Antwoorden
Geschiedenis Feniks MAVO Antwoorden Historisch Overzicht vanaf 1900
- Vak
- Geschiedenis
- Instelling
- ROC A12 (A12)
Geschiedenis Feniks MAVO Antwoorden Historisch Overzicht vanaf 1900
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 153 pagina's
Voorbeeld 4 van de 153 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Voorbeeld van de inhoud
Historisch Overzicht vanaf 1900ANTWOORDEN
,1 Begin van een nieuwe eeuw
Hoofdvraag
Hoe was het leven in Nederland rond 1900?
opdracht 1
Lees: Waar gaat het over?
Aan het eind van de tekst staan een paar vragen die je kunt stellen over het begin van de twintigste eeuw.
Verzin er zelf nog drie en schrijf ze in je schrift. Laat onder iedere vraag drie regels open. Als je dit hoofdstuk
af hebt, ga je je eigen vragen proberen te beantwoorden.
Bijvoorbeeld: wat voor kleding droegen ze, hoe groot waren de gezinnen, hoe ging het er op school aan toe,
wat deden ze in hun vrije tijd?
opdracht 2
Bekijk bron 1 en bron 2.
a Je ziet twee foto’s van dezelfde straat, de Coolsingel in Rotterdam. Wat is het eerste verschil dat je opvalt
tussen de beide foto’s?
Eigen antwoord. Het meest voor de hand liggende antwoord is dat het water op bron 1 niet te zien is op bron
2.
b Neem het schema over in je schrift. Gebruik een hele pagina. Vul het schema in.
Beschrijving van: 1900 2009
vervoermiddelen tram, boot, kar, paard/wagen tram, fiets, auto
veel zwart, vrouwen dragen lange
kleding spijkerbroek, jacks, T-shirts
rokken, iedereen draagt een hoed
gebouwen vrij laag, 4-hoog. Molen veel hoogbouw
hoeveelheid natuur twee rijen bomen twee rijen bomen
straatmeubilair (bankjes,
paaltjes, verkeersborden) weinig veel
c Als je de twee foto’s vergelijkt, vallen vooral de verschillen op. Natuurlijk is gedurende de twintigste eeuw
niet álles veranderd. Geef drie voorbeelden van dingen die op beide foto’s hetzelfde zijn.
Bijvoorbeeld: de bomenrijen, de tram, de fietser.
opdracht 3
Bekijk de tijdbalk.
Deze opdracht maak je met z’n tweeën.
a Wat zie je op de tijdbalk? Kies het juiste antwoord.
A Je ziet hoe de twintigste eeuw kan worden opgedeeld in kleinere periodes.
B Je ziet welke gebeurtenissen er in de twintigste eeuw waren.
C Je ziet welk deel van de geschiedenis in dit boek wordt behandeld.
C Je ziet welk deel van de geschiedenis in dit boek wordt behandeld.
b Teken een tijdbalk in je schrift. Gebruik hiervoor het bovenste deel van twee bladzijden. Maak de tijdbalk zo
dat je er ook in kunt schrijven. Je tijdbalk gaat alleen over de twintigste eeuw. Hij begint dus in het jaar 1900
en eindigt in het jaar 2000.
c In de twintigste eeuw zijn er twee wereldoorlogen geweest. Bespreek met elkaar welke jaartallen bij die
oorlogen horen. Als jullie het niet meer weten, kijk dan in de inhoudsopgave van dit boek. Zet de jaartallen
, van beide wereldoorlogen op de juiste plaats onder de tijdbalk. Schrijf ‘Eerste Wereldoorlog’ en ‘Tweede
Wereldoorlog’ in of bij de tijdbalk.
Eerste Wereldoorlog: 1914-1918
Tweede Wereldoorlog: 1939-1945.
d De periode tussen beide wereldoorlogen wordt het inter... genoemd. Zet deze naam op de juiste plaats in de
tijdbalk.
Interbellum (1918-1939).
e Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een lange periode waarin de wereld in twee blokken was verdeeld:
het communistische Oosten en het democratische Westen. Hoe heet deze periode?
Tip: denk aan dikke jassen en een sneeuwballengevecht.
De Koude Oorlog.
f Wanneer eindigde de periode van opdracht e? Schrijf het jaartal en de naam van de periode in de tijdbalk.
1989.
g Je ziet nu dat je tijdbalk is opgedeeld in zes periodes. Die zes periodes komen overeen met de zes
hoofdstukken van dit boek. Geef iedere periode een andere kleur in je tijdbalk.
, 1.1 Het dagelijks leven rond 1900
Deelvraag
Hoe was het dagelijks leven in de periode 1900 – 1914?
opdracht 1 - dit weet je al
Deze opdracht maak je met z’n tweeën.
a Lees de titel van deze paragraaf. ‘Het dagelijks leven’ is een term die je al vaak bent tegengekomen. Verzin
allebei zes voorbeelden van dingen die behoren tot het dagelijks leven.
Bijvoorbeeld: eetgewoontes, kledingstijlen, wat voor werk mensen doen, godsdienstige gewoontes,
taalgebruik, muziek luisteren, film kijken, onderwijs volgen, winkelen, reclame, vrijetijdsbesteding... alle
activiteiten die je vaak onderneemt en alle zaken waarmee je vaak te maken hebt.
b Vergelijk jullie antwoorden op de vorige vraag. Heeft je klasgenoot volgens jou dingen opgeschreven die niet
kloppen? Praat er met elkaar over.
c Vul samen jullie lijstjes van opdracht 1a aan tot tien dingen.
opdracht 2
Lees bron 3.
a Bron 3 is een gesprek tussen twee Engelse heren in het jaar 1872. Vat hun gesprek in één zin samen.
Ze praten over de vraag of je in tachtig dagen rond de wereld kunt reizen.
b Hoe lang duurt het ongeveer om in onze tijd rond de wereld te reizen, denk je?
Eigen antwoord, niet langer dan drie dagen.
c Welke conclusies kun je uit bron 3 trekken over het transport en vervoer in het jaar 1872? Schrijf de juiste
zin(nen) in je schrift.
A De mensen waren gewend dat reizen erg tijdrovend was.
B In tachtig dagen rond de wereld reizen werd door veel mensen als onmogelijk beschouwd.
C Treinen en vliegtuigen waren voor veel mensen de gewoonste zaak van de wereld.
A De mensen waren gewend dat reizen erg tijdrovend was.
B In tachtig dagen rond de wereld reizen werd door veel mensen als onmogelijk beschouwd.
opdracht 3 - examenopdracht
Lees nogmaals bron 3 en bekijk bron 6.
Het boek van Verne was een bestseller. Veel mensen raakten erdoor geïnspireerd en probeerden de reis om
de wereld nóg sneller te maken dan Phileas Fogg. In 1889 deed Nellie Bly er 72 dagen over. In 1903 deed
James Sayre het in 54 dagen.
→ Ben je het met de volgende stelling eens of oneens?
Stelling: Tussen 1872 en 1903 waren er steeds meer, betere en snellere vervoermiddelen gekomen.
Maak voor je antwoord gebruik van de tekst in het kader.
Doe het zo:
Ik ben het met de stelling ... (vul in: eens of oneens), want ... (vul je argument in).
Eens, want volgens de tekst in het kader duurde het steeds minder lang om rond de wereld te reizen. Dat kan
alleen als de kwaliteit en de snelheid van de vervoersmiddelen toeneemt.
→ Wordt jouw antwoord op de vorige vraag bevestigd door bron 6?
Doe het zo:
Ja / Nee (kies je antwoord), want ... (vul je argument in).
Ja, want het vliegtuig was een nieuwe manier van reizen.
Of: nee, want de afbeelding van bron 6 is van 1905 en de periode uit de vraagstelling is 1872-1903.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stuviastudent22. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen