijkende belevingen • Medestudenten, scholieren, collega’s
Kan doorwerken naar individueel
4
2
, 23-5-2020
Klinisch
Psychiater
psycholoog
Opleiding: Beiden Opleiding
• Academische opleiding in • Diagnostiek en • Academische opleiding
de psychologie behandeling van geneeskunde
• 4 jaar mensen met • 6 jaar
• 3 jaar bachelor psychische • Specialisatie
• 1 jaar master problemen psychiatrie
klinisch
• 4 jaar
• Postdoctoraal klinisch 4
jaar → BIG registratie
• Meer verstand van
• Methodologisch beter biologische aspecten
onderlegd • Voorschrijven
psychofarmaca
5
1: De mate waarin een persoon lijdt onder zijn psychische
Aspecten van Persoonlijk lijden problemen.
abnormaal
gedrag 2:
De mate waarin gedrag het dagelijks functioneren en
(Dis) functionaliteit van
welbevinden van het individu ondermijnt.
gedrag
3: Hiervan is sprake als men in het gedrag van de ander geen
Irrationeel en logica of zin kan ontdekken, en als men geneigd is om die
onbegrijpelijk gedrag ander als abnormaal te zien.
4: Hiervan is sprake als gedrag niet meer voorspelbaar of
7
Onvoorspelbaarheid en consistent is of als iemand zijn gedrag niet meer in de hand
factoren
controleverlies heeft. Ontremd of onbekend gedrag.
5: De mate waarin gedrag afwijkt van het gebruikelijke. Als
Opvallend en gedrag ongebruikelijk is en ook opvallend zal het eerder als
Ten Abnor-
onconventioneel gedrag abnormaal worden beschouwd.
minste maal
1 gedrag 6: Gedrag waarmee de ongeschreven regels in een bepaalde
nodig hoeft Gedrag dat cultuur worden overschreden → ongemak bij de ander
voor geen ongemakkelijk gevoel bij (observer discomfort). Het gedrag voldoet niet aan
abnor- stoor- anderen teweeg brengt impliciete sociale regels/verwachtingen.
maal nis te 7: Gedrag wordt beoordeeld in termen van goed en kwaad. Er
gedrag zijn Overtreden morele is sprake van overtreding morele normen als gedrag slecht
normen wordt beoordeeld en daardoor als abnormaal wordt gezien.
6
3
, 23-5-2020
Aspecten van
abnormaal American Psychiatric Association (APA)
gedrag
Definitie
psychische DSM-5
stoornis
Diagnostic and Statistical manual of Mental discorders
Een syndroom, gekenmerkt door klinisch significante
• Clusters van disfunctionele gedragingen
symptomen op het gebied van de cognitieve functies,
• Persoonlijk lijden
de emotieregulatie of het gedrag van een persoon, dat
• Verslechtering functioneren
een uiting is van een disfunctie in de psychologische,
• Classificatiesysteem
biologische of ontwikkelingsprocessen die ten
• Classificatie van stoornissen
grondslag liggen aan het psychisch functioneren.
• Geen classificatie van mensen
• Nadruk op nadelige gevolgen van gedragssyndroom
Uitsluitende omstandigheden bij classificatie
of psychologisch syndroom
stoornissen:
• Definitie door meeste klinisch psychologen aanvaard
1. Te verwachten en cultureel aanvaarde reacties
• Bedoeld om ‘gezonde’ mensen te onderscheiden van
2. Deviant gedrag dat hoort bij politieke-, religieuze-
mensen met een psychische stoornis
of seksuele minderheid
• Grens tussen normaal en abnormaal is niet duidelijk
3. Persoonlijk conflict tussen individu en maatschappij
af te bakenen.
7
De grens tussen 1. Statistisch model
3
normaal en 2. Medisch- of ziektemodel
modellen
abnormaal
3. Leer- of onderwijsmodel
• Gericht op de afgrenzing
1:
• Uitgangspunt dat menselijke eigenschappen normaal verdeeld zijn
Statistisch
• Abnormaliteit bij extreem hoge of extreem lage scores
model
• Eigenschappen moeten betrouwbaar en valide meetbaar zijn
Nadelen van het model
1. Model geeft niet aan waar precies de grens tussen normaal en abnormaal ligt → alleen zeer hoog/zeer laag
2. Specificeert niet hoe ongewoon gedrag moet zijn om abnormaal te noemen → model is niet toereikend bij
problemen die statistisch gezien weinig voorkomen
3. Model maakt geen verschil tussen afwijkingen die zorgen voor individueel lijden en afwijkingen die dat niet doen →
veel afwijkingen zijn niet pathologisch
a) Hangt af van draagkracht persoon
b) Hangt af van reacties omgeving
8
4