100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Windesheim verpleegkunde jaar 1 gedragswetenschappen periode 2 samenvatting (leerstof artikelen) €4,99
In winkelwagen

Samenvatting

Windesheim verpleegkunde jaar 1 gedragswetenschappen periode 2 samenvatting (leerstof artikelen)

1 beoordeling
 98 keer bekeken  8 keer verkocht

Deze samenvatting is van jaar 1 periode 2 van gedragswetenschappen van de opleiding HBO verpleegkunde op Windesheim. De samenvatting is zeer gedetailleerd en alle artikelen zijn samengevat. Ik heb voor dit tentamen een 8,7 gehaald met behulp van deze samenvatting.

Voorbeeld 4 van de 38  pagina's

  • 3 oktober 2020
  • 38
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (101)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: veeron • 4 jaar geleden

avatar-seller
julietjjb
Week 1 Inleiding ontwikkelingspsychologie + Piaget: hoe leren kinderen denken?


Feldman T. (2012), ontwikkelingspsychologie, blz 5-12
Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie – De wetenschappelijke studie naar de patronen van groei, verandering en
stabiliteit die zich voordoen bij toenemende leeftijd, dus vanaf de geboorte via de babyjaren, peuterjaren,
kleuterjaren, schoolperiode, adolescentie, volwassenheid tot aan ouderdoem.
• De meeste aandacht gaat naar de periode waar de veranderingen elkaar het snelst opvolgen:
geboorte tot aan adolescentie
• Ontwikkelingspsychologie richt zich op de menselijke ontwikkeling, verschillende vlakken kijken
naar verschillende delen hiervan. Welke benadering er ook gekozen wordt, de ontwikkeling
wordt beschouwen als een continu proces

De reikwijdte van het vakgebied
Thematische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie
• Fysieke ontwikkeling
o Invloed van het lichaam (hersenen, zenuwstelsel, spieren, zintuigen, behoeftes) op ons
gedrag
• Cognitieve ontwikkeling
o Begrijpen hoe het gedrag van mensen wordt beïnvloed door groei en veranderingen in
hun intellectuele vermogens.
o Leren, geheugen, probleemoplossing en intelligentie
• Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
o Sociale – manier waarop de interacties van mensen met elkaar en hun sociale relaties in
de loop van hun leven groeien, veranderen en stabiel blijven
o Persoonlijkheid – stabiliteit en verandering in de eigenschappen die de ene persoon van
de andere onderscheiden

Binnen hun specialisatie kijken ontwikkelingspsychologen meestal ook naar specifieke leeftijden.
• Prenatale periode – periode van conceptie tot geboorte
• Baby- en peutertijd – geboorte tot drie jaar
• Kleutertijd – drie tot zes jaar
• Schooltijd – zes tot twaalf jaar
• Adolescentie – twaalf tot twintig jaar
• Dit zijn gemiddelden
• Hoe ouder kinderen worden, hoe duidelijker de onderlinge diversiteit wordt

Alle globale themagebieden binnen de ontwikkelingspsychologie spelen een rol in de kindertijd en
adolescentie. Door variatie in themagebieden en leeftijdsgroepen beschouwen allerlei specialisten met
uiteenlopende achtergronden zichzelf als deskundigen op het gebied van de ontwikkelingspsychologie.
Deze diversiteit aan specialisten levert een groot aantal verschillende perspectieven op.

De invloed van cohorten op ontwikkeling: ontwikkelen in een sociale wereld
• Ieder mens behoort tot een specifieke cohort: ene groep mensen die rond dezelfde rijd op
dezelfde plek is geboren.
• Mensen die tot een bepaalde cohort behoren, zijn onderhevig aan bepaalde normatieve
gebeurtenissen – Gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op

, dezelfde manier volstrekken. Normatieve gebeurtenissen kunnen biologisch, sociaal of cultureel
bepaald zijn.
o Voorbeeld: het bereiken van de pubertijd
• Cohorteffecten treden op als gevolg van normatieve historisch bepaalde invloeden, biologische
en omgevingsinvloeden die verbonden zijn aan een specifiek historisch moment
• Leeftijdsgebonden invloeden zijn biologische en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor mensen
in een bepaalde leegtijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien. (puberteit, menopauze)
• Ontwikkeling wordt ook bepaald door normatieve invloeden, zoals etnische afkomst, sociale
klasse, lidmaatschap van een subcultuur en andere factoren. Normatieve invloeden zijn
invloeden die leiden tot conformiteit, omdat men de gevolgen van afwijkend gedrag vreest
• Tot slot zijn niet-normatieve gebeurtenissen van invloed op de ontwikkeling. Dit zijn specifieke
gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een specifiek persoon op een tijdstip dat zulke
gebeurtenissen de meeste andere mensen niet overkomen

Kinderen: verleden, heden en toekomst
Vroege denkbeelden over kinderen
• Sommige wetenschappers denken dat er een periode was waarin de kindertijd niet eens bestond.
Voor de middeleeuwen (voor 1600) werden kinderen als miniatuurvolwassenen gezien. De
kindertijd werd niet beschouwd als een stadium dat kwalitatief anders was dan de
volwassenheid.
• Babybiografieën – waarnemers probeerden de groei van een kind bij te houden (kwamen er
steeds meer)
• Doordat onderwijs universeler werd en kinderen meer gescheiden van volwassenen werden en
doordat er meer volwassenen beschikbaar kwamen op de arbeidsmarkt, waren kinderen niet
meer nodig als goedkope arbeidskrachten. Dat maakte de weg vrij voor wetten die kinderen
beschermen tegen uitbuiting

De 20e eeuw: ontwikkelingspsychologie als discipline
• Binnen het nieuwe vakgebied ontwikkelingspsychologie zijn een paar specialisten erg invloedrijk
geweest:
o Alfred Binet – intelligentie kinderen en onderzoek naar geheugen en hoofdrekenen
o G. Stanley Hall – eerste die denken en gedrag van kinderen onderzocht mbv vragenlijsten
• Eerste helft 20e eeuw trend van grote invloed op de ontwikkeling van kinderen: er werden
grootschalige, systematische en langdurige onderzoeken gestart naar kinderen en hun
ontwikkeling tijdens de rest van hun leven.
• De wetenschappers die de basis van de ontwikkelingspsychologie legden, hadden een doel: ze
wilden de aard van de groei, verandering en stabiliteit tijdens jeugd en adolescentie op een
wetenschappelijke manier bestuderen


Vocht, H.M. de (1999), Menswetenschappen, blz. 139-140, 160 (paragraaf
6.1 en 6.5).
In nog modernere definitie van de ontwikkelingsleer wordt ook de periode voor de geboorte bij het
bestuderen van de ontwikkeling van de mens betrokken. Dit is heel terecht, want uit steeds meer
onderzoek blijkt dat het ongeboren kind al allerlei informatie die het hoort in zich kan opnemen. Niet
alleen lichamelijke maar ook psychologische ontwikkeling blijkt al voor de geboorte te beginnen.
Moderne definitie ontwikkelingspsychologie – de wetenschap die zich bezighoudt met de ontwikkeling
van de mens vanaf de conceptie tot aan de dood.

,Het belang van de ontwikkelingsleer voor de verpleegkundigen
• De verpleegkundige krijgt in haar werk te maken me zorgvragers van allerlei leeftijden. Om al
deze mensen goed te kunnen begeleiden zal ze goed op de hoogte moeten zijn van de zaken die
in de verschillende leeftijdsfasen een rol kunnen spelen voor mensen.
• De verpleegkundige zal ook moeten weten welke thema’s in de leeftijdsfasen van de
volwassenheid en de ouderdom een rol kunnen spelen. Als verpleegkundige moet je je zo goed
mogelijk kunnen verplaatsen in de belevingswereld van de zorgvrager.
• De verpleegkundige kan zich pas met kennis van zaken verdiepen in de ‘afwijkende’ ontwikkeling
van mensen als ze genoeg afweet van de ‘normale’ ontwikkeling.


Beemen, L. van (2016), Ontwikkelingspsychologie, blz. 40 – 43, 113-121
Het cognitieve ontwikkelingsmodel van Jean Piaget (1896-1980)
• Belangrijkste uitgangspunt cognitieve ontwikkelingstheorieën – het gedrag van kinderen is in een
bepaalde leeftijdsfase een weerspiegeling van hun denk- en kennisniveau
• De grondlegger van het cognitieve ontwikkelingsmodel is Jean Piaget. Zijn conclusie was dat het
oudere kind niet alleen maar intelligenter was dan het jongere kind, maar dat hun denkwijzen
fundamenteel van elkaar verschilden.
• Piaget beschouwde intelligentie als een levensfunctie van de mens die hem in staat stelt zich aan
de eisen van de omgeving aan te passen. Elke intellectuele activiteit heeft als doel een evenwicht
te vinden tussen de gedachtewereld van het individu en diens omgeving.
• De bouwstenen van de intelligentie zijn schema’s of cognitieve structuren – een flexibel actie- of
gedachtepatroon dat bedoeld is om vat te krijgen op een ervaring. Ze breiden zich uit en
veranderen als gevolg vaan toenemende rijping en ervaring.
• Piaget – ‘denken begint met doen’

Functie van intelligentie
• Functie 1 - Het organiseren van de beschikbare schema’s in samenhangende, complexere
systemen of kennisgebieden.
• Functie 2 – de adaptie of aanpassing aan de omgeving. Deze aanpassing komt via twee
complementaire processen tot stand: assimilatie en accommodatie
o Assimilatie – Het proces waarin nieuwe ervaringen worden geïnterpreteerd op basis van
bestaande schema’s. De nieuwe ervaring wordt binnen het beschikbare schema ingepast
o Accommodatie – het proces waarin onder invloed van nieuwe ervaringen onze schema’s
worden veranderd. Het schema, onze denkwijze, wordt dusdanig aangepast dat de
ervaring erin opgenomen kan worden.
o Assimilatie en accommodatie wisselen elkaar af. Adaptatie heeft als doel een staat van
evenwicht te handhaven of te herstellen.
o Accommodatie en assimilatie stellen het kind in toenemende mate in staat de wereld om
hem heen te begrijpen, dit hoeft niet per se een correcte afspiegeling van de realiteit te
zijn.

Piaget heeft zich voornamelijk met de ontwikkeling van het denken en het probleemoplossend vermogen
beziggehouden en legde kinderen in zijn onderzoek de meest uiteenlopende taken voor

Piagets visie op ontwikkeling
• Piagets theorie beschrijft de cognitieve ontwikkeling als een proces waarin duidelijk te
onderscheiden stadia elkaar opvolgen. Dat houdt in dat het denken van een 3-jarige anders
verloopt dan dat van een 10-jarige.

, • Piaget beschouwde kinderen als actieve onderzoekers die door interactie met hun omgeving een
eigen beeld van de werkelijkheid construeren. Piaget: Door eigen ervaringen en ontdekkingen
ontstaat kennis en inzicht en het tempo waarin dat gebeurt, kan amper door anderen beïnvloed
worden

Vier stadia van cognitieve ontwikkeling
Piagets vier stadia van cognitieve ontwikkeling
zijn
1. Het sensomotorische stadium (0-2 jaar)
2. Het pre-operationele stadium (2-6 jaar)
3. Het concreet operationele stadium (6-12
jaar)
4. Het formeel operationele stadium (vanaf
12 jaar




Het sensomotorische stadium
• Reflex naar reflectie – na de geboorte heeft de zuigeling slechts beschikking over een aantal
basale reflexen
• In de eerste twee levensjaren ontstaat denken (voornamelijk) door doen
• De term sensomotorisch verwijst naar het belang van zintuiglijke indrukken en motorische
handelingen die de zuigeling in staat stellen het effect van zijn eigen activiteit op de omgeving te
ontdekken en ermee te experimenteren
• Na een maand kleine verschillen in reflexen, na enkele maanden worden handelingen opzettelijk
herhaald. Verschil in handelen levert een verschil in effect op merkt de baby dus doelgericht
handelen. Ook worden op gegeven moment bewegingen gecombineerd

De overgang naar het pre-operationele stadium wordt geluid door de komst van mentale representaties.
Het begin in representaties zien we terug in verschillende gedragingen die tussen de anderhalf en twee
jaar een rol gaan spelen
• Taalverwerving – woorden toepassen
• Fantasiespel – ‘doel alsof’, pop eten geven, motorgeluiden maken
• Indirecte imitatie – geheugen gebruiken door iets (later) na te doen
• Object-permanentie – een van de belangrijkste cognitieve verworvenheden van het
sensomotorische stadium! Dit houdt in dat het kind zich een voorstelling kan maken van een
object als iets tastbaars wat buiten hemzelf bestaat en niet zomaar ophoudt te bestaan, ook al is
het object uit het zicht verdwenen. Het kind ontwikkeld zich van hieruit het inzicht dat de
omgeving niet alleen blijvend is, maar tevens onafhankelijk is van een eigen ‘ik’.
o Volledige objectpermanentie – als het kind gaat zoeken nadat er wordt gezien dat het
weg is.

Pre-operationeel stadium
• Het vermogen wordt tot representatie uitgebreid en verfijnd. In het begin van dit stadium
creëren peuters hun individuele fantasiewereld. Niemand mag ook zomaar meespelen o.i.d. later
wel. Deze verschuiving van aandacht voor het eigen ik naar aandacht voor de ander is
kenmerkend voor de ontwikkeling die we tijdens en na deze stadium zien: Afnemend
egocentrisme.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper julietjjb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53249 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  8x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd