Samenvatting tentamenstof: Nieuws en Journalistiek
HET NIEUWS EN DE NIEUW[E/S] CONSUMENT
Opzet en nieuw(s)consumenten
Journalistieke taak: Het geven van informatie en commentaar op actuele gebeurtenissen die
het publieke belang dienen.
Schudson: Journalism is the practice of regularly producing and disseminating information
about contemporary affairs of public interest and importance.
Nieuws: Het product van journalistiek.
Bepaalt de publieke opinie.
Nieuwsmedia variëren enorm in intensiteit en betrokkenheid van nieuwsconsumptie.
‘The news does not find and respond to an existing audience, they create one.’
Het lezen of kijken van het nieuws heeft een rituele functie.
Er is sprake van een verandering over tijd betreffende de kwaliteit van lezen:
Intensief Extensief.
- Intensive reading: men leest weinig verschillende werken, lezen deze steeds
overnieuw, onthouden het en gaan ervan uit dat anderen er vertrouwd mee zijn.
- Extensive reading: mensen lezen veel verschillende werken, pakken werken op en
leggen ze neer. Ze lezen de werken eerder vluchtig dan toegewijd toe en lezen meer
voor hun plezier.
Costera Meijer & Groot Kormelink (2015): Checking, sharing, clicking and linking.
Changing patterns of news use between 2004 and 2014.
16 manieren om nieuws te gebruiken:
Reading Lezen. Diepgang vinden in een nieuwsgebeurtenis, begrijpen.
Watching Geconcentreerd kijken. Structurele functie, gewoonte.
Viewing Ontspannen kijken. Je kan tegelijkertijd andere dingen doen.
Andere dingen als hoofdactiviteit, maar je hoort het nieuws wel.
Listening
Gevoel van verbonden zijn met de buitenwereld.
Gewoonte activiteit, efficiënt kijken of iets nieuws of interessants is
gebeurd.
Checking Checking cycle: checking the latest in terms of news and social media
in one quick session. Aim: to continuously stay on top of all that
happens in your personal life and the world at large.
Ontspannen, gericht op het krijgen van een overzicht van de
Snacking gebeurtenissen van die dag. Communicatieve waarde is belangrijker
dan de informatieve waarde van het nieuws.
Efficiënt kijken of er nieuwe ontwikkelingen zijn in een bepaald
domein. Op de oppervlakte van een tekst blijven en kijken welke
Scanning
woorden verandering aanduiden. Mee kunnen praten over een bepaald
onderwerp.
Monitoring Het actief in de gaten houden van de informatieve omgeving om actie
te ondernemen als dat nodig is. Anticiperen op calamiteiten en alert
1
, zijn op gevaar.
Het vinden van een antwoord op een specifieke vraag. De bron is
Searching
ondergeschikt aan efficiëntie, maar niet helemaal onbelangrijk.
Het aanklikken van nieuwsitems of links voor meer informatie. Twee
verschillende functies:
Clicking on hyperlinks within news items: informatief motief, erachter
Clicking
komen wat iets daadwerkelijk betekent. Gevoel van controle, door te
klikken kan je zelf zien hoeveel extra informatie je te zien krijgt.
Clicking on individual news items: betreft extra informatie.
Linking Het kopiëren en plakken van de URL van een nieuwsartikel.
Sharing Op delen/share klikken.
Liking Op like klikken.
Recommending Op aanbevelen/recommend klikken.
Commenting Reacties achterlaten online.
Voting Stemmen, bijvoorbeeld op een poll.
Belangrijkste conclusies:
De bewering dat digitale, sociale en mobiele media een totale revolutie hebben
ontketend in de manier waarop mensen omgaan met nieuws is zowel onwaar als waar.
Er is sprake van fundamentele verandering, omdat digitale innovaties de drempel voor
nieuwsgebruik hebben verlaagd.
De digitalisatie van journalistiek heeft de kansen van de opties van reading, watching,
listening, checking, snacking, monitoring, scanning, searching en clicking vergroot.
Nieuws is niet steeds meer een social experience aan het worden. Men deelt het
nieuws nog steeds zoals tien jaar geleden.
De interesses van nieuwsgebruikers worden niet vastgelegd in clicks. Checking en
snacking vereisen bijvoorbeeld geen klik.
JOURNALISTIEK: KERNBEGRIPPEN EN IDEALEN
Journalistieke uitgangspunten & Geschiedenis van de journalistiek
Habermas Anderson
Public sphere Imagined communities
Focus: gemeenschappelijke set normen voor Focus: gemeenschappelijke emotionele
publieke conversatie identiteit.
Gaat om de interactie tussen burgers rondom Broederschap, interactie tussen bekenden.
politieke onderwerpen Delen van gemeenschappelijke ervaringen
Gebaseerd op liberalisme Gebaseerd op nationalisme
Controlerende functie Verbondenheid
De vierde macht Nieuws lezen als gewoonte
Onafhankelijk van de staat: kritisch Sociaal lidmaatschap
Vormen van concentratie
o Publieksconcentratie: aandacht van publiek concentreert zich op minder media.
o Aanbiedersconcentratie: aanbieders gaan samen.
o Redactionele concentratie: redacties gaan samen.
o Cross mediale concentratie: twee mediabedrijven gaan samen.
2
, De ene vorm van concentratie leidt vaak tot een andere vorm van concentratie.
Objectiviteit
Professionele standaard in de journalistiek.
5 pragmatische regels:
o Strikte scheiding van feiten en meningen.
o Verificatie eis: nieuws gebaseerd op feiten.
o Attributie eis: informatie gebaseerd op identificeerbare bronnen.
o Eis van onpartijdigheid.
o Afstandelijke, neutrale presentatie.
Meer advertisement zorgt ervoor dat kranten onafhankelijk worden, dit leidt tot meer
objectiviteit.
Sensationalisme zorgt ervoor dat dingen van meer kanten worden bekeken.
Dit gaat gepaard met verwetenschappelijking en efficiëntie.
Nieuwswaarden
Nieuwswaarden: poging om kenmerken van een nieuwsgebeurtenis te vangen.
Relevantie/bereik
Conflict/controverse/schade
Elite personen
Continuïteit
Nabijheid
Elite natie
Onverwachtheid
Strömback, Karlsson & Hopmann (2012): Determinants of news content. Determining
journalists’ perceptions of the normative and actual impact of different event properties when
deciding what’s news.
Nieuwswaarden is niet de enige factor om te bepalen wat nieuws wordt. Format, interesse van
het publiek, bron overwegingen en een mix van verschillende soorten nieuws speelt ook mee.
There is a gap between what journalists think should be and actually is important.
Hence, the concepts of news selection and news values, and standards of newsworthiness
should not be treated as synonymous.
The event properties related to the importance of events are perceived to be less important
than they should be when deciding what’s news, while event properties related to perceived
audience interest, production routines and economic considerations are perceived to be more
important than they should be.
Tabloids: driven less by individual journalists’ preferences or news schedules, but more by
good pictures than other media outlets.
Broadcasting media: have pre-planned schedules of publishing, and the morning papers have
subscribers, which may put the news department in individual journalists more in the driver’s
seat while also making them more dependent on scheduling practices.
3