100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Psychodiagnostiek in de klinische psychologie €5,89   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Psychodiagnostiek in de klinische psychologie

1 beoordeling
 95 keer bekeken  5 keer verkocht

Samenvatting psychodiagnostiek in de klinische praktijk, Open Universiteit, versie PM3M

Voorbeeld 4 van de 68  pagina's

  • Ja
  • 2 juli 2020
  • 68
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (7)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: franklinogunnorin1 • 2 jaar geleden

avatar-seller
Evapoos
Samenvatting psychodiagnostiek
Werkboek 1: psychodiagnostiek binnen de klinische psychologie

Inleiding
Door psychologische kenmerken van personen op een gestructureerde wijze te inventariseren, leidt
tot wetenschappelijk gefundeerde uitspraken die richting geven aan de behandeling van de klachten
van de cliënt.

1. Werkvelden en functies
Psychodiagnostiek binnen klinische psychologie kan in verschillende werkvelden uitgevoerd worden:
basis-gespecialiseerde GGZ, ziekenhuis, verpleeghuis, revalidatiecentrum.
De aard van de diagnostiek kan verschillen tussen de werkvelden.
 Generalistische Basis GGZ, diagnostiek=
- Overwegend kleinschalig
- In een kort tijdsbestek een beeld krijgen van primaire klachten (bijv. door SCL-90)
- En eventueel persoonlijkheid (Bijv. door NPV-2).
 Specialistische ggz= mogelijkheid om een zeer uitgebreid psychodiagnostisch traject uit te
voeren.

Verschil BGGZ + SGGZ = aard en ernst van de problematiek
 Basis GGZ:
- Milder behandeltraject
- Meer gericht op psychosociale klachten en levensfaseproblematiek
 Specialistische GGZ:
- Problematiek is ernstiger
- Vaak sprake van een psychiatrische stoornis naast psychosociale klachten en/of
levensfaseproblematiek  complexer beeld

Binnen een klinische setting zijn er meerdere functies te bekleden, de belangrijkste zijn:
1. Basis psycholoog  werkt altijd onder supervisie van één van de andere functies
2. Gezondheidspsycholoog (BIG)
3. Klinisch (neuro) psycholoog (BIG)
4. Psychotherapeut (BIG) : nadruk op therapeutische kanten van psychologische hulpverlening
Binnen alle opleidingen zowel theoretische kennis als werkervaring opgedaan
 Naast de wettelijk geregistreerde titels (GZ/ KP) ook de mogelijkheid om enkele aanvullende
registraties, titels of aantekeningen te behalen zoals:
- Basisaantekening psychodiagnostiek
- NIP psycholoog
- Seksuoloog
- Registratie eerstelijnspsycholoog etc.

2. Populatie en problematiek
Binnen de klinische setting vindt hulpverlening plaats aan personen van alle leeftijden met psychische
problematiek, zoals:
- Stemmingsstoornis
- Angst- en paniekstoornis
- Psychotische en bipolaire stoornissen
- Persoonlijkheidsstoornissen
- Eetstoornissen etc.
Meestal kan deze problematiek geclassificeerd worden volgens een systemen, zoals de DSM-5

Ook is het mogelijk dat er geen sprake is van een te classificeren stoornis en enkel sprake is van:

, - Relationele klachten
- Intrapsychische klachten
- Psychosociale (levensfase)problematiek
Zoals klachten naar aanleiding van een rouwproces, echtscheiding of midlifecrisis.
 In al deze gevallen kan PDO worden uitgevoerd om beter begrip te krijgen van de klachten en
onderlinge samenhangende factoren.

Belangrijk onderscheid met gezondheidssetting =
 psycholoog binnen die setting verleent veelal hulp aan mensen met een somatische
aandoening die als gevolg van deze aandoening psychische klachten ervaart
 binnen deze setting wordt hulp geboden aan patiënten met somatische klachten waarvoor
geen medische verklaring te vinden is = somatoforme stoornissen
VB: persoon die een hartaanval heeft gehad en vervolgens een angststoornis ontwikkelt vanwege
angst om nog een hartaanval te krijgen

Over het algemeen kan gesteld worden dat:
1. psychologen binnen de gezondheidspsychologie richten zich op relatief normale
psychosociale gedragsaspecten in relatie tot gezondheid en ziekte
2. psychologen binnen de klinische setting houden zich meer bezig met afwijkend en slecht
aangepast gedrag

3. Verwijzing en doorverwijzing
Psycholoog komt in contact na aanmelding van een erkend verwijzer
Erkend verwijzer= een huisarts (primaire poortwachter van de geestelijke-
gezondheidszorginstellingen) of een specialist
 Voor vergoeding van de ziektekostenverzekering is een verwijzing van de huisarts altijd
noodzakelijk.

Eerst zal onderzocht worden of een cliënt aan het juiste adres is. Al uit psychodiagnostisch onderzoek
blijkt dat e reen indicatie is om een behandel- en/of begeleidingstraject te vervolgen, kan ervoor
gekozen worden om:
1. Dit zelf te doen
2. intern of extern door te verwijzen
keuze om door te verwijzen wordt gedaan in overleg met de cliënt en is afhankelijk van:
1. aard en ernst problematiek
2. doelstellingen van instelling
3. expertise van de psycholoog

doorverwijzing  ten koste van de continuïteit, daarom vaak gestreefd dit zo min mogelijk te doen

4. multidisciplinaire samenwerking
multidisciplinair= de klachten van een cliënt worden besproken door verschillende hulpverleners met
uiteenlopende wetenschappelijke of professionele competenties. De problematiek wordt benaderd
vanuit verschillende hoeken  resulteert in een holistisch benadering van de problematiek.

Vaak wordt het biopsychosociaal model aangehouden, waarbij wordt nagegaan welke biologische,
psychologische en sociale factoren het klachtenpatroon verklaren of beïnvloeden.

Voorwaarde voor deze werkwijze = dat de disciplines op de hoogte zijn van de basale theoretische
uitgangspunten en het vakjargon van nadere disciplines, maar ook adequate sociale vaardigheden
zijn een vereiste om binnen een team psychodiagnostiek te verrichten

, 5. psychodiagnostische taak
binnen klinische psychologie vervult psychodiagnostiek vaak een ondersteunende functie voor het
hele hulpverleningstraject, vaak vindt dit plaats bij aanmelding van een cliënt of gedurende het raject
als aanvulling. Vooral wanneer behandeling stagneert of als er nieuwe gegevens naar boven komen

doel diagnostiek=
1. enerzijds nagaan of de aangemelde cliënt voor hulp aan het juiste adres is
2. anderzijds om te onderzoeken wat de aard en ernst is van de klachten, hoe klachten kunnen
worden begrepen en op welke wijze de cliënt het beste kan worden geholpen
 om dit te bereiken kan gebruik worden gemaakt van een grote verscheidenheid aan
bronnen, methoden en instrumenten.
Zo kan relevante informatie worden uitgeput uit: medische dossiers, observaties,
gesprekstechnieken, informatie uit PDO meetinstrumenten. Daarnaast kan er ook aanvullende
informatie orden geput uit medische onderzoeken, zoals:
- algemeen medisch onderzoek
- beeldvormend hersenonderzoek
- bloedonderzoek
- psychofysiologische meetmethoden.
Op basis van al deze bronnen kunnen probleemgedragingen of symptomen worden verkregen.
Door de symptomen adequaat te clusteren kan zichtbaar worden gemaakt wat de dysfunctionele
gedragsclusters zijn  syndromen genoemd. Indien nodig kan hierbij een classificatiesysteem
worden gebruikt zoals de DSM-5.
 Het is ook van belang om de sterke en zwakke kanten van een persoon in kaart te brengen,
om een duidelijker beeld te krijgen op welke manier kan worden omgegaan met de
problematiek
 Het is van belang om alle bronnen op een coherente manier samen te voegen, waarna er een
holistische theorie gemaakt kan worden

Holistische theorie=
Hiermee kan duidelijk gemaakt worden hoe gedrag en psychosociale factoren invloed uitoefenen op
het ontstaan en beloop van de problematiek.

5 domeinen waar psychodiagnostisch onderzoek zich op kan richten:

1. Intelligentieonderzoek
Hiermee kan er een beeld worden gevormd van het niveau en de structuur van intelligentie. Dit kan
leiden tot beter zicht p sterke en zwakke kanten van het intellectuele en cognitieve functioneren.
Observaties gedurende dit onderzoeken geven ook informatie over iemands werkwijze, manier van
omgaan met taken, tijdsdruk en flexibiliteit
Voorbeelden van intelligentieonderzoeksinstrumenten zijn:
 WAIS
 WISK
 Drenth serie
 DAT
 De Raven

, 2. Persoonlijkheidsonderzoek
Doel hiervan is om de persoonlijkheidskenmerken in kaart te brengen. Wordt ingezet wanneer moet
worden nagegaan of persoonlijkheidskenmerken invloed hebben op (instandhouding) van het
klachtenpatroon. Hiermee kan een duidelijker beeld worden geschetst m.b.t. tot DSM-5 (as II)
Voorbeelden zijn:
 De MMPI-2
 HEXACO
 NEO-PI-R

3. Projectief onderzoek of indirecte methoden
Hierbij wordt getracht gegevens te achterhalen die niet bereikt kunnen worden via zelfrapportage of
gedragsobservatie. Vaak is de taak die hierbij gebruikt wordt relatief ongestructureerd en is de
bedoeling van de taak weinig duidelijk voor de cliënt. Gedurende de taak wordt er gelet op de wijze
waarop de cliënt omgaat met de taak en de uitvoering zal daardoor iets laten zien van de
eigenschappen, voorkeuren, reactiewijzen, thema’s etc.
Bekende projectieve tests zijn:
 De Thematic Apperception Test (TAT)
 De Zin-aanvultaak (ZAT
 Rorschach

4. Neuropsychologisch onderzoek
Dit wordt ingezet wanneer de vraag zich richt op het in kaart brengen van hogere cognitieve functies
zoals aandacht, geheugen, taal, motoriek en perceptive
Voorbeelden zijn:
 De Verbale leer- en geheugentaak
 De Stroop-kleur-woordtaak
 De Behavioral assessment of the dysexecutive syndrome

5. Probleemgericht onderzoek
Hierbij worden de klachten nader onderzocht of wordt gescreend of sprake is van andere relatieve
klachten die niet eerder aan de orde waren.
Voorbeelden:
 De Utrechtse Coping Lijst (UCL)
 Beck Depression Inventory (BDI)
 Symptom checklist (SCL-90)

Bij uitvoering maakt de psycholoog gebruik van algemene richtlijnen en wetenschappelijke regels
zoals de diagnostische cyclus van De Bruyn et al. Deze richtlijnen geven handvaten om stapsgewijs
het psychodiagnostisch proces te doorlopen.




Werkboek hoofdstuk 2: De diagnostische cyclus in de praktijk van een
gezondheids(zorg)psycholoog en klinisch psycholoog

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Evapoos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,89  5x  verkocht
  • (1)
  Kopen