100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Inleiding Psychologie deel 1 - Gray & Bjorklund - 8e editie - H1 t/m 8 - Open Universiteit €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding Psychologie deel 1 - Gray & Bjorklund - 8e editie - H1 t/m 8 - Open Universiteit

1 beoordeling
 139 keer bekeken  3 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van de eerste 8 hoofdstukken. Dit bevat de leerstof voor tentamen deel 1

Laatste update van het document: 4 jaar geleden

Voorbeeld 10 van de 111  pagina's

  • Nee
  • H1 t.e.m. h8
  • 17 juli 2020
  • 30 juli 2020
  • 111
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: vanessameeus • 4 jaar geleden

avatar-seller
Michaela12
THEMA 1: Psychologische grondslagen
HOOFDSTUK 1: Achtergrond van psychologie

 Psychologie
- de wetenschap van gedrag en geest
 gedrag: waarneembare acties van persoon of dier
 geest: sensaties, percepties, herinneringen,.. subjectieve ervaringen van individu,
onbewust gedrag
 wetenschap: beantwoorden van vragen door systematisch verzamelen en
objectief analyseren van waarneembare gegevens
- meeste gegevens in psychologie is gebaseerd op waarneming van gedrag
- waarneembaar gedrag is observeerbaar, geest niet, maar gegevens gebruiken om ook
verklaring te bieden voor geest

 Psychologie als toegepaste discipline
- valt onder helpend beroep
- klinische psychologen helpen mensen om te gaan met alledaagse problemen, ernstige
mentale of gedragsproblemen


1. Drie fundamentele ideeën voor psychologie: historisch overzicht

 Wilhelm Wundt - 1879
- oprichting psychologie als formele, erkende, wetenschappelijke discipline
- wortels psychologie dateren van voor Wundt: filosofie, natuurkundigen, fysiologen

 Drie fundamentele ideeën van de psychologie
- materialisme: gedrag en mentale ervaringen hebben fysieke oorzaken die
wetenschappelijk bestudeerd kunnen worden
- empirisme: manier waarop mensen zich gedragen, denken en voelen wordt in de loop
van de tijd gewijzigd door hun ervaring en omgeving
- nativisme: de machine van het lichaam die gedrag en mentale ervaringen veroorzaakt, is
een product van evolutie door natuurlijke selectie


1.1 Materialisme: het idee van de lichamelijke oorzaak van gedrag

 Gedrag heeft een lichamelijke oorzaak
- vragen over menselijk gedrag en geest kunnen wetenschappelijk beantwoord worden
- Oude Grieken: geschriften over zintuigen, menselijk intellect en fysieke basis van geest
- tot 18e eeuw: Westerse filosofie nauw verbonden met religie, volgens de kerk bestond
elke mens uit twee verschillende entiteiten (= dualisme)
 materieel lichaam: maakt deel uit van natuurlijke wereld, kan wetenschappelijk
bestudeerd worden
 immaterieel lichaam: de ziel werkt volgens eigen vrije wil, kan niet
wetenschappelijk bestudeerd worden




1

,1.1.1 Descartes’ visie op dualisme: focus op het lichaam

 Voor Descartes
- meeste dualisten kennen interessante eigenschappen van mensen toe aan de ziel
- de ziel was verantwoordelijk voor beweging, het leven

 Descartes’ visie – dualisme
- ziet lichaam als een ingewikkelde machine dat zonder invloed van ziel kan bewegen
- zijn idee van mechanische controle van beweging komt overeen met reflexen:
onvrijwillige reacties op stimuli
- dieren hebben geen ziel: elke activiteit uitgevoerd door mensen wat overeenkomt met
het gedrag van dier treedt op zonder ziel
 vb.: hond kan eten, drinken, slapen,.. zoals mensen
- verschil tussen mens en dier: mensen kunnen denken, bewuste beraadslaging en oordeel
- volgens Descartes heeft de ziel maar één functie: kunnen denken
- zijn focus ligt op de werking van het lichaam als machine
 denken moet reageren op sensorische input van zintuigen: ziel werkt in op klein
orgaan genaamd pijnappellichaam
o ligt tussen twee hersenhelften
 zenuwen of neuronen brengen sensorische informatie in hersenen waar ziel ze
ontvangt en erover nadenkt
 hierna volgt de beweging: zenuwen activeren die inwerken op spieren

 Tekorten in theorie van Descartes
- dualisme van Descartes: scheiding geest en lichaam waarbij het lichaam autonoom is en
de geest kan denken: voorloper van moderne psychologie
- Descartes theorie heeft beperkingen: hoe kan ziel effect hebben op beweging
- Descartes had geen interesse in theorieën over leren en geheugen: hij gelooft dat info
kan worden afgeleid uit ervaring maar het meeste is aangeboren


1.1.2 Thomas Hobbes: filosofie van het materialisme

 Hobbes – materialisme
- geest en ziel zijn betekenisloos
- het enige wat bestaat is materie en energie: materialisme
- menselijk gedrag, alsook vrijwillige keuzes die we maken, worden verklaard vanuit
fysieke processen van het lichaam
- bewust denken is een product van het brein wat onderhevig is aan natuurwetten
- het enige wat volgens hem bestond is het materiële-lichamelijke en de mens had dus
geen geest of niet-lichamelijke ziel
- alle verschijnselen bestaan uit stofdeeltjes


1.1.3 Negentiende eeuwse fysiologie: leren over de machine

 Wetenschap van de fysiologie
- idee dat lichaam functioneert als machine draagt bij aan wetenschap van fysiologie
- fysiologie = studie van de lichaamstechniek



2

,  Begrip reflexen
- de werking van het zenuwstelsel bestaande uit
 centraal zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg
 perifere zenuwstelsel: centraal zenuwstelsel verbinden met organen en spieren
- Magendie – 1822: zenuwen die ruggenmerg binnenkomen hebben twee routes
 overbrengen van boodschappen naar centraal zenuwstelsel via sensorische
receptoren van huid
 overbrengen van boodschappen om spieren te activeren
- Sechenov: al het gedrag vindt plaats via reflexen
 al het gedrag is een reflex op omgevingsstimuli: reflexuologie
 omgevingsstimilu werken in op sensorische receptoren, zenuwstelsel geeft
beweging door aan spieren waardoor actie ontstaat
 Pavlov werd hierdoor geïnspireerd

 Lokalisatie van functies in de hersenen
- idee dat specifieke delen van hersenen specifieke functies vervullen bij mentale ervaring
en gedrag
- Müller: ontstaan zintuigelijke ervaring
 zintuigelijke ervaring ontstaat doordat zenuwen van verschillende zintuigen
verschillende delen van hersenen prikkelen
 horen als bepaald deel actief is, zien als ander deel actief is, etc.
- Pierre Flourens
 schade aan verschillende delen van hersenen veroorzaakt bewegingsbeperking
- Paul Broca
 mensen die letsel hebben opgelopen op specifiek gebied van linkerhersenhelft
verliezen spraakvermogen maar niet mentale vermogen


1.2 Empirisme: het idee dat geest en gedrag wordt gevormd door ervaring

 Empirisme
- manier waarop mensen gedragen, denken en voelen verandert in de loop van de tijd als
gevolg van opgedane ervaringen
- alle gedachten en kennis komen voort uit zintuigelijke ervaring
- als de mens een machine is dan kunnen we via zintuigen kennis van wereld verwerven,
kennis gebruiken om na te denken over de wereld en ons gedrag aan te passen
- Locke: de mens is een onbeschreven blad, tabula rasa
 kennis ontstaat door ervaring
 kinderen worden geboren zonder kennis


1.2.1 Het empirische concept van associatie door contiguïteit

 Locke – niet eens met rationalisme
- gedachten zijn geen product van vrije wil maar weerspiegeling van iemands ervaringen in
fysieke en sociale omgeving
- alle inhoud van geest is afgeleid van en heeft betrekking op omgeving
- als het hele lichaam inclusief de mentale ervaring een materiële machine was, dan moest
de omgeving, via de zintuigen, verantwoordelijk zijn voor de kennis over die omgeving
die in dat lichaam aanwezig was

3

, - geloofde in tabula rasa: mens begint met 'lege' hersenen, wordt gevuld voor ervaringen
- ideeën zijn een representatie van de geest
 primaire kwaliteiten: ideeën die overeenkomen met materie die het veroorzaakt
heeft zoals grootte, getallen, ect.
 secundaire kwaliteiten: hebben geen overeenkomsten met hetgeen waardoor
het veroorzaakt is zoals smaak, kleur
 samengestelde ideeën: gevormd door combinatie van meerdere enkelvoudige
ideeën, vb.: appel is verzamelnaam van ideeën rood, rond en zoet

 Associatie door contiguïteit
- belangrijkste manier waarop mens leert volgens empirisme is wet van associatie door
contiguïteit
- als een persoon twee gebeurtenissen ervaart of ene gebeurtenis direct na andere, dan
worden de twee gebeurtenissen geassocieerd in de geest
 vb.: ervaring van kind bij zien en bijten in een appel
o oproepen elementaire ideeën als: rode kleur, bolvorm, zoet/zure smaak
o volwassene vermeldt appel als gezond
o beide zaken maken associatie in hersenen: het complexe idee van appel
- William James was een sterke voorstander van het associationisme
 verbinden van processen in het brein aan aangeleerd gedrag
- John Stuart Mill
 complexe ideeën en gedachten worden gevormd door combinaties van
elementaire ideeën


1.3 Nativisme: idee dat machine van geest en gedrag evolueren door natuurlijke selectie

 Nativisme – Leibniz en Kant
- het tegenovergestelde van empirisme is nativisme: er is aangeboren kennis
- machine moet vermogen bevatten om te doen aan zintuigelijke ervaring, sensatie, etc.
- de aangeboren kennis kan aangevuld worden met ervaring
- Kant maakt onderscheid
 menselijk brein dat aangeboren is
 kennis die men opdoet uit omgeving

 Natuurlijke selectie en analyse van de functies van gedrag – Darwin
- levende wezens evolueren geleidelijk aan door proces van natuurlijke selectie
- individuen die kenmerken hebben goed aangepast aan omgeving zullen overleven en
zich voortplanten
- door natuurlijke selectie hebben levende wezens de neiging gekregen zich te gedragen
op een manier waardoor ze overleven
- hij bestudeerde de functies van gedrag: de manier waarop gedrag van organisme helpt te
overleven en zich voort te planten

 Darwin’s ideeën toegepast op psychologie
- Darwin is de eerste evolutionaire psycholoog
- basisvormen van menselijke emotionele uitdrukkingen worden geërfd
- analyseren van evolutionaire functies
- we maken deel uit van natuurlijke wereld en kunnen begrepen worden door middel van
wetenschappelijke methoden

4

,1.4 Hoe materialisme, empirisme en nativisme hebben bijgedragen aan hedendaagse psychologie

 Materialisme
- idee van fysieke oorzaak van gedrag door Decartes en materialisme van Hobbes
- natuurwetenschappelijke benadering van gedrag, gedachten en gevoelens
- ziel was niet langer immaterieel, stond in direct contact met fysieke wereld

 Empirisme
- Locke en co ontwikkelden met het empirisme een van de belangrijkste verklaringen voor
menselijk gedrag: omgeving die als bron van alle kennis
 de geest vult
 het lichaam in beweging zet
 bepaalt welk gedrag dat lichaam vertoont
- grootste deel van moderne psychologie gebaseerd op idee dat menselijk machine via
zintuigen door omgeving geprikkeld wordt en aangezet tot gedrag

 Nativisme
- mens is niet enkel een machine (materialisme) maar wordt ook aangestuurd door
omgeving (empirisme) en machine zit bij geboorte al specifiek in elkaar (nativisme)


2. Het toepassingsgebied van de psychologie
2.1 Verscheidenheid aan verklaringen in de psychologie en hun toepassing op seksuele jaloezie

 Verklaren van gedrag
- psychologen willen mentale ervaringen en gedrag verklaren
- oorzaken van mentale ervaringen en gedrag kunnen complex zijn en op verschillende
niveaus geanalyseerd worden
- niveau van analyse = niveau of type van oorzakelijk proces dat men bestudeert

Type Richting Wat als oorzaak

Biologisch (nativisme) Neuraal Hersenen
Structuur en activiteit van het zenuwstelsel
Fysiologisch Interne chemische functies zoals hormonen

Genetisch Genen

Evolutionair Natuurlijke selectie

Overig (ervaring/empirisme) Leren Eerdere ervaringen van individu met de
omgeving
Cognitief Kennis of overtuiging van het individu

Sociaal Invloed van andere mensen

Cultureel Cultuur waarin persoon zich ontwikkelt

Ontwikkeling Leeftijdsgebonden veranderingen


5

,2.1.1 Verklaringen gebaseerd op biologische processen

 Neurale verklaring
- alle gedragingen en mentale ervaringen zijn producten van het zenuwstelsel
- gedragsneurowetenschap: onderzoeken hoe het zenuwstelsel een bepaald gedrag of
ervaring kan veroorzaken
 belang van hersenen bij verklaren van gedrag
 neurowetenschappen, cognitieve neurowetenschap, sociale neurowetenschap,..
- gedragswetenschappers kunnen op twee manieren de hersenen bestuderen
 bestuderen van kleine neuronen of kleine groepen neuronen
 grotere hersengebieden in kaart brengen
- bij verklaren van jaloezie op neurale basis: bij mannen wordt jaloezie opgewerkt in linker
frontale cortex

 Fysiologische verklaring
- geneesmiddelen werken in op hersenen om gedrag en ervaring te veranderen
- fysiologische psychologie of biopsychologie
- hormonen tijdens puberteit hebben ook een effect op gedrag
 Hormoon cortisol actief bij stress
- jaloezie bij vrouwen: hormoon estradiol houdt verband met intensiteit jaloezie
 wordt ook gebruikt bij anticonceptie
 hormonen hebben een effect op gedrag en dit kan verstoord raken bij het
gebruik van anticonceptie

 Genetische verklaring
- verschillen in genen veroorzaken verschillen in de hersenen, waardoor er een verschil is
in gedrag en mentale ervaring
- gedragsgenetica = psychologische verschillen tussen individuen verklaren obv genen
 in hoeverre correleert een eigenschap met de genetische aanleg
- ze kunnen specifieke genen identificeren die bijdrage aan een bepaalde eigenschap door
het DNA van mensen te gaan vergelijken
- onderzoek jaloezie kan gedaan worden bij tweelingen
 eeneiige tweelingen minder jaloers dan twee-eiige tweelingen
 jaloersheid is dan blijkbaar een verschil in genen

 Evolutionaire psychologie
- de biologische basismechanismen van gedrag en mentale ervaring is het gevolg van
natuurlijke selectie
- op een universele manier menselijk gedrag verklaren door uit te leggen waarom ze in de
loop van de evolutie tot stand zijn gekomen
- deze psychologen noemen we evolutionaire psychologen
- meeste evolutionaire psychologen zijn geïnteresseerd in het identificeren van
evolutionaire functies van het gedrag, zoals overlevingskansen
- jaloezie wordt hier verklaard als overlevingsstrategie: jaloers reageren om potentiele
rivalen af te schrikken bij een langdurige relatie




6

,2.1.2 Verklaringen gebaseerd op omgevingservaringen, -kennis en –ontwikkeling

 Leren
- menselijk gedrag en mentale ervaringen zijn aanpasbaar door te leren
- meeste psychologen zijn geïnteresseerd in de manier waarop leren het soort gedrag dat
ze bestuderen kan beïnvloeden
- leerpsychologie houdt zich bezig met gedrag te verklaren in termen van leren
 vb.: angst uitleggen door negatieve ervaring uit het verleden
- jaloezie verklaren in termen van conditionering: jaloezie leverde een beloning op

 Cognitie
- cognitie verwijst naar informatie die opgeslagen en geactiveerd wordt door de werking
van de hersenen
 bewuste informatie: men is zich ervan bewust, kan beschreven worden
 onbewuste informatie: kan iemands bewuste ervaring en gedrag beïnvloeden
- cognitie kan niet gemeten worden, wordt afgeleid vanuit waarneembaar gedrag
- cognitieve psychologie houden zich bezig met specificeren van de soorten mentale
informatie die aan de oorzaak van het gedrag ligt
 geïnteresseerd in basisprocessen waarmee informatie wordt opgeslagen
 geïnteresseerd in het geheugen
- je kunt cognitie vergelijken met software die bepaalt hoe computer reageert op input
- verschil tussen cognitieve psychologen en leerpsychologen
 leren: leerervaring direct koppelen aan gedragsverandering
 cognitie: ervaring leidt tot verandering in kennis waarna gedragsverandering
plaatsvindt
- jaloezie verklaren als reeks overtuigingen over gedrag partner, derde partij,.. waarbij
men het denken in kaart brengt en deze probeert te wijzigen

 Sociaal
- ons gedrag wordt sterk beïnvloed door onze perceptie van anderen
- we gebruiken anderen als model voor hoe we ons moeten gedragen en we streven
ernaar om gedrag te stellen dat anderen zullen goedkeuren
- kijken naar hoe iemand wordt beïnvloed door overtuiging van anderen
- sociale psychologie = gedrag uitleggen in termen van invloed van sociale druk met sociale
normen, gehoorzaamheid aan autoriteit, voldoen aan verwachtingen van anderen
- sociaal psychologen verklaren gedrag vanuit bewuste en onbewuste overtuigingen
 maakt dat veel sociaalpsychologische verklaringen cognitieve verklaringen zijn
 daarom noemen veel sociaalpsychologen hun specialiteit sociale cognitie
- jaloezie verklaren obv normen en overtuigingen van anderen: is daten met anderen
sociaal geaccepteerd, hoe zullen anderen reageren, etc.

 Cultuur
- kennis hebben van cultuur om gedrag te verklaren, de algemene gebruiken en
overtuigingen van een sociale groep
- culturen variëren op vlak van
 taal of dialect
 waarden en attitudes
 soort gedrag en emoties die ze hanteren
- culturele psychologie doet aan het gedrag verklaren vanuit de cultuur

7

, - culturele en sociale psychologie zijn nauw verwant, maar verschillen
 sociaal psychologen: directe sociale invloeden die inwerken op individuen en
groepen, gebruiken termen als conformiteit en gehoorzaamheid
 cultuurpsychologen: typische manier waarop mensen binnen sociale groep zich
voelen, denken, handelen, verwijzen naar normen, tradities
- jaloezie verklaren als verschil in culturele normen, aanvaardbaar gedrag

 Ontwikkeling
- door de leeftijd te kennen, kunnen we bepaalde aspecten van het gedrag verklaren
- ontwikkelingspsychologie = leeftijdsverschillen documenteren en beschrijven in hoe
mensen voelen, denken en handelen
- maken gebruik van stadia: hoe ervaring gedrag in volgend stadia kan beïnvloeden
- zijn ook geïnteresseerd in processen die de leeftijdsgerelateerde veranderingen
veroorzaken die ze documenteren, die processen omvatten
 fysieke rijping van het lichaam
 gedragingen die genetisch bepaald zijn en zich uiten op een bepaalde leeftijd
 effecten van leerervaring
 kansen die omgeving biedt bij het ouder worden
- ontwikkelingspsychologie brengt de andere niveaus van analyse samen: neuraal,
fysiologisch, genetisch, evolutionair, leren, cognitief, sociaal en cultureel
- jaloezie verklaren vanuit ontwikkeling: kind leert jaloezie als baby wanneer moeder een
ander kind eten geeft, lagere school als vriendinnen andere vriendinnen maken, ect.


2.1.3 Niveaus van analyse zijn complementair

 Complementaire benadering
- wanneer de verschillende specialisaties samengevoegd worden, krijgen we een geheel
beeld over psychologie
- niet bekijken als tegenovergestelde polen


2.2 Opmerking over psychologische specialiteiten

 Sensorische psychologie
- studie van basisvaardigheden om de omgeving te zien, aan te raken, te proeven, te
ruiken

 Perceptuele psychologie
- studie van hoe mensen en dieren de input die ze ontvangen via zintuigen ontvangen,
begrijpen en interpreteren

 Twee belangrijke specialiteiten die nauw met elkaar verwant zijn
- persoonlijkheidspsychologie
 normale verschillen in algemene manier van denken, voelen en gedragen
 persoonlijkheidskenmerken
- abnormale psychologie
 variaties in psychologische kenmerken die extreem zijn en het leven verstoren
 nauw verwant aan klinische psychologie = helpen van mensen met psychische
stoornissen of minder ernstige psychische problemen

8

,2.3 Psychologie verbonden aan andere wetenschappelijke velden

 Drie disciplines
- natuurwetenschappen
 biologie
 scheikunde
 natuurkunde
- sociale wetenschappen
 politicologie
 economie
 sociologie
 antropologie
- mens wetenschappen
 kunst
 muziek
 talen
 filosofie


2.4 Psychologie als beroep
 Waar de meeste psychologen werken
- academische afdelingen in universiteiten en hogescholen: voor onderzoek en cursussen
te geven
- klinische instellingen: cliënten met psychische problemen of stoornissen helpen in
ziekenhuizen, centra, etc.
- basisscholen en middelbare scholen: kinderen begeleiden met speciale zorgen, effectieve
klastechnieken ontwikkelen
- bedrijf en overheid: screenen van kandidaten, werknemers met problemen helpen




9

, HOODSTUK 2: Methodologie
1. Het verhaal van Clever Hans

 Clever Hans
- was een paard dat gekend stond in het vermogen om vragen te beantwoorden
- psycholoog was Oskar Pfungs


1.1 Het mysterie

 Opleiden van het paard Hans
- von Osten was eigenaar van het paard en geloofde dat paarden net zo intelligent zijn als
mensen door het krijgen van een goede opleiding
- hij leerde het paard rekenen, tellen, taal
- taal leerde hij aan door een code: alfabet tikken met hoef
- ja-nee vragen oplossen door met hoofd heen en weer te bewegen
- Hans kon vragen beantwoorden zonder dat von Osten aanwezig was


1.2 De oplossing

 Analyse door psycholoog Oskar Pfungs
- paard begreep vragen niet, maar reageert op onbedoelde visuele signalen van de
vraagsteller
- paard kon geen vragen beantwoorden als hij oogkleppen had, er moest één iemand in
zijn ruimte aanwezig zijn dat het antwoord kende om de vraag te beantwoorden
- stellen van een vraag waarvoor tikantwoord nodig is:
 vraagsteller beweegt hoofd naar beneden wat teken is om te beginnen tikken
 stoppen met stikken als vraagstellers hoofd omhoog bewegen of wenkbrauwen
fronsen als juiste aantal bereikt was
- ja-nee vragen oplossen
 verwachten dat paard ja zegt: waarnemers schudden lichtjes op en neer met
hoofd
 verwachten dat paard nee zegt: waarnemers schudden lichtjes heen en weer
met hoofd
- paard had dus geleerd om op subtiele gebaren te reageren


1.3 Observaties, theorieën en hypothesen

 Objectieve observaties
- observatie is een objectieve verklaring waarvan waarnemers het eens zijn dat ze juist zijn
- observaties zijn meestal bepaald gedrag of betrouwbare gedragspatronen

 Theorieën
- een idee, conceptueel model dat is ontworpen om bestaande warnemingen te verklaren
en voorspelling te doen over nieuwe waarnemingen die worden ontdekt

 Hypothesen
- elke voorspelling over een nieuwe waarnemingen die vanuit een theorie wordt gedaan


10

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Michaela12. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75057 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99  3x  verkocht
  • (1)
  Kopen