100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk

47 beoordelingen
 2114 keer bekeken  98 keer verkocht

Dit is een samenvatting van de hoofdstukken 1 t/m 8 van het boek praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk van Vanessa Landsmeer- Dalm & Esther Goudswaar- Houben, 1e druk. Met deze samenvatting heb ik een dikke voldoende gehaald, succes! LET OP! Ik heb nu ook een bundel gemaakt, waari...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 42  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 t/m 8
  • 21 september 2020
  • 30 november 2020
  • 42
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)

47  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: mohamedbono • 1 week geleden

review-writer-avatar

Door: jnshoniyi1 • 7 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: LonaHamed • 1 maand geleden

review-writer-avatar

Door: juliajamlean13 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: natascha18 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: tessabongers • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sumeyyekoc • 1 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
kimvandervoort
Praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk

Hoofdstuk 1 Ontwikkelingspsychologie.

Deel1
1.1 Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie is dus de studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit gedurende het
leven; van conceptie tot aan de dood. Ontwikkelingsdeskundige zijn geïnteresseerd in de manier waarop ons
gedrag gaandeweg verandert. Gedrag dien je hierbij ruim op te vatten; niet alleen de zichtbare handelingen,
maar ook de inwendige processen vallen hieronder.

1.2 Geschiedenis van de ontwikkelingspsychologie
De oudheid:
- De Griekse filosoof Plato; De oude Grieken erkende het belang van spelactiviteiten tijdens de vroegkinderlijke
ontwikkeling en hadden ze al bepaalde ideeën ontwikkeld over de invloed van omgevingsfactoren op de
ontwikkeling van kinderen. Zo dacht Griekse filosoof Plato dat kinderen door verwenning prikkelbaar zouden
worden en door extreme strengheid en tirannie juist somber en futloos
- De romeinse filosoof Ciro; viel het op dat er een wenselijk verschil bestond tussen jongeren en ouderen.

De middeleeuwen:
- Calvinisme; Kinderen werden als onbelangrijk beschouwd en in de literatuur zelfs vergeleken met gekken en
dronkenlappen. In het 1e levensjaar stierven veel kinderen vanwege ziekte of honger.
- Ariès; De Franse historicus Ariès stelde dat tijdens de middeleeuwen kinderen als miniatuurvolwassene
werden gezien. Dit baseerde hij op schilderen waarop kinderen in volwassen kleding en met volwassen
proporties werden afgebeeld. Hij gaf daarbij aan dat kinderen van 6 jaar geen bijzondere positie innamen, maar
volledig meedraaiden in de volwassen wereld.
- Erasmus; Benadrukte in die tijd al dat het belangrijk was om liefdevol met het kind om te gaan. Hij hechte
daarnaast veel waarde aan onderwijs, om het kind verantwoordelijkheid bij te brengen. Hij stelde zelfs dat
imitatie een belangrijke rol speelt bij taalverwerving en als een kind de taal thuis niet leert, het een flinke
achterstand zou hebben. Door een veranderde arbeidsmarkt gingen kinderen steeds vaker naar school. Het
kind werd gezien als toekomstige volwassene die eerst educatie nodig had om uit te kunnen groeien tot een
daadwerkelijke volwassene.

Pioniers: Filosofen Locke en Rousseau erkenden als eersten nadrukkelijk dat kinderen anders waren dan
volwassenen en werden daarom dan ook gezien als pioniers op het gebied van vroegkinderlijke ontwikkeling.
- Locke; Stelde dat een kind als “tabula rasa” ofwel onbeschreven blad ter wereld komt. Het kind is volledig
blanco en zal gaandeweg zijn levensloop ervaringen en kennis opdoen die het zullen vormen tot wie het later
wordt. De invloed vanuit de omgeving speelt dus een prominente rol in de visie  het zijn de opvoeding en
zaken als belonen en straffen die een persoon maken tot wie hij is.
- Rousseau; Stelde dat kinderen geen passieve ontvangers zijn, maar actief experimenterende wezens die hun
ontwikkeling zelf in de hand nemen en selectief de invloeden opnemen waar ze vanuit natuurlijke aanleg
behoefte aan hebben. Kinderen zouden volgens hun vooropgesteld natuurlijk plan groeien en de omgeving zou
deze ontwikkeling alleen maar kunnen verstoren.

Baby biografieën: In het begin waren de baby biografieën erg subjectief en onsystematisch en betrof het
slechts de beschrijving van de ontwikkeling van enkele kinderen.
- Darwin; De grondlegger van de evolutietheorie – Nadat hij een baby biografie van zijn eigen eerstgeboren
kind publiceerde, kregen de beschrijvingen een meer systematisch karakter. Door Darwin kwam de interesse in
de ontwikkeling van kinderen goed op gang en volgden vele andere meer systematische beschreven baby
biografieën.
- Preyer; van origine een fysioloog – Was de eerste die een strakke methodologie hanteerde om de
motorische, zintuiglijke en taalontwikkeling van zijn kinderen te observeren en te registreren.

,De ontwikkelingspsychologie is geboren: De systematische beschrijvingen van de ontwikkeling van kinderen
vormen het begin van de wetenschappelijke studie naar de menselijke ontwikkeling. Halle en Binet worden ook
als grondleggers van de ontwikkelingspsychologie als wetenschapstak gezien.
- Hall; Een Amerikaanse hoogleraar psychologie en pedagogiek heeft hier een belangrijke rol ingespeeld. Hij
bestudeerde als eerste op systematische wijze grotere groepen kinderen door gebruik te maken van
vragenlijsten en statische procedures.
- Binet; Frans psycholoog – Werd bekend vanwege zijn onderzoeken naar de intelligentie van kinderen. Hij
ontwikkelde een intelligentietest waarmee op betrouwbare wijze het cognitief functioneren van kinderen
gemeten kon worden.

Uitbreiding vakgebied: Lange tijd werd binnen de ontwikkelingspsychologie alleen de kinderontwikkeling
onderzocht. Dit kwam doordat men ervan uitging dat zodra kinderen de volwassenen wereld betraden, ze tot
volledige realisatie van al hun mogelijkheden waren gekomen. Diverse invloeden zorgden ervoor dat het
vakgebied zich uitbreidde. Vanuit de sociologie werd bijvoorbeeld opgemerkt dat kinderen steeds langer naar
school gingen en daardoor de volwassenheid als het ware meer naar achteren werd geschoven. Doordat de
levensverwachting toenam en er dus oudere bevolking begon te ontstaan kwam er ook belangstelling voor de
ouderdomsfase. De volwassenheid als aparte fase te onderzoeken bleef lange tijd achter, doordat ervanuit
werd gegaan dat volwassene nauwelijks veranderden. De volwassenheid werd gezien als stabiele fase.

1.3 De menselijke ontwikkeling uitgelicht
Binnen de ontwikkelingspsychologie wordt de mens in zijn gehele ontwikkelingsverloop bestudeerd, van het
prille ontstaan in de baarmoeder tot aan de dood.

Ontwikkelingsfasen:
- Prenatale periode – conceptie geboorte - Adolescentie 14-22 jaar
- Baby 0-1 jaar - Jongvolwassenheid 22-35 jaar
- Dreumes 1-2 jaar - Midden volwassenheid 35-55 jaar
- Peuter 2-4 jaar - Late volwassenheid 55-65 jaar
- Kleuter 4-6 jaar - Oudere 65+
- Basisschoolkind 6-10 jaar
- Pubertijd 10-14 jaar

Ontwikkelingsvariatie:
- Normatieve ontwikkeling; Hoe ouder men wordt, hoe meer variatie er in de levensloop ontstaat. In de eerste
jaren van het leven is er namelijk veel meer sprake van een normatieve ontwikkeling  de algemene
veranderingen die kinderen laten zien naarmate ze ouder worden. Uiteraard bestaan er individuelen
verschillen. Toch zijn deze veranderingen op jonge leeftijd meer het gevolg van normatieve invloeden, de
factoren die bij de meeste mensen ongeveer dezelfde impact hebben en die daardoor de aanleiding geven tot
een soort gemiddeld ontwikkelingspatroon. Dit patroon is de “norm” geworden waar aan de ontwikkeling van
een kind kan worden “afgemeten”.
Individuele invloeden krijgen daarnaast ook een steeds grotere impact op het ontwikkelingsverloop en zorgen
mede voor de enorme variatie die ontstaat tussen mensen.

Ontwikkelingsthema’s: Ontwikkelingstheorieën richten zich vaker op de mijlpalen die bereikt worden en
minder op de specifieke uitdagingen waar vooral volwassenen in de rest van hun leven voor komen te staan.

Fysieke ontwikkeling:
- Voorbeelden van onderwerpen; Fysieke groei, slaap en spieren
- Voorbeelden van vraagstellingen; Wat zijn de gevolgen van vroeggeboorte? Welke invloeden heeft
ondervoeding op de ontwikkeling van mijn kind?

,Motorische ontwikkeling:
- Voorbeelden van onderwerpen; Bewegen fijn motorische en grof motorische handelingen
- Voorbeelden van vraagstellingen; Wanneer is een kind rijp om te starten met schrijfonderwijs? Op welke
leeftijd zie je sporttalent tot bloei komen?

Perceptuele ontwikkeling:
- Voorbeelden van onderwerpen; Waarnemen middels zintuigen.
- Voorbeelden van vraagstellingen; Welke invloed heeft slechtziendheid op de schoolprestaties van kinderen?
Hoe nemen pasgeboren baby’s de wereld waar?

Cognitieve ontwikkeling:
- Voorbeelden van onderwerpen; Intellectuele vermogens zoals denken, begrijpen, leren
- Voorbeelden van vraagstellingen; Wat zijn onze vroegste herinneringen? Hoe losse jonge kinderen problemen
op?

Sociale ontwikkeling:
- Voorbeelden van onderwerpen; De ontwikkelingen en veranderingen in sociale relaties gedurende het hele
leven
- Voorbeelden van vraagstellingen; Hoe reageren baby’s op hun verzorgers? Wanneer krijgt een kind interesse
in leeftijdgenootjes?

Emotionele ontwikkeling:
- Voorbeelden van onderwerpen; Het gevoelsleven
- Voorbeelden van vraagstellingen; Op welke leeftijd ontstaat zelfregulatie? Hoe ontstaan inlevingsvermogen?

Persoonlijkheidsontwikkeling:
- Voorbeelden van onderwerpen; De eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
- Voorbeelden van vraagstellingen; Wanneer krijgt een kind zelfbesef? Hoe vormen adolescenten een
identiteit?

Sensuele/ seksuele ontwikkeling:
- Voorbeelden van onderwerpen; Seksuele gevoelens, het eigen lichaam leren kennen, geslachtsontwikkeling
en lustbevrediging.
- Voorbeelden van vraagstellingen; Op welke leeftijd worden kinderen zich ervan bewust dat ze altijd een
jongen of meisje blijven? Hoe ontdekken kinderen hun seksualiteit?

Morele ontwikkeling:
- Voorbeelden van onderwerpen; Ontwikkeling van het geweten  verschil tussen goed en kwaad
- Voorbeelden van vraagstellingen; Welke rol speelt de opvoeder bij het vormen van het geweten? Wanneer
houden kinderen rekening met de gevolgen van hun gedrag?

Taalontwikkeling:
- Voorbeelden van onderwerpen; Taalverwerving, communicatie
- Voorbeelden van vraagstellingen; Wanneer passen kinderen de grammaticaregels juist toe? Wat zijn de voor-
en nadelen van tweetaligheid

Ontwikkelingskenmerken:
- Cumulatief proces; Vaardigheden en ervaringen bouwen op elkaar voort. Iedere nieuwe fase in de
ontwikkeling bevat dus ook alle vaardigheden en ervaringen die zijn verworven in een vorige fase. Deze
vormen de basis voor nieuw te werven vaardigheden en ervaringen. Denk aan het rekenen, de tafels.
- Differentiatie proces; Specifieke vaardigheden ontstaan vanuit meer algemene vermogens. Baby’s hebben een
aangeboren grijp reflex. Deze grijpreflex is nog ongedifferentieerd, het is een algemene vaardigheid.
- Georganiseerd; Het ontstaan niet toevallig of in het wilde weg, maar volstrekt zich in een vaste, logische
volgorde en is onder normale omstandigheden onomkeerbaar. Je leert niet eerst lopen en daarna kruipen.
- Holistisch; Dit wil zeggen dat alle aspecten van een persoon samen veranderen en met elkaar integreren. Een

, jonge baby kan bijvoorbeeld niet iets zien en daar gericht naar grijpen, er is namelijk nog geen coördinatie
tussen kijken en grijpen.


Ontwikkelingsverloop:
- Continu proces; Het is een continu proces waarbij de persoon voortdurend verandert.
- Kwantitatieve veranderingen; De ontwikkeling van een persoon zou dus heel geleidelijk verlopen, zonder een
bruuske ommezwaai of snelle en abrupte veranderingen. Nieuwe vaardigheden vloeien automatisch voort uit
alle aanwezige vaardigheden en een persoon krijgt er als het ware steeds meer mogelijkheden bij.
- Kwalitatieve veranderingen; Elke fase levert nieuw gedrag op dat wezenlijk verschilt van het gedrag uit de
vorige fase. Denk maar aan de crisis van de pubertijd de overgang van kindertijd naar volwassenheid.
- Discontinu proces; De ontwikkeling verloopt meer abrupt, in aparte stappen, waarbij personen zichtbaar
“sprongetjes” maken in hun ontwikkeling.

Gevoelige periodes: Wordt een specifiek moment tijdens de ontwikkeling aangeduid waarin de ontwikkeling
versneld vooruitgaat en er een verhoogde gevoeligheid bestaat voor stimuli vanuit de omgeving. Als bepaald
gedrag of specifieke vaardigheden gedurende zo’n gevoelige periode niet worden aangeleerd, bestaat de kans
dat het volledig potentieel nooit bereikt wordt. Op het juiste moment de juiste zaken aanreiken, kan
voorkomen dat een kind een achterstand oploopt in zijn ontwikkeling. Andersom geldt ook de aanwezigheid
van bepaalde stimuli in een specifieke periode tijdens de ontwikkeling kan een abnormale ontwikkeling tot
gevolg hebben. Binnen een zeer strikte, vastgestelde tijd diende een persoon bepaalde vaardigheden te
werven of zich bepaald gedrag eigen te maken, anders zou dit nooit meer lukken.

Nature versus nurture: In hoeverre erfelijke eigenschappen en omgevingsinvloeden het gedrag van mensen
bepaalt.
- Nature; Staat in dit geval voor alle erfelijke eigenschappen, karakteristieken, capaciteiten en vermogens die
mensen van hun biologische ouders erven zoals, de kleur van je ogen of de genetische gevoeligheid.
- Nurture; Staat voor alle ervaringen die ene persoon opdoet en de kwaliteit van de sociale en de fysieke
omgeving waarin hij verkeert zoals de opvoeding die een kind krijgt, de invloed van leeftijdsgenootjes, sociaal
economische omstandigheden en de invloed van drugsgebruik op het ongeboren kind.

De richting waarin bepaalde eigenschappen zich ontwikkelen wordt de ene keer meer door erfelijke aanleg
gestuurd en is de andere keer vooral afhankelijk van de omstandigheden waarin ze tot stand komen. De
interactie tussen nature en nurture is complex. Geconcludeerd kan worden dat het dus erg moeilijk is om te
bepalen welke factor op welk moment zijn belangrijkste bijdrage deed.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimvandervoort. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 84866 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  98x  verkocht
  • (47)
  Kopen