Multiple-choice tentamen 2020 Gedrags- en
opvoedingsproblemen (1e kans: 18-05-2020)
OVERWIJK - COLLEGE 1, EFFECTIVITEIT
1. Van Yperen, Veerman en Bijl (2017) onderscheiden in hun effectladder van praktijkgestuurd
onderzoek 5 kwalificatieniveaus een interventie. Op niveau 1 worden de elementen van een
interventie beschreven als voorwaarde voor verdere ontwikkeling van de interventie. Wat is op dit
niveau van belang?
A. Alle onderdelen van de interventie zijn gespecificeerd en er kan worden aangetoond dat de
doelen van de interventie behaald kunnen worden.
B. Er is beschrijvend onderzoek gedaan, er zijn interviews gehouden over hoe de interventie
eruit ziet en er ligt een plan voor verdere ontwikkeling van de interventie.
C. Het doel van de interventie is duidelijk omschreven en er is een theoretische onderbouwing
over hoe en waarom de interventie werkzaam is.
D. Het doel, de doelgroep, de aanpak en de context van de interventie is duidelijk omschreven.
2. De ontwikkeling van effectieve interventies helpt kennis op te bouwen om in de dagelijkse
zorgpraktijk jeugdigen gezond, veilig en kansrijk te laten opgroeien. Er zijn verschillende partijen die
hierin een belangrijke rol kunnen vervullen. De cliënt mag hierbij zeker niet ontbreken. Met welke
verbetercyclus ka de cliënt een rol spelen bij het opbouwen van kennis voor de dagelijkse praktijk?
A. Klachtanalyse, doelen opstellen, uitvoering, vooruitgang bepalen.
B. Vraaganalyse, hulpverleningsplan opstellen, uitvoering en evaluatie.
C. Plannen, doen, meten en verbeteren.
D. Behoefte/vraag, verwachting, ontvangst dienst, oordeel over het nut.
3. Volgens van Yperen, Veerman en Bijl (2017) kent Resultaatgerichte Ontwikkeling van Interventies
een viertal werkzame principes (besproken in college 1). Welke werkzame principes zijn dit?
A. Het gebruik van instrumenten is onderdeel van hulpverlenend handelen, de
onderzoeksinstrumenten zijn valide en betrouwbaar, er vindt een voor- en nameting plaats,
en samenwerking op elk niveau.
B. Aansluiting bij het ontwikkelingsniveau van de interventie, inbedding in de uitvoering van de
interventie, benutting voor de praktijk, en samenwerking op elk niveau.
C. Onderzoek wordt opgenomen in de cyclus van praktijkverbetering, de onderzoeksresultaten
worden verspreid, het onderzoek vindt plaats in een gecontroleerde setting, en het
onderzoek wordt als een gezamenlijk proces gezien.
D. De onderzoeksresultaten worden benut, er is sprake van een experimentele en controle
groep, de onderzoeksinstrumenten zijn valide en betrouwbaar, en de samenwerking om de
monitoring op orde te krijgen.