STRAFRECHTELIJKE SANCTIES
SAMENVATTING | FORENSICA, CRIMINOLOGIE & RECHTSPLEGING | WEEK 1-6 | CRI4001
, WEEK 1 | STRAFGESCHIEDENIS EN -THEORIEËN
1.1 ONTSTAAN VAN HET PUBLIEKE STRAFRECHT
ONDERWERPEN: ONTSTAAN + CONTEXT VAN PUBLIEK STRAFRECHT – BELANGRIJKSTE REDENEN ONTSTAAN STRAFRECHT – EXCLUSIVITEIT
VAN STRAFRECHT ALS REACTIE OP MISDAAD – REACTIE OP MISDAAD VÓÓR V ERLICHTING – INVLOED V ERLICHTING OP STRAFRECHT
BE
CLEASSEN | EEN KORTE GESCHIEDENIS VAN HERSTELRECHT EN MEDIATION IN STRAFZAKEN
- Premoderne tijd (tot ca 1500) overwegend privaat strafrecht – strafrecht + privaatrecht niet gescheiden; strafrechtelijke geschillen
waren intermenselijke conflicten, die de orde in de samenleving verstoorden. De dader moest de vrede tussen hem, de so’s en de
gemeenschap herstellen (de staat bemoeide zich hier niet mee). Als dader niet bereid was om schadevergoeding te betalen of de afspraken
na te komen, was proportionele wraak door so/nabestaanden geoorloofd. Schadevergoeding kreeg voorkeur boven fysiek geweld.
Publiek sr was uitzondering op de regel. Het was er wel, maar was wreed (BV: kruisigingen, onthoofdingen) en werd gebruikt voor
politieke misdaden.
Er waren periodes met meer overheidsgezag (dan werden ook andere misdaden aangepakt dmv publiek sr). Dan werd
onderhandeling tussen dader en so verplicht, bij niet-nakoming (van dader of so) werd streng gestraft. Als de
onderhandelingen op niets uitliepen, kreeg de dader straf (geweldsmonopolie overheid: so mocht geen wraak nemen),
maar belangen v/h so stonden voorop.
- Vroegmoderne tijd (ca 1500-1800) oprukkend publiek strafrecht – onterechte aanname: publiek sr is ontstaan om eigenrichting te
voorkomen. Ontstaan publiek sr: uitvinding v/d christelijke kerk (= inquisitie) om ketters te vervolgen en te berechten.
Misdaad werd minder gezien als intermenselijk conflict en meer als zaak die de staat aangaat (die moet de dader straffen ter
vergelding/preventie). Vanaf 1500 hadden EU vorsten voldoende middelen om stelselmatig te vervolgen en berechten.
Het begon met openbare lijf- en doodstraffen + bewijsvergaring dmv de pijnbank. Doel: duidelijk maken wie machthebber was.
Daarna: straffen werden milder, want door extreem wrede straffen konden leiden tot opstanden tegen de vorst.
Om opstanden te voorkomen kwamen er meer rechten v/d burger en werd het strafrecht effectiever ingericht wat
betreft preventie + repressie (vorsten luisterden naar Verlichtingsdenkers as Beccaria en Montesquieu)
Tot 1800 kreeg het publieke sr concurrentie v/h private strafrecht. Hierna zorgden de eerste strafwetten dat misdaden alleen nog
publiekrechtelijk konden worden afgedaan.
- Misdaadrecht in de huidige tijd privatisering van het publieke strafrecht – sinds 1800 is er i/h sr i/d EU veel veranderd: 1) strafrecht is
complexer geworden (BV: tbs voor ontoerekeningsvatbaren) en 2) door ontstaan v/d risicomaatschappij en veiligheidsstaat is sr niet meer
een ultimum remedium, maar eerste redmiddel voor maatschappelijke problemen (risico’s zoveel mogelijk inperken). In de
risicomaatschappij:
Crim is een groot risico dat zo snel mogelijk voorkomen moet worden (BV: strafbaar stellen van voorbereiden);
Als crim toch plaatsvindt, is bestraffing gericht op afschrikking + beveiliging v/d maatschappij.
Vanaf de jaren ’80 is er meer aandacht v/h so (meer rechten) en komt het herstelrecht op. Door herstelvoorzieningen aan te bieden wordt
het publieke strafrecht meer geprivatiseerd (conflict wordt teruggegeven a/d partijen tussen wie het speelde).
Doet denken a/d praktijk uit 1200-1500, maar verschillen: 1) mediation in strafzaken alleen vrijwillig en 2) overheid kan
ook straffen als mediation wel lukt.
CLAESSEN | MISDAADCONFLICTEN, SANCTIEDOELEN EN MENSBEELDEN. EEN HISTORISCH OVERZICHT IN
VOGELVLUCHT.
Premoderne conflictbeheersing (tot 1500) zie bovenstaand artikel.
Vroegmoderne conflictbeheersing (1500-1800) zie bovenstaand artikel.
Moderne conflictbeheersing (1800-1945) toepassing van publiek sr bleef tot eind 18e eeuw (tot Verlichting) beperkt. Daarna ontstond een
geïndividualiseerd en gedifferentieerd sanctiestelsel (o.a. maartrelen, voorwaardelijke veroordelingen etc.), waarbij werd gefocust op resocialisatie
(en minder op rechtsbeginselen als legaliteit, formele gelijkheid en prop). In deze tijd was misdaadrecht een instrument om de samenl te beschermen
(ging zo ver dat de humaniteit v/h sr in het geding kwam).
Contemporaine conflictbeheersing (sinds 1945) ontwikkeling van 1945 tot nu:
- Na WOII – sr gekenmerkt door paternalistisch humanisme
- Na WOII – ontstaan verenigingstheorieën mbt straf (in NL: vergelding was basis, maar er was ruimte om straf aan te passen o/h individuele
geval ter generale/speciale preventie).
- Jaren ‘60/’70 – abolitionisme: sr was hoe dan ook intentionele leedtoevoeging die ongerechtvaardigd is. Er werd gepleit voor herstelrecht.
- Vanaf ’75: minder vertrouwen in resocialisatie en de maakbaarheid van de mens stijgende crim en recidive leidden tot ‘’nothing works’’.
- 1960-1985: vertienvoudiging van geregistreerde crim.
Politiek wilde productiviteit binnen sr te vergroten door het een ‘bedrijf’ te maken (gevolg: crimbestrijding ten koste van
rechtsbescherming)
Na verloop van tijd daalden eerst de crimcijfers en later ook gedetineerdecijfers, maar bleef een onveilig gevoel onder burgers
bestaan repressief beleid bleef bestaan.
- Nu: sr wordt gekenmerkt door crime control i/d risicomaatschappij. Primaire strafdoelen zijn wraak, afschrikking + onschadelijkmaking. Er is
een ‘preventief sr’ waarin vergelding wordt gebruikt om preventie te bereiken. Strafmatiging is omstreden.
Steeds meer gebruik van risicotaxaties (ISD + tbs)
, 1.2 H ET WEZEN VAN DE STRAF
ONDERWERPEN : WAT IS HET WEZEN/INHOUD VAN DE STRAF – STRAF ALS (MOREEL) KWAAD – VERBAND TUSSEN WRAAK ,
VERGELDING EN STRAF – WORTELING VAN STRAF IN HET IRRATIONELE – TWEE BENADERINGEN VAN HET IRRATIONELE
CLAESSEN | MISDAAD, STRAF EN HERSTEL (94-108 &130-133)
STRAF ALS INTENTIONELE LEEDTOEVOEGING
Straf = intentionele leedtoevoeging.
Strafbegrip volgens verschillende strafrechtswetenschappers:
- Hart 5 cumulatieve elementen van straf: 1) moet pijn/andere nare gevolgen hebben, 2) moet gebeuren nav een inbreuk op wettelijke
regels, 3) moet worden toegepast op de dader, 4) moet opzettelijk worden toegediend door een ander dan de dader en 5) moet worden
opgelegd en beheerd door een autoriteit d/e rechtssysteem waartegen de overtreding is begaan.
- Packer 6e element van straf (in navolging op Hart): het doel van de straf moet a) vergelding, b) preventie of c) een combi van die twee
zijn (anders vallen schadevergoeding en dwangverpleging ook onder straf).
- Hildebrandt borduurt voort op Hart en Packer: straf is 1) een opzettelijke inbreuk op rechten en vrijheden 2) van een normschender, 3)
toegebracht door een geïnstitutionaliseerde machthebber (overheid) 4) nav een normschending, 5) die gericht is op het (her)stellen van het
gezag v/d geschonden norm.
Dit zijn de constitutieve voorwaarden v/h strafbegrip.
Zie week 1 voor meer uitwerkingen.
Conclusie: hoewel over de reden/gerichtheid van straf anders wordt gedacht onder de straftheorieën, is het wezen van straf steeds hetzelfde:
intentionele leedtoevoeging.
STRAF ALS MOREEL KWAAD
Als straf intentionele leedtoevoeging is, is zij dan een kwaad? is namelijk in strijd met de regel ‘’gij zult een ander niet schaden’’ die in vrijwel elke
moraalleer terugkomt. Hoe verschillende strafrechtsdenkers dit zien:
- Hobbes & Bentham straf wordt geïdentificeerd met leed, pijn en kwaad
- Kant straf wordt geïdentificeerd met leed en pijn, maar niet met kwaad
Niet duidelijk of deze filosofen straf zagen als ‘moreel kwaad’. Waarschijnlijk niet, want zij achtten het in bepaalde gevallen
gerechtvaardigd. Kwaad werd als kwaad (lijden en pijn) gezien, dat in bepaalde gevallen geen moreel kwaad hoeft te zijn.
- Abolitionisten en hersteldenkers zien straf in de regel voor moreel kwaad. Straf moet worden afgeschaft, omdat er geen wezenlijk
onderscheid bestaat tussen misdaad en straf. Straf dient niet vanzelfsprekend, logisch en rechtvaardig te zijn.
- Knigge (retributivisten) wezenlijk onderscheid tussen misdaad en straf: het so heeft het leed niet verdiend, de dader wel (maw: geweld is
slecht, maar geweld als reactie op geweld kan wel).
In onze huidige strafrechtswetenschap: er wordt vaak eenzelfde redenering gebruikt als Knigge doet. Vraag: hoe kan norm(her)bevestiging
plaatsvinden door een reactie op een inbreuk op de morele norm die zelf een inbreuk hierop blijkt te zijn?
Straf en de Gulden regel de regel is op 2 manier te definiëren: 1) je mag een ander niet doen wat je zelf niet wil dat een ander tegen jou zou doen
(negatief) of 2) je moet jegens anderen doen wat jij wil dat anderen jegens jou doen (positief).
- Jacobs retributie vormt de keerzijde van deze regel: ‘’als iemand jegens jou doet wat jij niet wil, mag je jegens deze persoon doen wat hij
niet wil’’
- Brunk er is een verband tussen de regel en de retributiegedachte, maar er is ook een verband tussen retributie en wraak.
Wat dat verband precies is, is gecompliceerd en onduidelijk wanneer vanuit wraak wordt toegegeven aan retributie, wordt
hierdoor een inbreuk gemaakt o/d positieve gulden regel (als iemand een inbreuk maakt op de gulden regel door jou misdadig te
behandelen, betekent dat niet dat jij, als jij dat had gedaan, zou willen dat je gestraft zou worden die reactie komt voort uit een
gevoel van wraak).
VERBAND TUSSEN WRAAK, VERGELDING EN STRAF
Waarom bestraft de overheid bepaald normoverschrijdend gedrag?
Door publiek sr wordt eigenrichting i/d zin van ongeremde wraak voorkomen (overheid waarborgt dat het intentionele leed niet excessief is)
Wraak door de overheid i/d vorm van straf = vergelding.
Vergelding ligt i/h verlengde van wraak (het is wraak, maar dan gelimiteerd en gekanaliseerd), en daarmee ligt ook straf i/h verlengde van
wraak, nu straf vergelding is.
Conclusie Het materiële strafbegrip kan op verschillende manieren worden gedefinieerd, namelijk als (proportionele) intentionele leedtoevoeging,
als (proportionele) wraakneming en als vergelding.
OMSCHRIJVING VAN STRAF EN MOREEL GEHALTE VAN STRAF
Wezen van straf kan op 3 manieren worden omschreven:
1. Proportionele intentionele leedtoevoeging
Dat is gek: opzettelijke + verwijtbare leedtoevoeging is een misdaad, maar wordt blijkbaar ook gebruikt als reactie op misdaad.
2. Proportionele wraakneming
3. Vergelding
2 benaderingen van de samenhang tussen vergelding, straf en wraak:
Primitief-instinctieve benadering – straf wortelt via vergelding in wraak(zucht). Wraak en vergelding zijn niet hetzelfde
(wraak is mateloos en onredelijk, vergelding gematigd en redelijk), maar toch heeft vergelding haar wortels i/d
menselijke drang tot wraak: wraak en vergelding kunnen niet van elkaar worden gescheiden.
Moreel-intuïtieve benadering – straf wortelt via vergelding in de morele overtuiging dat daders straf verdienen. Straf is
een eis die uit gerechtigheid voortvloeit. Deze gerechtigheid kan niet helemaal met rede/logica worden gevat en daarom