Anatomie en Fysiologie H15.2
Het transportgedeelte van de luchtwegen begint bij de toegang tot de neusholte
en loopt door de farynx, de larynx, de trachea, de bronchiën en de grootste
bronchiolen.
Lucht komt binnen bij de neusgaten, komen in de neusholte, hiertussen zitten
ruwe neusharen, die de neusholte beschermen tegen grote deeltjes die met de
lucht meekomen zoals zand, stof en zelfs insecten.
Het neustussenschot verdeelt de neusholte in een linker- en een rechterhelft.
Een hard gehemelte gevormd uit gehemeltebeen en kaakbeen, vormt de
bodem van de neusholte en scheidt de mondholte van de neusholte. Een vlezig
zacht gehemelte loopt achter het harde gehemelte door en vormt de bodem
van de nasofarynx
De neusholte mondt bij de inwendige neusopeningen in de nasofarynx uit.
De neusholte en een groot deel van de overige luchtwegen zijn met een
beschermend slijmvlies/respiratiore mucosa bekleed. Dit bestaat uit het
respiratoir epitheel. Wanneer in de ingeademde lucht giftige dampen, grote
hoeveelheden stof en vuil, allergenen of ziekteverwekkers aanwezig zijn, wordt
meestal meer slijm geproduceerd, waardoor een loopneus ontstaat.
De Farynx (keelholte) maakt zowel deel uit van het spijsverteringsstelsel als van
het ademhalingsstelsel. Deze bestaat uit 3 onderdelen: de nasofarynx, de
orofarynx en de laryngofarynx.
Op de achterste wand van de Nasofarynx bevinden zich aan weerszijden een
keelamandel en de doorgang naar de buis van Eustachius.
Stoffen die het spijsverteringskanaal binnengaan, passeren door de orofarynx
en de laryngofarynx. Deze onderdelen zijn bekleed met een gelaagd
plaveiselepitheel dat bestand is tegen mechanische slijtage, agressieve stoffen
en binnendringende ziekteverwekkers.
Ingeademde lucht verlaat de farynx en komt de larynx binnen via een smalle
opening die de glottis (stemspleet) wordt genoemd. De Larynx ofwel
strottenhoofd bestaat uit 9 kraakbeendelen die door banden, skeletspieren of
beide op hun plaats worden gehouden. De 3 grootste kraakbeenstukken zijn het
strottenklepje, het schildkraakbeen en het ringvormig kraakbeen.
Het schoenlepelvormige strottenklepje (epiglottis) steekt boven de stemspleet
uit. De banden van het bovenste paar, de zogenoemde valse stembanden zijn
betrekkelijk stug. Ze helpen voorkomen dat vreemde voorwerpen de glottis
binnenkomen en beschermen een tweetal kwetsbaardere banden. Deze banden,
de ware stembanden, liggen hieronder. Deze zorgen voor geluid. Voedsel of
vloeistoffen die met de stembanden in aanraking komen, brengen de hoestreflex
op gang.
De Trachea wordt door 15 tot 20 u-vormige Kraakbeenstukken verstevigd, dit
dient ook als bescherming, doordat ze voorkomen dat deze dichtklapt of bij
drukveranderingen in het ademhalingsstelsel te veel uitrekt.