Gemaakt tijdens het leren voor de toets taal in de bovenbouw. Ondanks dat het veel stof is, heeft deze duidelijke samenvatting mij ontzettend geholpen (markeren werkt ook goed!). Ook medestudenten hebben hier veel aan gehad. De samenvattingen van Spelling en Aanvankelijk en technisch lezen staan oo...
SAMENVATTING PORTAAL
Paus, H. (red.) (2018) Portaal. Praktische taaldidactiek voor het primair
onderwijs. 5e herziene druk. Bussum: Coutinho.
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Taalonderwijs ................................................................................................................... 2
1.2 Visies ......................................................................................................................................... 2
1.3 Inhouden en doelen ................................................................................................................... 4
1.4 Didactiek van het taalonderwijs ................................................................................................. 6
1.5 Evalueren en omgaan met verschillen ...................................................................................... 6
Hoofdstuk 4 Mondelinge taalvaardigheid ....................................................................................... 7
4.1 Achtergronden ........................................................................................................................... 7
4.2 Visies ......................................................................................................................................... 7
4.3 Doelen en inhouden .................................................................................................................. 8
4.4 Praktijk: algemeen ..................................................................................................................... 9
4.6 Praktijk: Het oudere kind ......................................................................................................... 10
4.7 Evalueren en omgaan met verschillen .................................................................................... 12
Hoofdstuk 5 Geletterdheid: lezen .................................................................................................. 14
5.1 Achtergronden ......................................................................................................................... 14
5.2 Visies ....................................................................................................................................... 15
5.3 Doelen en inhouden ................................................................................................................ 16
5.4 Praktijk: algemeen ................................................................................................................... 16
5.6 Praktijk: het oudere kind .......................................................................................................... 17
5.7 Evalueren en omgaan met verschillen .................................................................................... 20
Hoofdstuk 6 Geletterdheid: schrijven ........................................................................................... 21
6.1 Achtergronden ......................................................................................................................... 21
6.2 Visies ....................................................................................................................................... 23
6.3 Doelen en inhouden ................................................................................................................ 23
6.4 Praktijk: algemeen ................................................................................................................... 24
6.6 Praktijk: het oudere kind .......................................................................................................... 24
6.7 Praktijk: evalueren en omgaan met verschillen ....................................................................... 25
Hoofdstuk 9 Taalbeschouwing....................................................................................................... 27
9.1 Achtergronden ......................................................................................................................... 27
9.2 Visies ....................................................................................................................................... 27
9.3 Doelen en inhouden ................................................................................................................ 27
9.4 Praktijk: algemeen ................................................................................................................... 28
9.5 Praktijk: het jonge kind ............................................................................................................ 29
9.6 Praktijk: het oudere kind .......................................................................................................... 30
9.7 Evalueren en omgaan met verschillen .................................................................................... 31
,Hoofdstuk 1 Taalonderwijs
1.2 Visies
Visies op leren
Leerkrachten baseren hun handelen (en dus hun onderwijs) vaak op de visie van de school. Deze
visie van scholen is gericht op aannames, gebaseerd op verschillende leertheorieën. Denk hierbij aan:
• Behaviorisme (over het gedrag en het leren);
• Cognitivisme (gericht op het informatieverwerkingsproces van het korte/lange termijn geheugen);
• Constructivisme (leren is een actief proces van kennis verwerking, waarbij de kennis ontstaat in
interactie met anderen).
Maatschappij heft ook invloed op visies in het onderwijs. Denk hierbij aan de technologieën en de
21eeuwse vaardigheden van nu, maar ook aan de jaren ’60 waarbij de mondelinge communicatie een
grote rol ging spelen in het leven van kinderen.
Visies op taalonderwijs
Acht belangrijke visies op taalonderwijs:
1. Traditioneel taalonderwijs
Taal is de drager van onze cultuur, de nadruk ligt op schriftelijke vaardigheden en zijn
vormgeving. Een goede beheersing van grammatica leidt tot betere taalbeheersing.
Leerlingen leren op systematische wijze de woorden aan, bij lezen ligt de nadruk op de
techniek van het lezen. De deelvaardigheden staan centraal. Oftewel, technisch lezen,
begrijpend lezen en vrij lezen zijn losse vakken. Er is weinig aandacht voor spreken en
luisteren en de leerkracht heeft een overdragende rol.
Voordeel: door de verdeling van deelaspecten is het overzichtelijk.
Nadeel: de verdeling van de verschillende taaldomeinen is niet evenwichtig. Mondelinge
vaardigheden en schrijven blijven onderbelicht.
Nadeel: dit wordt voor de leerlingen niet als betekenisvol ervaren.
2. Thematisch-cursorisch taalonderwijs (’70)
Taal wordt geleerd door de taal te gebruiken in zinvolle gebruik situaties. Hierbij wordt er
veel gebruik gemaakt van het werken binnen een thema (thematische activiteiten). Ook zijn
er cursorische activiteiten, waarbij de leerkracht het onderwijsproces stuurt en
vakonderdelen worden geoefend. Ook dit kan wel vaak aan de hand van het thema worden
geoefend.
Voordeel: de leerlingen ervaren de activiteiten als zinvol.
Nadelen: het thematisch werken kost veel tijd en het is lastig om grip te krijgen op wat de
leerlingen precies hebben geleerd.
3. Taal bij alle vakken (’80)
Taal is meer dan een materie dat geleerd moet worden, je kunt door middel van taal leren.
Hierbij is het belangrijk dat de leerkracht sterk gericht is op de interactie in de groep. De
leerkracht probeert door instructies en goed omschreven taaltaken het denkproces bij de
leerlingen te ontwikkelen. Ook op het voortgezet onderwijs wordt hier veel gebruik van
gemaakt!
, Voordeel: het is betekenisvol voor de leerlingen en transferproblemen worden voorkomen.
Strategieën kun je namelijk ook bij andere vakken inzetten.
Nadeel: bepaalde taalonderdelen kunnen beter systematisch worden aangeboden
(spelling).
4. Communicatief taalonderwijs (’80)
Het is van belang dat de leerlingen goed mondeling en schriftelijk kunnen communiceren.
De correctheid gaat een minder grote rol spelen en het tot stand komen van communicatie
een grotere. Het accent ligt op leren spreken, luisteren, schrijven en lezen vanuit de
gedachte: zender -> boodschap -> ontvangers.
Voordeel: leerlingen raken gemotiveerd door gekozen situaties.
Nadeel: situaties kunnen nep zijn, niet alle domeinen kunnen worden aangeboden
(spelling).
5. Whole-languagebenadering
Taal wordt als geheel aangeboden, alles wordt in samenhang ervaren en aangeleerd. Er
wordt grote waarde gehecht aan mondeling en schriftelijk je verhaal doen. Uitgangspunt:
Iedereen heeft een verhaal. Ieder kind moet kunnen meepraten over de onderwerpen
(keuze van onderwerpen is dus belangrijk!). Ook eigen ervaringen staan centraal, want
eigenervaringen zijn het uitgangspunt tot gesprekken. Dit kan een leerkracht uitlokken aan
de hand van een eigen ervaring of voorgelezen verhaal en vervolgens een taalronde
‘praten, luisteren, schrijven en lezen’. Zo wordt elke kant van taal belicht aan de hand van
eigen teksten.
6. Strategisch taalonderwijs
Voor het uitvoeren van taken moeten de leerlingen strategieën leren beheersen. Leerlingen
kijken procedures aangereikt, bijvoorbeeld in de vorm van een stappenplan.
Voordeel: de leerlingen krijgen beschikking over een middel om greep op te taal te krijgen.
Nadeel: procedures kunnen verkeerd worden gebruikt en de leerlingen kunnen dit
vervelend gaan vinden. Het gevaar dat de procedure het doel op zich wordt ligt op de loer.
7. Taakgericht taalonderwijs (’90)
Taal wordt niet alleen om er taken mee uit te voeren maar juist ook door er taken mee uit te
voeren. Leerlingen doen taken die hen interesseren waarbij zij in aanraking met een kloof
(iets wat zij nog niet goed kunnen, maar wel moeten kunnen bij de activiteit). Het is de
bedoeling dat de leerlingen gemotiveerd genoeg zijn om die kloof te overbruggen en dus
om zich te ontwikkelen. Deze visie gaat ervan uit dat wat de leerlingen zelf ontdekken, blijft
hangen en leidt tot fundamenteel leren.
Voordeel: leerlingen raken gemotiveerd door gekozen situaties.
Nadeel: situaties kunnen nep zijn, niet alle domeinen kunnen worden aangeboden
(spelling).
8. Interactief taalonderwijs
Interactief taalonderwijs kent drie pijlers:
• Betekenisvol leren:
De leerlingen leren het beste in betekenisvolle situaties en de contexten moeten rijk,
motiverend, uitdagen en herkenbaar zijn. Het leren is een actief proces waarbij kinderen
hun kennis en hun wereld steeds opnieuw organiseren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isabelledienske. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,98. Je zit daarna nergens aan vast.