Een volledig ingevuld Nederlands schema met daarin álle Criminologische Theorieën die verplicht zijn voor het tentamen van de UU cursus Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming. Op overzichtelijke wijze worden de theorieën achtereenvolgens uitgebreid besproken met gegarandeerd de juiste informatie...
Theorie Inhoud Kritiek (positief/negatief) Beleid/interventie
Week 2 Sociale Criminaliteit is een sociaal product: de organisatie van de buurt Weinig aandacht voor ontstaan van Verminderen van sociale desorganisatie
Boek CT desorganisatie- bepaalt of mensen crimineel worden, niet de aard van de individu. criminele cultuur; enkel voor overdracht in de gemeenschap → versterken van
Hoofdstuk 3 theorie - Concentrische Zone-theorie van Burgess → in bepaalde van crimineel cultuur op generatie op kwaliteit van leven in de
(Shaw & McKay) stedelijke zones (zone van transitie) meer criminaliteit generatie. buurt/verschaffen van services;
Chicago School door hoge mobiliteit, armoede, heterogeniteit. bijvoorbeeld project als ‘buurtvaders’
Onvermogen om alle criminele daden te
Deze theorie legt nadruk op de sociale organisatie van de buurt. Een verklaren → impulsieve daden waarbij
gedesorganiseerde buurt lokt criminaliteit uit door twee condities: weinig contact is met criminele waarden
- Verzwakte sociale controle (mobiliteit, heterogeniteit, van anderen. Het kan voornamelijk
armoede → weinig toezicht op jongeren) groepsgebaseerde criminaliteit
- Blootstelling aan criminele cultuur (criminele tradities die verklaren.
van generatie op generatie overgegeven worden in buurt
→ contact met oudere jongeren → leren van waarden die
delinquentie ondersteunen).
➔ Mixed model: twee condities vormen de verklaring.
Week 2 Collective efficacy Controle theorie → mate van informele sociale controle is bepalend Verminderen van sociale desorganisatie
Boek CT theory voor hoogte van criminaliteit in de gemeenschap → versterken van
Hoofdstuk 3 (Sampson en kwaliteit van leven in de
collega’s) Informele sociale controle → niet standaard ingebed in buurten buurt/verschaffen van services;
Chicago School (ook geen gevolg van buren ‘die vrienden zijn’); het is een capaciteit bijvoorbeeld project als ‘buurtvaders’
die geactiveerd kan worden bij problemen.
Informele sociale controle wordt bepaald door collective efficacy →
gedeelde verwachting van wanneer controle uit te voeren
(problemen wordt hetzelfde gedefinieerd) onder buurtbewoners;
verwachting dat buren zullen reageren in ongewenste situaties.
Buren verschillen in de mate van collectieve efficacy en dus in hun
informele sociale controle.
Vermogen is groot in buurt waar buren problemen hetzelfde
definiëren en buren in staat zijn om gezamenlijk actie te
ondernemen om de problemen op te lossen.
- Buurten met hoge concentratie van nieuwe immigranten,
veel verschuivingen in bewoners → laag vermogen
(collectieve efficacy) voor informele sociale controle.
, Week 2 Differentiële Crimineel gedrag wordt aangeleerd in sociale interactie in intieme Weinig aandacht voor ontstaan van Beleid gericht op twee fronten:
Boek CT associatietheorie groepen door het proces van differentiële associatie. criminele cultuur; enkel voor overdracht
Hoofdstuk 3 (Sutherland) van crimineel cultuur op generatie op Beleid gericht op individu
Uitgangspunt van Sutherland: generatie. Veranderen van cognities: veranderen
Chicago School - Differentiële sociale organisatie: groepen zijn verschillend van gunstige definities
georganiseerd, sommige in ondersteuning van Onvermogen om alle criminele daden te Prosociaal gedrag bekrachtigen
criminaliteit, sommige tegen criminaliteit. verklaren → impulsieve daden waarbij
weinig contact is met criminele waarden Beleid gericht op gemeenschap
Centrale gedachte: van anderen. Het kan voornamelijk Verminderen van sociale desorganisatie
Crimineel gedrag wordt aangeleerd in sociale interactie door het groepsgebaseerde criminaliteit in de gemeenschap → versterken van
proces van differentiële associatie → mate van associatie met verklaren. kwaliteit van leven in de
criminele of conventionele cultuur van belang buurt/verschaffen van services;
- Hoge invloed van criminele cultuur (veel contact met Lastig om empirisch te meten en te bijvoorbeeld project als ‘buurtvaders.
crimineel waarden in interacties) → hoge mate van toetsen → hoe kan je meten of de Zo het bestaan en blootstelling aan
associatie met criminele cultuur → aanleren van veel associaties met crimineel definities criminele cultuur verminderen.
gunstige definities ten aanzien van crimineel gedrag → zwaarder wegen dan de associaties met
overtreffen de ongunstige definities (de conventionele conventioneel definities?
definities) → crimineel gedrag zien als acceptabele manier
van leven. Positief punt: theorie van Sutherland van
toepassing op verschillende vormen van
Sociale verklaring van criminaliteit → buurten met crimineel criminaliteit
tradities → aanleren van crimineel definities door hoge associatie - Wittenboordencriminaliteit →
met criminele cultuur → vertonen van crimineel gedrag. cultuur van frauderen; gunstige
definities aanleren.
Week 2 Sociale leertheorie Sociale context is bepalend bij crimineel gedrag → sociale context Weinig aandacht voor ontstaan van Beleid gericht op twee fronten:
Boek CT (Akers) stelt door proces van differentiële associatie mensen bloot aan criminele cultuur; enkel voor overdracht
Hoofdstuk 3 bepaalde definities, aan modellen die geïmiteerd kan worden en van crimineel cultuur op generatie op Beleid gericht op individu
geeft differentiële versterking voor crimineel of conventioneel generatie. Veranderen van cognities: veranderen
Chicago School gedrag. van gunstige definities
Onvermogen om alle criminele daden te Prosociaal gedrag bekrachtigen
Vier centrale concepten in de theorie: verklaren → impulsieve daden waarbij
1. Differentiële associatie = het proces van blootstelling aan weinig contact is met criminele waarden Beleid gericht op gemeenschap
bepaalde definities van anderen. Het kan voornamelijk Verminderen van sociale desorganisatie
- Interactionele en normatieve dimensie groepsgebaseerde criminaliteit in de gemeenschap → versterken van
2. Definities = attitudes ten aanzien van gedrag verklaren. kwaliteit van leven in de
- Algemeen versus specifiek/positief, negatief of buurt/verschaffen van services;
neutraliserend bijvoorbeeld project als ‘buurtvaders.
3. Imitatie Zo het bestaan en blootstelling aan
4. Differentiële versterking → bepaalt de kans op herhaling criminele cultuur verminderen.
van gedrag → wordt het beloond?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marloes99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.