Hoofdstuk 3: Jurisprudentie zoeken en gebruiken
Jurisprudentie: Rechtsopvatting van de rechterlijke macht, zoals die
blijkt uit genomen beslissingen.
Elke rechtbank = 4 sectoren (kanton, civiel, straf en bestuur).
Vier gerechtshoven, verdeeld in 3 sectoren (strafrecht, civielrecht en
belastingrecht).
De Hoge Raad is gevestigd in Den Haag.
De Hoge Raad kan niet meer over feiten oordelen, enkel op het
recht.
Rechtsgang:
1) Eerste aanleg: rechtbank.
2) Niet mee eens met de rechter? -> Hoger beroep bij het
gerechtshof.
3) Niet mee eens met het gerechtshof? -> Cassatie bij de Hoge
Raad.
4) Dagvaarding (officieel stuk waarin staat beschreven wat van de
wederpartij wordt geëist en waarop deze eis gestoeld is.
5) De wederpartij (gedaagde) + de rechter worden geïnformeerd via
de dagvaarding.
6) De gedaagde dient een conclusie van antwoord in (geeft aan
waarom hij/zij van mening is dat de rechter de vordering moet
afwijzen).
7) Personen- en familierecht = verzoekschrift.
8) Gedaagde reageert dan met een verweerschrift.
9) Dagvaardingsprocedure = Vonnis.
10) Verzoekschriftprocedure = Beschikking.
Vonnis:
Aanvang:
1) Benoem instantie
2) Locatie (eventueel)
3) Rolnummer (kenmerk)
4) Datum
Daarna:
1) Namen (eiser + advocaat als eerst, bij kantonzaken advocaat
niet verplicht. Daarna gedaagde + advocaat)
, Verloop van de procedure:
- Procesgang beschreven
- Voorbeeld:
1) De procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- De dagvaarding van 30 maart 2011, met producties,
- De verwijzing van de zaak naar de parkeerrol van 13 juli 2011,
- De ambtshalve doorhaling van de zaak op de rol van 3 oktober
2012,
- De akte opbrenging zaak tevens akte overlegging producties
van 27 november 2013,
- De conclusie van antwoord van 22 januari 2014, met
producties,
- Het tussenvonnis van 5 maart 2014, waarbij een comparitie is
bepaald,
- Het proces-verbaal van de op 12 juni 2014 gehouden
comparatie van partijen, met de daarin genoemde
processtukken en proceshandelingen.
1.2 Ten slotte is vonnis bepaald.
2) De feiten:
- Context van de zaak (Wat heeft zich precies afgespeeld
voorafgaand aan de procedure? Waarom is er een geschil?
Etc.)
- De feiten zijn de basis voor de uitspraak van de rechter.
3) Het geschil:
- Vordering
- Kostenveroordeling
- Eiser moet goed argumenteren over deze twee punten.
4) De beoordeling:
- De rechter legt de vordering en het verweer naast elkaar om
deze goed te bestuderen en op papier te zetten.
- Indien partijen een rechter vragen om een beslissing te nemen
over hoe het recht uitgelegd of toegepast moet worden,
spreken we van een rechtsvraag.
- Onder ‘beoordeling’ geeft de rechter gemotiveerd aan hoe de
rechtsvraag wordt beantwoord.
5) De beslissing:
- De rechter kan de vordering geheel of gedeeltelijk toe- of
afwijzen.
Tussenvraag 3.1
a) Het betreft een zaak met een waarde van minder dan €25.000,00
(destijds was de grens €5.000,00). Op basis van art. 93 Rv dienen