Samenvatting Public Management (PM)
HOORCOLLEGE 1 l Introductie Public Management
Deel 1 introductie publiek management (Trommel):
Publiek management
● Het spel en de knikkers (A. Macintyre → ‘after virtue’)
○ Intrinsieke waarde (er zit iets moois, waardevols in het spel)
○ Of: het spel leren door te belonen en te straffen → extrinsieke waarde → we
focussen ons steeds meer op extrinsieke waarde: frauderen → effecten van
de enorme golf aan nieuw publiek management: extrinsieke waarde krijgt
voorrang boven alles: doelmatigheid (maar, er zit iets problematisch in het sturen op
extrinsieke waarde).
Noordegraaf onderscheidt 3 logica’s:
1) Performance (doelmatigheid / effectiviteit) → kun je bewijsbaar maken dat je goed
scoort?
2) Professionalism (kwaliteit / betrouwbaarheid) → beroepsgroepen hebben eigen
opvattingen hoe dingen moeten: niet per se doelmatig, maar betrouwbaar,
zorgvuldig, eigen beroepsethiek → dit kan botsen met dat we bijvoorbeeld voor zo
weinig mogelijk geld de zorg willen organiseren.
3) Politics (rechtvaardigheid / legitimiteit) → hoe we bijvoorbeeld veiligheid / zorg
organiseren.
→ Spanningen / tegenstellingen, of is dat nu juist de essentie van publiek management?
→ Het voorsorteren op extrinsieke waarde (performance) brengt bepaalde problemen
met zich mee.
Onze focus = nieuw publiek management (NPM):
- Inmiddels behoorlijk oud
- Maar nog behoorlijk invloedrijk
- Ons richten op principes (Trommel) → filosofische principes, mensbeelden,
wereldbeelden in het NPM.
- En op praktijken (Veenswijk)
- Vanuit de leidende vraag: ‘in welke staat bevindt het NP zich, en ...
Kunnen we dit zien als een nieuwe organisatietheorie, of zien we zoveel problemen dat deze
gedachte eigenlijk niet houdbaar is? (coherent manifest of potpourri van ideeën):
● De overkoepelende gedachte: de bureaucratie faalt
● Publieke sector kan en moet efficiënter, effectiever en zuiniger (‘zolang we maar prestatie
leveren’)
● Maar hoe?
○ Hood: noemt 7 doctrines / principes van NPM → (macht voor managers,
prestatietargets, focus op output, kleinere organisatie-eenheden, competitie,
bedrijfsmatig denken, budgetdiscipline).
➔ Nieuw organisatiemodel? → Nee, en dat vormt één van de verklaringen voor de
malaise in het nieuw publiek management (NPM) land.
→ Komende 5 colleges: diagnose NPM in 5 stappen (colleges Trommel)
, Stap 1: waar komen NPM-ideeën vandaan?
● Sociaal-economisch: crisis van de verzorgingsstaat
● Politiek-ideologisch: opkomst van het neoliberalisme (Margaret Thatcher, Ronald Reagan)
● Organisatie- en bestuurswetenschappelijk: bureaucratiekritiek
➔ Een veelheid van achtergronden leidt tot een veelheid van NPM-principes.
Stap 2: zijn er modellen/stijlen binnen NPM te onderkennen?
● Managerial state (performance management) → budget op basis van prestaties.
● Competitie (marktwerking) → het maken/gebruiken van private organisaties om
publieke taken uit te voeren.
● Partnerschappen (PPS) → publieke- en private organisaties gaan samenwerken.
➔ 3 logica’s, met eigen bestaanscondities: risico van ‘menging’.
Stap 3: welke opbrengsten en neveneffecten van NPM zien we?
● Beter beheersbare publieke sector?
● Performance paradox / prestatieparadox (discrepantie tussen ‘papieren’ en
‘werkelijke’ opbrengsten) → deze paradox wordt gevoed.
● 3 perspectieven op neveneffecten
➔ Paradox & surprise eerder regel dan uitzondering in NPM
Stap 4: hoe verhoudt publiek management zich tot publieke waarden?
● Wat zijn publieke waarden?
● Public value management: een bredere visie op publiek management
● NPM lijkt waardendilemma’s in de publieke sector te miskennen (zie Christopher Hood)
➔ Ingebouwde waardencrises
Stap 5: is er zicht op een post-NPM paradigma?
● Het ‘new public governance debat’
● Andere scenario’s, inclusief herijking MacIntyre
➔ Wat valt er te verwachten? hiertoe is een scherpere blik nodig op de actuele praktijken van
publiek management.
Deel 2 publiek management: praktijk uitwerkingen van NPM (Veenswijk)
- Onderstroom uitwerking NPM (dashboard scherm Tesla)
- De multi moment opname methode (1987)
Belangrijke ‘ions’ ( = bewegingen) technieken m.b.t. NPM:
Insteek Uitwerking
Marketization Cultureel Splitsen en privatiseren: volgens de logica van de markt vormgeven van
publieke producten en het op de markt brengen via privatisering en splitsing
van voormalig publieke diensten → KPN, NS: dit waren vroeger publieke
organisaties, en nu bedrijven.
,Agencification Organisatorisch Op afstand plaatsen: bedrijven zijn soms nog steeds gemeentelijke diensten,
maar deze zijn dan op afstand geplaatst (zelfstandig) → gemeente bemoeit
zich er niet mee, maar het is eigenlijk nog steeds een overheidsorganisatie.
Performatization Juridisch Zelfbeheer en contractmanagement: het vormgeven van publieke diensten vanuit
prestaties.
Projectification Economisch Publiek-private samenwerking: het zoveel mogelijk in een projectvorm gieten van
publieke diensten.
E-governation ICT gericht Digitaliseren: alles via formats, ICT, apps, digitaal organiseren van de
interacties met burgers / cliënten → vroeger moest je naar een loket voor
bijvoorbeeld een lening, maar tegenwoordig vul je een online formulier in.
● Veiligheidsproblemen vuilverbranding AEB: Napolitaanse toestanden → Casus
AEB: veiligheid als ‘trade off’ → Ze zijn het onderhoud van de ovens zelf vergeten
door het inzetten op research & development.
Casus AEB:
● Vanaf eind 2018 inzet op verbeterprogramma op techniek/werkwijze/innovatie →
komt niet van de grond.
● Begin juni: veiligheidsbeleving ernstig onder druk, paniekreactie: 4 van de 6 ovens
afgeschakeld.
○ Enorme consequenties → contracten met gemeente (verbranding
bedrijfsvuil, terugleveren energie) → contracten met buitenlandse partijen
(met name Britten) ‘omboeken’
● Uitkomst: bedrijf dreigt om te vallen, er moet acuut 24 miljoen euro bij, in totaal 150 miljoen.
● Gemeente voelt zich totaal overvallen, grote crisis
○ Pas toen de paniek was uitgebroken, gingen mensen zich afvragen of alle
indicatoren wel klopten / het hele systeem met ‘dashboards’ / in de ovens zelf
kijken i.p.v. de computerschermen daaromheen)
➔ Voorbeeld van een organisatie die loskomt vanuit de principes van marketization,
agencification, performatization (alles vanuit een ‘dashboard’ regelen), projectification
(alles in projecten organiseren waarbij project A niet meer weet wat project B doet) en E-
governation (alles digitaal maken) en waarbij het uiteindelijk leidt tot een totale
‘collapse’ → maar, doordat de AEB nog een publieke verantwoordelijkheid had,
kwamen ze toch weer bij de gemeente uit.
➔ Deze 5 ‘ions’ / bewegingen laten in deze casus zien dat het helemaal fout kan gaan.
Dilemma’s en paradoxen:
● Je kunt mooie principes hebben, veel van de publieke organisaties zijn als het ware
‘meegesurfd’ op bewegingen van de afgelopen jaren. Vaak gaat dat goed, maar
soms heeft dat desastreuze gevolgen. Op het moment dat een beweging wordt
gemaakt, krijg je altijd te maken met spanningen, dilemma’s en paradoxen. Je kan
jezelf wel als een bedrijf organiseren, maar in hoeverre heb je dan nog de
verbinding met de kerntaak waar je uit kwam? (het ging over vuilverbranding,
niet over het leveren van energie). → alles wat niet meetbaar is, lijkt niet relevant te
zijn.
○ Marketization l ‘Alle neuzen dezelfde kant op’ staat haaks op innovatie en bevat
geen flexibiliteit om mee te bewegen met maatschappelijke ontwikkelingen.
○ Agencification l Organisaties op afstand gaan ook dingen doen die de principaal
misschien niet echt wilt.
, ○ Performatization l Alles wat niet meetbaar is, lijkt niet relevant te zijn.
○ Projectification l Partnerschap lijkt mooi, maar partijen zijn nooit gelijkwaardig.
○ E-governation l Digitalisering lijkt transparant en efficiënt, maar het koppelen van
gegevens is tevens een potentieel gevaar voor de rechtsstaat.
HOORCOLLEGE 2 l Antecedenten van NPM
Vandaag:
- Wat gaat vooraf aan NPM?
- Wat is de voedingsbodem van NPM?
Agenda:
NPM als resultante van:
a) Politieke ontwikkelingen
b) Sociaal-economische trends
c) Inzichten vanuit kennis en cultuur
Implicaties voor de inhoud van NPM:
a) Harde kern is ‘marktdenken’ → maar in talloze varianten.
Wat zijn de antecedenten (antecedent = het voorafgaande) van NPM?
● Ayn Rand: meest gelezen auteur in de VS → een held van het ‘neoliberalisme’
○ Ivo van Hove was regisseur van ‘Fountainhead’. ‘Fountainhead’ is één van de
romans die Ayn Rand heeft geschreven. Dit gaat min of meer over een
mens- of maatschappijbeeld dat je neoliberaal zou kunnen noemen → Ayn
Rand had hele extreme ideeën: ‘ieder mens is louter en alleen
verantwoordelijk voor zijn eigen leven, iedere vorm van afhankelijk zijn van
anderen is amoreel’ → Ayn Rand: alles is markt, iedere levensverrichting
(seksuele handelingen) wordt afgerekend.
Neoliberalisme:
● Jaren 30: herijking van het klassieke liberalisme
● Eerst vooral een protest tegen toenemende (keynesiaanse) regulering van kapitalisme (na de
crisis in de jaren 30 van de vorige eeuw)
● Daarna, vanaf de jaren 70, een reëel alternatief voor het sociaal gereguleerde kapitalisme
Liberalisme gaat over vrijheden: vrijheden van burgers en individuen, vrijheid van bezit,
vrijheid om te ondernemen → natuurlijke, ‘van god gegeven’ vrijheden waarover wij
beschikken.
In het neoliberalisme breekt het besef door dat dit eigenlijk er niet vanzelfsprekend is. Liberalisme
als politiek-filosofische onderbouwing van het kapitalisme schiet ergens tekort, want markten zijn er
niet vanzelf / markten moeten ergens gecreëerd worden.
Boek van Hans Achterhuis l Revolutie in Chili (jaren 70): coupe met steun van de VS →
sociaal democratische regime opzij geschoven door militairen (en de Chicago School van
economen met als leider Milton Friedman) → beschouwd als een experiment. Een land van
begin af aan gaan organiseren op basis van neoliberale principes. Een overheid die
zoveel mogelijk volgens de ‘doctrines van de vrije markt’ is georganiseerd. Opmerkelijk
dat er zo gedacht werd over de mogelijkheid om een hyper-liberaal systeem te bouwen: